15.

11 1 0
                                    

Ik liep eerst een paar rondjes op de hakken, liet mijn voeten gewend raken aan het gewicht en de geluiden. Zo zou ik in ieder geval niet gaan stampen. Met een paar heupbewegingen voelde ik de jurk aan, hij was zacht, net alsof ik in mijn pyjama's zag, maar de split tot mijn bovenbenen zei wat anders.

Mijn haar was opgestoken en glinsterde alsof het versierd was met diamanten, voorzichtig zette ik ook het rode masker recht, bang dat mijn vingers vetvlekken op de edelstenen achterliet.

"Ben je er klaar voor?" vroeg prinses Olivea. Tijdens het omkleden had ze me het plan al voorgelegd en het klonk simpel. Ik ging de balzaal in, werd in een van de balkonnetjes geduwd waar de prins zat en zou zodra er mensen kwamen checken, beginnen met schreeuwen en huilen. Het enige waar ik voor moest zorgen was dat de persoonlijke wachters van de prins mij wegstuurden.

"Altijd," antwoordde ik haar met een gespeelde glimlach, dit zorgde voor een tevreden geluidje bij de prinses.

"Nou ga ervoor." Met haar pen wees ze naar de deur en de man die me hier naartoe had geleid, gebaarde naar me om mee te komen. Ik gehoorzaamde, liet de hakken ritmisch op de grond klakken.

"Wat bedoelde je met dat ik deze taak goed moet uitvoeren?'" vroeg ik de man dan terwijl hij me leidde. Ik was zijn woorden van net zeker nog niet vergeten. We zouden uitkomen uit een ander gangetje zodat ik stilletjes de balzaal weer in kon sluipen.

"Precies zoals het klinkt." Hij wipte een sleutel uit zijn zak en opende een deur. "Je doet de wereld een plezier hiermee." De man klonk bitter en kwaad, maar zijn stem was nog droger dan de zandkoekjes. Ik besloot om ook niet verder te vragen naar zijn redenen, hij had blijkbaar geen zin om ze me te vertellen.

De deur ging open en we kwamen weer in de balzaal terecht, hoe we door dit doolhof waren gekomen, wist ik niet. Maar dat was ook niet nodig. Zelfverzekerd stapte ik de zaal in, ik was van adel, een prachtige vrouw uit Lehnan. Er viel niks te vrezen en zo liep ik ook door de mensen heen. Een bediende liep langs me en ik griste een glas champagne van het dienblad zonder te morsen.

Met een knik groette ik wat nobele mensen, maar ik zorgde ervoor dat ik nooit wegkeek van hun blikken. Het was belangrijk dat ik net één van hen was, onbevreesd en zonder zorgen. Geld kon alles oplossen en feestjes waren perfect om je tijd mee door te komen. Onverschillig nam ik plaats tegen de muur van de balzaal in de hoop om een beetje onder de radar te blijven.

"Vrouwe Wahn?" vroeg iemand me en mijn hoofd draaide zich om. Het champagneglas zwierde tussen mijn vingers en ik keek de man recht in zijn ogen aan.

"Dat ben ik, inderdaad," antwoordde ik met een zuid accent. Ik had er de laatste dagen op geoefend om mijn 'A' uit te rekken en mijn 'E' juist in te korten.

"Mijn naam is heer Frederik." De man zette zijn hand tegen zijn borst en gaf me een beleefde buiging die ik beantwoordde met een kort knikje. Zijn zwarte masker was simpel en saai. "Zou u mij het eer doen van de dans?"

Ik schudde mijn hoofd en draaide mijn champagneglas weer rond, klotste de vloeistof aan de binnenkant. Zijn blik was er tot aangetrokken. "Het is niet netjes voor vrouwen uit Lehnan om met iemand anders dan hun partners te dansen." De glimlach viel van Frederiks mond en hij krabde op zijn achterhoofd.

"Dan valt er niks aan te doen, natuurlijk." Ik knikte en bood hem nog een laatste glimlach aan, Frederik liep weg en ik bleef tegen de muur staan als een geest. Aandacht was niet wat ik nodig had, maar timing. Mijn blik ging langs de dansende stellen in het midden van de balzaal. Ze draaiden om elkaar heen met een ritme, de opgedofte jurken van de vrouwen bewogen met elke beweging mee terwijl de mannen ze leidden. Het was niks vergeleken het chaotisch dansen dat wij weleens deden.

Buiten het ScriptWhere stories live. Discover now