20. Milan

70 8 38
                                    

Was ik maar nooit met Jessica begonnen. Echt waar, die meid is zo irritant. Ik had niet naar Alex en Collin moeten luisteren. En ik had niet naar het achterlijke, domme deel van mezelf moeten luisteren. Ik moet hier echt mee ophouden, er een punt achter zetten. Want ik weet het zeker, Julie is perfect. Julie is alles. Julie is het mooiste, liefste en leukste meisje dat ik ooit ben tegengekomen.

En Jessica. Ja, Jessica. Zij is gewoon een vergissing. En ik haat mezelf, omdat ik dat haar nu duidelijk moet maken. Ik wist niet dat ik zo'n ongelofelijke klootzak kon zijn. Jessica zou waarschijnlijk haar hele populaire vriendinnen-groep tegen mij opzetten. En dan ben ik Milan, de klootzak die meisjes aan het lijntje houdt. Maar het is voor Julie. En het is bovendien mijn eigen stomme fout.

Terwijl we door de gangen van het hotel lopen, moet ik Jessica de hele tijd van me af duwen. Ze heeft echt heel veel gedronken, want Jessica is niet iemand die snel dronken is. Julie loopt een beetje afwezig achter ons aan en het liefst wil ik haar nu in mijn armen nemen, maar eerst moet ik Jessica veilig in haar hotelkamer zien te krijgen. Waarom heb ik altijd zo'n verantwoordelijkheidsgevoel?

'Dat drankje dat ik op had, was echt hemels!' Jessica zwaait haar armen in de lucht en ik probeer de alcohollucht te negeren.

'Jessica, het is midden in de nacht. Ik denk dat je wat stiller moet zijn.'

'Wat?' Jessica's ogen draaien alle kanten op en ze valt weer tegen mij aan. 'Net zoals zij zeker.' Ze wijst een beetje scheef naar achteren. 'Dat drankje had trouwens dezelfde kleur als jouw ogen. Of was het toch paars? Ik weet het niet meer. Hé, waar is de Eiffeltoren?'

Ik kan met moeite een zucht onderdrukken. 'Jessica, weet je zeker dat je alleen gedronken hebt.'

Jessica richt zich weer tot mij. Haar ogen lijken door mij heen te kijken. 'Nee, ik heb ook wat gegeten. Iedereen weet toch dat je moet eten én drinken om niet dood te gaan.' Ze begint heel hard te lachen en ik houd een hand voor haar mond om het geluid te dempen. Als iemand ons ziet, hebben we waarschijnlijk een probleem.

'En o, ja,' vervolgt Jessica. 'Ook van die snoepjes. Die hadden ook leuke kleuren. Sommige waren roze en andere weer blauw. Net als jouw ogen. O nee, dat was dat drankje.' Weer die irritante lach.

'O, god,' mompel ik. Jessica heeft drugs genomen. Top. En ik ben haar nu naar haar hotelkamer aan het brengen, na een onvergetelijke nacht met Julie die nu verpest is. Mijn leven is één grote grap. Waarom heb ik het niet zo makkelijk als Alex? Of Collin. Zelfs zijn leven is niet zo liefdeloos als die van mij.

We zijn bijna bij Jessica's kamer. We lopen de hoek om en zien daar Kyra en Jim samen een kamer in gaan.

Wacht. Kyra en Jim?

Ze giechelen en voordat ze ons kunnen zien, zijn ze de kamer al in en draaien ze de deur op slot. Ik kijk naar Julie. Ze kijkt verbaasd, maar niet gekwetst of verdrietig. Gewoon verbaasd. Dus er was toch niks tussen Julie en Jim?

'Hé, waar is de muziek?' vraagt Jessica als we bij haar hotelkamer zijn. 'Dit is niet de Eiffeltoren, toch? Waar zijn de drankjes? En de snoepjes?' Ze kijkt even paniekerig om naar heen.

'We zijn bij je hotelkamer,' zeg ik. Ik kan de chagrijnige toon niet verbergen. Ik ben er echt klaar mee.

Jessica's gezichtsuitdrukking verandert in een glimlach. 'O, en kom jij ook mee mijn hotelkamer in?' Ze staat dichtbij en voordat ik haar van me af kan duwen, verliest ze haar evenwicht. Ik kan haar nog net op tijd opvangen. Ze is gelukkig nog niet buiten bewustzijn. Of niet gelukkig. Ik weet het niet.

'Moet ik hulp halen?' vraagt Julie. Ze heeft de hele weg hiernaartoe geen woord gezegd en het duurt een tijdje voordat ik besef dat ik moet antwoorden.

'Huh? O, nee hoor. Ik breng haar wel naar binnen,' zeg ik.

Dit is wel het laatste wat ik wil doen, maar veel meer keus heb ik niet. Ik kan haar hier niet achterlaten. Dan valt ze neer voordat ze haar sleutel gevonden heeft.

