26. Milan

75 9 60
                                    

'...bier!'

Ik schrik op uit mijn gedachten. Collin proest het uit en Alex grijnst naar me. Hun lach overstemt het weinige geluid van de avond in de stad en ik kijk ze ongemakkelijk aan. Een oude vrouw loopt ons verbaasd voorbij en de man die alleen bij het café zit, kijkt met een geïrriteerde blik onze kant op.

'Jezus, waar zat je met je gedachten.' Collin loopt lachend naar me toe. 'Jij hebt echt meer alcohol nodig. Het was vast een teken dat je alleen reageerde op het woord "bier".'

Ik lach nerveus terug. Ik ben niet mee naar de stad gegaan om dronken te worden. Ik ben gewoon meegegaan voor de gezelligheid. Ik heb afleiding nodig. Ik bedoel, ik ben echt niet meegegaan vanwege de grotere kans om Julie hier toevallig tegen te komen. Echt niet. Dat ik zo vaak met mijn moeder naar de winkel ga, is echt niet omdat er een kans is dat Julie ook aan het winkelen is. En als ik met mijn vader boodschappen ga doen, is dat echt niet omdat Julie misschien ook naar de supermarkt moet om iets te halen. Echt niet.

Ik ben meegegaan, omdat ik een normaal persoon ben die niet hopeloos verliefd is en gewoon even sociaal doet met zijn vrienden.

Alex en Collin zijn inmiddels weer om iets anders aan het lachen en ik loop een beetje afwezig achter hen aan. We zijn bijna in het centrum. Hier is het nog rustig. Soms rijdt er een auto voorbij, maar voor de rest komt het enige licht van de lantaarnpalen die we voorbijlopen. Licht, donker, licht, donker, licht...

Mijn enige licht is Julie.

'Weet je zeker dat je geen biertje wil?' vraagt Collin.

Ik schud mijn hoofd. 'Ik ga niet drinken vandaag.'

Drinken is het domste wat ik kan doen. Gewoon dronken zijn is één ding. Dronken én wanhopig zijn is vragen om problemen. Ik wil controle over mezelf hebben en niet zijn zoals de jongens die mijn oma beschrijft.

'Je weet toch dat alles misgaat als je nuchter bent,' zegt Collin grijnzend. Dronken grijnzend. Je vrienden dronken zien worden is ook best leuk eigenlijk.

'Nee, ik weet alleen dat je geen gele sneeuw moet eten.'

Collin barst in lachen uit - terwijl het niet eens zo grappig was - en neemt nog een blikje bier. Alex kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan en ik haal mijn schouders op. Collin is nu eenmaal snel dronken. Of hij drinkt veel. Allebei misschien.

Terwijl we het centrum naderen, wordt het steeds drukker. Gelukkig overstemmen de geluiden Collins gelach, want daar ben ik totaal niet in de stemming voor. Alex stelt voor om ergens te gaan zitten en even later staan we voor het eerste beste cafeetje dat niet al te duur is.

'Buiten of binnen?' vraagt Alex.

'Allebei,' murmelt Collin.

Alex negeert hem en kijkt mij vragend aan. Ik kijk even naar binnen en zie dat het best wel vol is met vrolijke mensen. Nee, bedankt.

'Doe maar buiten.'

Samen met twee anderen zijn we de enige die buiten zitten. Het is ook niet heel geweldig weer en binnen ziet het er ook wat gezelliger uit. Maar de koele lucht geeft me wel een beetje rust.

Collin heeft me toch kunnen overhalen om een biertje te nemen en terwijl ik een slok neem, staar ik naar de mensen die voorbijlopen. Sommigen langzaam, genietend, anderen snel en gehaast, weer anderen lopen samen.

Mijn oog valt op een meisje met een wit, kanten jurkje aan het einde van de straat. Mijn hart gaat als vanzelf sneller kloppen en het lukt me ineens niet meer om normaal te blijven zitten. Ik ben me te erg bewust van mijn bewegingen.

Waar De Liefde IsWhere stories live. Discover now