15. Julie

70 8 58
                                    

'Ben je klaar?' Jim staat in de deuropening van mijn kamer. Ik stop nog snel een jurkje in mijn koffer. Ik had het alleen meegenomen, omdat mijn moeder het zo leuk vond. En hoewel ik nooit jurkjes draag, besluit ik het toch mee te nemen voor eventuele romantische avonden in Parijs. Hoop ik.

Sinds ik Gary Junior aan Jim gegeven heb, is hij een stuk aardiger. Hij is nog steeds raar en we zijn geen goede vrienden, maar we kunnen een soort van normaal met elkaar praten en dat is genoeg voor nu.

Als ik eindelijk mijn koffer dicht heb gekregen, storm ik langs Jim de trap af. Die krakende trap die ik de komende dagen even niet meer hoef te zien. Ik kijk naar de muren met opgezette rendierhoofden en ben zo blij dat ik eindelijk even weg kan.

'Heb je alles?' vraagt mijn moeder. Ze kijkt bezorgd. 'Je moet wel elke dag bellen en regelmatig laten weten hoe het met je gaat en foto's maken en...'

'Ja, ik red me wel hoor. Jim is bij me.' Ik kots bijna van deze woorden, maar ik ben allang blij dat hij niet moeilijk doet. Jim glimlacht, zegt mijn ouders en tante Gina gedag en samen kunnen we dan eindelijk door die grote, krakende deur heen om de heerlijke geur van buiten op te snuiven.

We lopen samen over het paadje de heuvel af. Op de straat voor het heuveltje staat de taxi al geparkeerd. Jim stopt de koffers achterin en ik ga zitten.

'Naar het vliegveld,' zeg ik tegen de taxichauffeur. De taxichauffeur knikt met een chagrijnig gezicht en rijdt via een omweg naar het vliegveld. Waarschijnlijk om meer geld te krijgen. Ach ja, ik heb toch geld van mijn ouders gekregen en Jims ouders hebben ook geld op zijn bankrekening gestort.

Als we bij het vliegveld zijn, geef ik de chauffeur wat geld en samen met Jim gaan we naar binnen. We hebben geluk dat de vlucht naar Engeland ongeveer tegelijk gaat met die naar la France. Dan valt het minder op voor mijn ouders en tante Gina.

Zonder al te veel woorden uit te wisselen lopen we door het vliegveld om de hele vliegveld-routine door te lopen. Nou ja, eigenlijk volgt Jim mij de hele tijd. Hij gaat duidelijk niet vaak met het vliegtuig.

'Ik heb maar één keer gevlogen,' zegt hij. 'En toen wilde ik nooit meer.'

Ik grinnik. Jim heeft vliegangst. Jim, de jongen die spinnen houdt, heeft vliegangst. Misschien is het toch zo erg niet om met hem te vliegen. Nu kan ik gegarandeerd bij het raam zitten.

En dat doe ik dus ook. Ik ga bij het raam zitten en Jim zoekt naast mij meteen naar de kaart met veiligheidsvoorschriften. Hij luistert ook aandachtig naar de stewardess die vooraan met een geïmplanteerde glimlach voordoet hoe je een reddingsvest aantrekt. Ik lees ondertussen in een van de boeken die ik heb meegenomen.

'Hoelang duurt de vlucht?' vraagt Jim.

'Niet heel lang.'

'O. Heb je nog een boek bij?'

'Nee.'

'Oké. En kan dat schuifding bij het raam dicht? Ik durf straks echt niet naar buiten te kijken.'

Zuchtend kijk ik van mijn boek op. 'Kun je ophouden met vragen stellen?'

'Nu stel je er zelf een,' merkt Jim op.

Ik rol met mijn ogen. 'Nee, je kijkt maar de andere kant op.'

Stilte. Eindelijk. Ik ga weer verder met lezen en vergeet even het feit dat ik straks in de lucht zit met een spinnenhouder met kipfilet-handen. Achter ons zit een koppel met een Iers accent hardop de praten en voor ons zit een moeder met haar kind een spel te doen.

'Wat was dat?' Jim kijkt me angstig aan.

'Wat?'

'Die beweging.'

Waar De Liefde IsTempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang