14. Weg van huis.

122 16 2
                                    

Hoofdstuk 14. Weg van huis.


Het is vroeg in de ochtend als ik en Elijah wakker worden op het balkon. 'Hebben wij hier geslapen'? Vraag ik. Elijah knikt. 'Niet erg toch'? Vraagt hij. Ik lach. 'Natuurlijk niet'. Zeg ik. Ik sta op. 'Ik moet zo naar school dus ik moet maar naar huis gaan'. Zeg ik. 'Anders kom ik te laat'. Elijah knikt.

'Ik zie je snel weer'. Zegt Elijah. Hij pakt mijn armen vast en kust mij. Ik glimlach en kus hem terug. Pas na vijf minuten voor mijn gevoel ga ik richting mijn huis. Ik ben binnen een kwartiertje thuis. Daar doe ik alles zodat ik naar school kwam. Mijn broers zijn al beneden. Ze zitten beide voor de televisie.

'Voel jij je nog rot over Mac'? Vraagt Kian. Ik knik. 'Best wel eigenlijk'. Zeg ik. 'Laten wij maar naar school gaan'. Zegt Dylan. Ik knik. 'Het komt wel goed hoop ik'. Zeg ik voor ik de deur weer uit loop richting school. Na een kwartiertje komen wij aan op school. Ik zie Mac als eerste lopen maar hij rent gelijk naar binnen als hij ons aan ziet komen.

Ik zucht. 'Mac haat mij'. Zeg ik. Tranen verschijnen in mijn ogen. Dylan en Kian troosten mij gelijk. 'Reve nee'. Zegt Dylan. 'Mac is verward'. 'Hij is gek op je'. Zegt Kian.

Ik hoor de bel gaan en dan gaan we snel de klas in. Ik zit net met Dylan vooraan in het lokaal als mijn docent een stomme vraag stelt. 'Kunnen jullie zeggen waar jullie het meeste hekel aan hebben'? Vraagt de docent. 'Mac'? Ik zucht. 'Als mensen mij verraden door geheimen voor mij te houden'. Zegt Mac. Ik kijk hem aan. 'Nu ben ik het zat'. Zeg ik zachtjes tegen Dylan.

Met tranen in mijn ogen sta ik kwaad op en ik ren het lokaal uit. 'Reve'. 'Mac, kijk nou wat je doet'. Zegt Dylan nog voor ik de deur achter mij dicht gooi. Ik zit net uit te huilen op de gang wanneer mijn telefoon af gaat. Ik kijk op mijn telefoon. Ik zie een bericht van Callum. Ik reageer gelijk na het lezen.

Reve, kan je komen. Ik wil met je praten.

Typt Callum. Ik loop de school uit met een traan op mijn wang. Ik veeg het snel weg voor ik bij Callum op de stoep sta. Ik bel aan. Callum doet open en ik zie gelijk al dat hij niet alleen is. 'Elijah'. Zeg ik blij. Hij kijkt serieus. 'Wat is er aan de hand'? Vraag ik gelijk. 'Reve, kom binnen'. Zegt Callum. Ik loop naar binnen en ik ga op een stoel zitten.

'Wat is er nou'? Vraag ik. 'Hoelang wist jij al dat Mac een spion was'? Vraagt Callum. 'Niet lang, hoezo dan'? Vraag ik. 'Reve, als spion moet je ons gelijk vertellen als je informatie heb over concurrenten en andere dingen'.

'Dat hoor je als spion ook te weten'. Zegt Callum. Ik knik. 'Sorry'. Zeg ik. 'Reve nee, dit was belangrijk'. 'Hoe zou ik je nu nog moeten vertrouwen meid'. Zegt Callum. Ik kijk Elijah aan. 'En jij bent het hier zeker mee eens'. Zeg ik. Ik sta op. 'Misschien moet je afstand nemen van je werk als spion'. Zegt Callum. Ik krijg opnieuw tranen in mijn ogen.

'Waarom doe ik alles fout'. Zeg ik hard. Ik wil weg lopen maar Elijah pakt mij om mijn middel. 'Liefje, het spijt ons'. Zegt hij. Hij geeft mij een kus op mijn wang. Ik schud mijn hoofd. 'Nee, het spijt jullie niet, jullie willen mij weg hebben'. Zeg ik. 'Als jullie dat willen, geen probleem'. Zeg ik. Ik trek Elijah van mij af. 'Ik ga al weg'. Zeg ik.

'Ik wil je alleen beschermen, Reve'. Zegt Elijah. Ik gooi de deur achter mij dicht en ik ren naar huis toe. Ik pak mijn sleutels als ik in de straat aankom en ik ren naar boven met een rugzak. 'Ik ben het helemaal zat'. Zeg ik zachtjes. 'Mac, Elijah, Callum'. 'Alleen mijn broers geven om mij'. Zeg ik. Ik doe een vest in de rugzak en een paar flessen water. Ik neem een aantal spullen mee die ik nodig heb.

Ik leg mijn telefoon op mijn kussen terwijl die niet vergrendeld is. Ik loop met de rugzak naar buiten en ik loop. Ik begin mijn eigen pad te volgen. Ik let niet op waar ik heen loop. Ik ben best moe geworden.

Uiteindelijk word het ook al avond en ben ik dood moe. Ik ga op de grond liggen op het grasveld en ik sluit mijn ogen met de rugzak in mijn hand. Ik denk terug aan de momenten dat ik en Mac nog aan het lachen waren. Op momenten dat hij er voor mij was en dat ik ervoor hem was. De goed momenten van ons twee. Ik krijg er een glimlach op mijn gezicht van.

Daarna denk ik aan Elijah. Aan hoe wij samen bij het water waren onder het maanlicht. Aan onze herinneringen van eerder. Hij was er altijd voor mij geweest en nu heeft hij niks meer om mij. Ik zucht. Liefde kan natuurlijk niet voor altijd blijven en zeker niet als je zo jong bent als dat ik ben. Ik ben dan bijna vijftien maar ik heb nog een heel leven voor mij.

Ik heb mijn broers die er altijd voor mij zijn. Ze waren deze keer dan niet boos op mij maar ik heb hun wel achter gelaten. Ik ben van huis weggelopen zonder afscheid van mijn broers te nemen. Zal ik ze ooit nog wel terug zien? Ik heb te veel spijt van Mac, Callum en Elijah om terug te gaan op het moment.

Misschien krijg ik nog wel een beter leven ergens anders. Ik word in de ochtend gewekt door een mevrouw op straat. 'Meisje wie ben jij'? Vraagt ze. Ik denk na. 'Ik ben Ilana Skye'. Zeg ik en ik sta op. 'Sorry dat ik hier ben, ik ben verdwaald'. Zeg ik.

-------------------------------------------------

Hey allemaal, 

Reve is weggelopen van huis. 

Callum en Elijah hebben alles erger gemaakt. 

Wat vinden jullie? 

Tot het volgende hoofdstuk :)

  -YinYangLaraa  

Protected (2)Where stories live. Discover now