22. Licht flits!?

95 16 0
                                    

Hoofdstuk 22. Licht flits!?


Ik kijk op mijn telefoon. 'Het is al bijna half twaalf'. Zeg ik. Ik ben al iets van dertien keer door mijn vader gebeld. Ik sta op. 'Meiden, ik moet naar huis'. Zeg ik. Ze knikt. 'Darcy, blijf jij hier slapen'? Vraagt Ymogan. Darcy knikt. Ik pak mijn sleutels en ik loop naar beneden. Ik geef Darcy en Ymogan snel een knuffel en ik loop naar beneden toe.

'Tot later'. Zegt Darcy. Ik zwaai en ik loop naar buiten. Ik pak mijn fiets en ik ga rustig naar huis toe. Ik moet wel weer opletten. Het is donker op elke weg. Het enige licht dat je nog ziet zijn de lichten van de lantaarnpalen maar die zijn ook niet overal.

Ik fiets langs een lange weg met een klein bochtje. Ik rij het bochtje om en ik voel dat mijn pols al pijn doet. Ik zie dat het wat meer mistig en donkerder word op de wegen. Minder lantaarnpalen langs de wegen. Ik rij een weg op als ik ineens vel licht aan zie komen in mijn buurt.

Ik schrik. 'Een bus'. Zeg ik. De bus komt steeds dichterbij mij. Als het nog geen meter van mij vandaan staat probeer ik er snel voor weg te fietsen. Dan hoor ik de bus toeteren. Ik word naar voor getrokken.

Ik zweef een stukje door de lucht met iets achter mij aan. Ik land best hard op de stenen rond. Gelijk ga ik door mijn enkel en zit ik op de grond. Ik zie mijn fiets daar voor ergens naar beneden vallen. 'Wees voorzichtig'. Zegt een stem. Ik kijk op. 'Je heb mij naar voor getrokken terwijl je achter mij stond en mij langer laten zweven dan mogelijk is'. Zeg ik.

Ik draai mij om. 'Elijah'? Vraag ik. Hij knikt. 'Ik heb een beschermende spionnengave'. Zegt hij. 'Ik weet het'. Zeg ik en ik kom al wat meer bij van de schrik. 'Ik was hier toevallig en ik voelde dat jij hier ergens in de buurt was en voor ik het wist sloeg mijn spionnengave toe dus het was toeval dat ik je zo maar redde'. Zegt hij. Ik knik.

'Ontzettend bedankt, Elijah'. Zeg ik en ik geef hem een knuffel. 'Hoe gaat het met je enkel en pols'? Vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. 'Het doet ontzettend veel pijn'. Zeg ik. 'Ik was best hard op de grond geland zo net maar het is zeker wel beter dan aangereden worden door een bus en waarschijnlijk weer in het ziekenhuis liggen'. Zeg ik. Elijah knikt.

'Misschien moeten wij maar naar Callum'. Zegt Elijah. 'Ik denk dat hij wel iets weet waardoor jij minder pijn krijgt en ik doe daar alles voor'. 'Ik voel mijn hartslag nog steeds ergens in mijn keel'. 'Ik ben zo geschrokken'. Zeg ik. Elijah staart mij aan.

'Waarom heb jij toch altijd ongeluk met zulk soort dingen'? Vraagt Elijah. 'Ik heb nooit ongeluk door mijn beschermende gave'. Ik schud mijn hoofd. 'Zeg dat nou niet'. Zeg ik. 'Ik ben juist blij met die beschermde gave want anders was ik al lang dood geweest'. Elijah staat op. 'Kom mee, we gaan naar Callum'. Zegt hij en hij steekt zijn hand naar mij uit.

Ik glimlach en pak zijn hand vast. Hij helpt mij omhoog en we lopen samen naar het huis van Callum die gelukkig niet al te ver stond. Elijah was namelijk lopend en ik was met de fiets. We komen bij Callum zijn huis aan. Het is helemaal donker daarbinnen. Elijah en ik kijken elkaar aan.

'Waar zou Callum zijn'? Vraag ik. Elijah knikt. 'Ik denk dat hij bij Juna en Jarreau is'. Zegt Elijah. Ik haal mijn schouders op. 'Wie is Jarreau'? Vraag ik Elijah lacht. 'Juna is zijn vriendin maar dat wist je al maar Callum is een maand geleden twintig geworden en hij heeft een zoon van één jaar'. Zegt Elijah.

Ik kijk hem verbaasd aan. 'Callum heeft een zoon'? Vraag ik. 'Waarom kom ik daar nu pas achter'? Elijah haalt zijn schouders op. 'Callum vertelt het zelf nooit omdat hij van Jarreau een super spion wil maken'. 'Dus hij denkt dat het beter is dat hij niet al te veel contact heeft met normale mensen zonder dubbelleven omdat hij het anders misschien verteld'. Zegt Elijah. Ik knik.

'Ja, dat snap ik'. Zeg ik. 'En Juna is het daar ook helemaal mee eens'? Vraag ik. Elijah knikt. 'Ja natuurlijk, Juna vind spionnen geweldig'. Zegt Elijah. 'Maar wat gaan we nu doen'? Vraag ik. Elijah doet zijn handen in zijn broekzak. 'Ik heb de sleutels van Callum zijn huis dus we kunnen gewoon de spionnenkamers kijken of er spullen liggen'. Zegt hij.

Ik lach. 'Jij heb gewoon de sleutels van Callum zijn huis'? Vraag ik. Elijah knikt. 'Dat hebben Maya en Kian ook'. Zegt Elijah. Elijah maakt de deur open en loopt naar binnen. Ik loop achter hem aan en ik sluit de deur snel. Elijah doet het licht aan en de gordijnen dicht. Hij haalt het schilderij van de muur en gaat naar beneden. Ik volg hem snel.

Ik ga de kamer in waar Callum meestal zit. Ik zoek snel een stoel op want blijven staan hou ik niet langer meer. Ik leun met mijn armen op de tafel. Ik sluit mijn ogen en voor ik het weet val ik al in slaap. Ik was ook al heel erg moe geworden na vandaag. Ik weet niet of Elijah hier ook gebleven is en waar hij is.

Hij was deze kamer nog niet ingelopen of ik was al in slaap gevallen. Ik denk na over die droom die ik laatst had. Dan weet ik het weer. Die droom over wat er later kan gebeuren. Ik moet bij Kian en Elijah in de buurt blijven voor als er iets gebeurt. Ik moet en zal ze beschermen.

-------------------------------------------------------

hey iedereen,

ik vond het leuk om er een nieuw jong personage in te doen dus daarom heeft Callum nu een zoon . Hij komt vaker terug in het verhaal.

  -YinYangLaraa  

Protected (2)Donde viven las historias. Descúbrelo ahora