22.

14 1 0
                                    

Het moment dat ik in Vera's kamer in kwam, liet ik mezelf zakken op het bed. Enorm verward staarde ik naar mijzelf in de bescheiden spiegel, de wind van het zwaard dat net naast mijn hoofd in de muur boorde was nog te voelen en een rilling ging over mijn rug. Al moest ik wel toegeven dat sinds ik weg was van de prins, dat de gevoelens verder weg waren geraakt. Ik wist dat er angst was, maar voelde het niet meer. Alles was weer terug bij af.

Met mijn hand voelde ik aan het verende bed, het was zachter dan de bedden bij mij thuis. Met mijn gezicht verborgen in de kussen vroeg ik me af of het echt oké was, met de prins en de prinses. Ik denk niet dat dit was wat ze voor ogen had, maar nu de prins wist wie ik was, kon ik onmogelijk zonder dat hij het merkte documenten stelen.

Al had ik ook door dat áls hij ze had, ze niet op zijn kamer lagen. De prins was te zelfverzekerd daarvoor. Gefrustreerd woelde ik in het bed, dit was enorm lastig en ik moest het nog wel in drie dagen hebben uitgezocht. In mijn hoofd tekende ik de plattegronden weer, in welke kamer kon de prins zijn documenten nog meer verstoppen, een kamer waar niemand zou kijken.

Ik had het gevoel dat ik het hele paleis daarvoor moest doorzoeken. Had ik Cirelles hersenen maar, hij had het waarschijnlijk wel uitgevogeld, al zou ik het nooit toegeven aan hem. Zijn ego zou te groot worden na zo'n compliment.

De vermoeidheid nam het van me over en ik viel in een droomloze slaap. Een slaap zo licht dat ik me de volgende dag geen energie had om op te staan. Toch dwong ik mezelf ertoe, ik kon niet zoals thuis een hele dag in bed liggen. Brommend stapte ik in de knellende schoenen en trok ik het rooster uit mijn schort. Mijn dag begon met het serveren van ontbijt. Snel controleerde ik of mijn pruik nog goed zat voor ik mijn weg naar de keuken maakte.

De keuken was erg rommelig, de chefs liepen heen en weer terwijl ze een uitgebreid ontbijt voorschotelden. "De prinses wil geen lente-ui!" riep een chef vanaf de andere kant van de keuken en de kok die haar noedels aan het uitplaten was reageerde erop met een 'ja'.

Alles werd op een karretje gezet en voortgeduwd door een kamermeisje, we hielden onze blikken naar de grond gericht terwijl we de stralende eetzaal binnenliepen. De kinderen van de koninklijke familie zaten tegenover elkaar aan de tafel. Prinses Olivea oogde me nonchalant en wachtte tot haar noedels geserveerd werden. De prins had twee gevulde broodjes met vlees en groente. In stilte werden de borden op hun tafels gezet, het paar begon met eten.

Ik bleef tegen de muur van de eetkamer staan, als ze iets nodig hadden, dan zouden ze ons wel een bevel geven. Starend naar de getegelde vloer zag ik de reflectie van de lampen die boven ons hingen en de omtrek van de kamermeisjes hier. De kamer was groot, ongelofelijk schoon en eigenlijk veel te overdreven voor twee mensen.

Zelfs nu voelde ik het getintel van gevoelens in mijn lichaam, zelfs als de prins niet in gesprek was met mij. Zolang ik hem zag, of wist dat hij er was, leek mijn hart enthousiast te worden.

"Dus, hoe gaat het studeren, Olivea?" vroeg de prins haar dan. Hij depte zijn mond met zijn servet en nam een slok. Vanuit mijn ooghoeken keek ik toe hoe een bediende zijn rosé wijn bijvulde. Olivea legde haar glas met water net terug en knikte dan.

"Het gaat goed, bedankt voor het vragen. Hoe gaat het met de wapenhandel?" vroeg ze terug. Dit was geen normaal gesprek tussen broers en zussen, ik was misschien enig kind, maar de formaliteit schrok me af. De twee praatten de hele maaltijd op een monotone manier door over hun handelingen, lieten niets extra's vallen. Het was alsof ze het deden als een act, om te laten zien dat de koninklijke familie met elkaar om konden gaan, terwijl dat niet zo was.

"Kan iemand de koetsier inlichten dat ik naar de stad wil," zei de prins voor hij opstond, hij legde zijn servet op zijn lege bord. Dan keek hij in de rondte. "Vera, kom met me mee, we vertrekken over een paar minuten." Mijn schouders sprongen op, hij verklaarde het zo openlijk. Ik deed mijn best om niet naar de prinses te kijken, niet haar reactie te peilen.

Buiten het ScriptWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu