13.

8 1 0
                                    

Roelle had mijn hand vastgepakt om me te leiden naar de bankettafel. Mensen keken om naar ons met onverschillige blikken. Vrouwen hadden een deel van hun gezicht verborgen achter haar waaier terwijl ze met hun extravagante rokken ronddraaiden. De mannen draaiden met hun glazen gevuld met wijn of champagne, stonden in kluitjes bij elkaar alsof ze een kudde nodig hadden.

De zwarte jurk die ik van Danielle had geleend was niks bij de vrouwen hier. Ze straalden allemaal. Roelle stopte met lopen en in mijn gedachten verzonken, botste ik per ongeluk tegen zijn rug aan. Mijn beste vriend lachte alleen maar voor hij aan de kant ging voor me. Met een prikkelende neus keek ik naar de tafel waar we aan waren gekomen.

Een regenboog aan toetjes lagen hier, de zoete walm gooide me bijna omver. Roelle gaf me een bordje aan terwijl hij breed glimlachte. "Wat wil je als eerst eten?" vroeg hij dan. Mijn ogen vielen op de mini puddingen die gemaakt zijn, met elke stoot die de tafel ontving, bewogen ze een beetje heen en weer. Gretig pakte ik er eentje op. Roelle greep naar een kleine brownie.

"Zullen we anders van alles iets pakken?" vroeg ik hem toen ik niet kon kiezen, en Roelles mond viel open.

"Heb ik je ooit verteld hoeveel ik van je houd?" Ik grijnsde. Vlug pakten we met tangen van alles iets, onze borden bevatten volledige bergen van toetjes, maar de gedachte erachter maakte ons blij. Mensen begonnen nu wel bezorgd naar onze richting te kijken. Roelles enthousiasme was mijn blijdschap, af en toe snoepte hij wat tussendoor. "Laten we het ergens anders opeten." Roelle legde zijn tang neer en pakte mijn hand weer vast, zijn duim wreef over mijn handpalm.

Voorzichtig liepen we met de borden richting een balkon, hopend dat er niets van af zou vallen. Zodra er een werknemer voorbij liep, greep Roelle naar twee wijnglazen en verliet zijn warmte mijn hand. De bediende bekeek ons met een afkeurende blik. Proestend van het lachen, gingen we een balkonnetje op. De frisse avondlucht zwaaide over mijn blote armen en de haren kwamen overeind.

"Hmm, ik snap niet hoe niemand daar aan het eten is," zei Roelle dan terwijl hij zijn bord balanceerde op de reling en daarna de twee glazen witte wijn. Ik keek over de donkere tuin, maar ik zag niets verder dan de vormen van de heggen.

"Ze voelen zich waarschijnlijk te goed voor het eten, maar hé. Meer voor ons." Ik legde mijn bord naast de zijne en we leunden tegen de reling. Roelle had al een soesje gepakt en de helft van afgebeten. De andere helft gaf hij aan mij.

"Dat is waar, ik klaag niet." Met zijn duim wreef hij de slagroom vanuit zijn mondhoek en stopte het weer in zijn mond. Ik glimlachte en popte het soesje in mijn mond. Een slok wijn volgde.

"Het is echt niet te geloven dat we hier zijn," murmelde ik dan. Mijn blik ging omhoog, naar de sterren die bijna niet te zien waren hier. Er was te veel licht, ze hadden hier hun eigen sterren op de grond. Roelle pakte een kleine cupcake en bood mij de eerste hap aan, die ik meteen nam.

"Nee inderdaad, en we gaan ook nog eens optreden..." Roelles zin viel ongemakkelijk stil, alsof hij nog iets wilde zeggen, en ik gaf hem de tijd daarvoor. "En jij bent ook bezig met je gevoelens terug te krijgen. Het is alsof de wereld ons toe aan het lachen is, of vooral mij."

Ik keek opzij naar hem, hij zei het alsof hij de gelukkige hier was. Maar Roelle had zijn blik naar de grond gericht. Een roze waas was te zien op zijn wangen. Om van onderwerp te veranderen, pakte ik een groene macaron van het bord en nam er een hap uit. Vervolgens hield ik het voor Roelle, die zwijgend de rest op at.

"Maar als het gevaarlijk wordt, stop ermee, oké? Je leven is veel meer waard dan je gevoelens." Ik knikte, voor de zoveelste keer vertelde hij het al en ik wist dat hij alleen bezorgd was, maar het was onnodig. Ik kon zelf wel inzien wanneer er gevaar dreigde.

Buiten het ScriptOnde histórias criam vida. Descubra agora