'Geef me je tas.'

Jessica kijkt me verbaasd aan. 'Waarom? Dat is mijn tas. Heb je zelf geen condooms bij je?'

'Jessica!' Ik kijk paniekerig naar Julie. Haar gezichtsuitdrukking is emotieloos. Ik hoop dat ze weet dat Jessica in een andere wereld leeft op dit moment.

'O, roep ik weer zo hard? Sorry. Hier is mijn tas.'

Jessica geeft mij haar dure, lelijke tasje, maar voordat ik het vast heb, laat ze het tasje al los. Gefrustreerd pak ik het tasje van de grond en ik zoek tussen haar cosmetica-dingen naar haar sleutel. Ah, hebbes!

Terwijl ik Jessica's kamerdeur openmaak, zorg ik ervoor dat ik haar nog steeds vast heb, voordat ze weer neervalt. Ik doe het licht aan en Jessica strompelt naar haar bed. Cassie is er niet. Ik hoop maar dat ze ook veilig terugkomt. Weer dat stomme verantwoordelijkheidsgevoel. Ik haat het.

Jessica zit op haar bed. Ik ga ook even zitten om het vermoeide gevoel weg te laten ebben. Deze hele nacht is verpest.

'Milan, ik hou van je,' murmelt Jessica. Het klinkt raar, zonder enig gevoel in haar stem.

'Jessica, je bent dronken. Ga slapen.' Ik wil opstaan, maar voordat ik de kans krijg, slaat Jessica haar armen om me heen en drukt ze haar lippen op de mijne. Haar adem stinkt en er zit niks van liefde in haar kus. Gewoon een dronken, vreselijke kus.

Ik probeer haar van me af te duwen, maar net op dat moment komt Julie binnen. 'Milan, je liet je telefoon val-'

Ze is abrupt stil. Jessica kijkt op en ik kan me eindelijk loswurmen. Julie kijkt verschrikt onze kant op. Eindelijk zie ik iets van emotie in haar blik. Ze is verbaasd, verdrietig, gekwetst...

Ik doe mijn mond open om iets te zeggen, maar er komt geen geluid uit m'n keel. 'Julie, ik... het is niet...'

Jessica is inmiddels gaan liggen en ligt zachtjes te snurken. Julie schudt bijna onmerkbaar haar hoofd en draait zich dan om. Ik kan nog net een glimp zien van haar tranen.

'Ik... ik ga maar eens slapen,' zegt ze, en ze loopt zonder zich om te draaien weg.

Een tijd lang kijk ik naar de deur. Julie is al weg. Jessica ligt nog steeds te snurken in haar bed. Ik sta op en loop wankelend naar de deur.

Ik wil achter haar aan rennen, roepen dat ze niet weg mag gaan, dat ze alles voor mij betekent, dat ik haar wilde zoenen op de Eiffeltoren...

Maar het lukt niet. Ik weet niet eens welke kant ze op is gegaan.

Mijn benen lijken zo zwaar als lood als ik terugloop naar mijn hotelkamer en ik ben opeens heel moe. Ik hoop maar dat Alex en Collin al slapen, want ik heb geen zin om dingen te moeten uitleggen. Het enige wat ik wil, is slapen, wakker worden en beseffen dat dit allemaal een droom was.

Maar het is geen droom. Dit is de werkelijkheid. En ik heb het verpest. En alsof dat al niet erg genoeg is, gaat Julie morgen alweer naar Ierland. Ik moet haar gewoon nog een keer zien voordat ze gaat.

Ik wil deze vakantie niet zo afsluiten. Haar vakantie eigenlijk. Ik moét haar zien.

En ineens staat ze daar. Ik dacht eerst dat ik het me verbeelde, maar ze staat er echt. Voor mijn hotelkamer. Ik loop naar haar toe. Julie kijkt me niet aan.

'Ik had je telefoon nog,' zegt ze.

Ik knipper even met mijn ogen. O, ja. Mijn telefoon. 'Dank je,' mompel ik.

We zeggen allebei niks. Julie schuifelt nerveus heen en weer. Alsof we allebei nog niet weg willen gaan. Dit gesprek mag zo niet eindigen.

Julie kijkt op en kijkt me dit keer wel aan. 'Nou, dan ga ik maar.' Ze maakt al aanstalten om weg te gaan. 'Welterusten.'

Zeg het dan. Zeg dat Jessica niks is. Dat het allemaal niks was. Dat Julie de ware voor je is. Zeg het dan. Zeg het.

'Julie, ik...'

Ze draait zich om en kijkt me weer recht aan. Er zit iets afstandelijks in haar blik en ik slik. Ik voel me ineens erg moe en kapot. Wat moet ik zeggen?

'Welterusten.'

Julie zegt niks, knikt kort en loopt dan, misschien wel voorgoed, weg.

Eindelijk herfstvakantie.

Waar De Liefde IsWhere stories live. Discover now