Hoofdstuk 1: Back to business

2.5K 102 58
                                    

'Wat wil je daarmee zeggen?' bracht ik fronsend uit. 

Met een lome glimlach tekende ik kleine cirkeltjes op Jurians buik. 'Zo zou ik iedere ochtend wel wakker willen worden.' 

Mijn wederhelft speelde met de lange, blonde lokken van mijn haar. Toen hij grinnikte trok de vibratie daarvan door mijn eigen lichaam, gepaard met de sensatie van de band die ik alleen met hem deelde. De band die twee wederhelften, een engel en een demon of twee grensengelen, met elkaar verbond en hen sterker maakte op zoveel verschillende vlakken. 

'Ik niet,' zei hij, waarna zijn warme lippen mijn voorhoofd beroerde. Daarna rekte hij zich uit en stapte hij uit bed. Althans, daar deed hij een poging toe. 

Kreunend greep ik zijn arm vast. 'Moet je echt naar die bespreking?' 

Het was drie maanden sinds de dood van Katherine, de grensengel die er niet alleen op uit was om onze achtste dimensie voor zich te winnen, maar ook Jurian daarin mee te slepen. Zij was Jurians wederhelft geweest, maar was uit de dimensie verbannen voordat ik mijn leven in een brand verloor. Daarom hadden we alle drie hetzelfde nummer op onze polsen gehad, want ons allemaal in contact bracht. Katherine moest niets van mij weten en had meerdere pogingen gedaan om mij uit te roeien en Jurians duistere kant te bespelen. Heel even had het erop geleken dat ze had gewonnen, maar we wisten het lot te veranderen. We waren als winnaars uit de strijd gekomen, maar dat hadden we bijna moeten bekopen met Jurians leven. 

Drie lange, zware maanden die niemand bepaald goed hadden gedaan. Nadat we Jurian weer tot leven hadden gewekt door de hel- en hemelamulet met elkaar samen te smelten, leken we bijna elke dag in vergaderingen verzonken te zijn. Niet alleen moesten we de hemel en de hel met elkaar verenigen, waar overigens nog altijd veel bezwaren voor waren, ook hielden we ons bezig met het rumoer vanuit de zesde en zevende dimensie. Katherine had over die dimensies geregeerd en nu bleven ze achter zonder leider, maar vol met haar supporters. 

'Je mag mee,' opperde hij terwijl hij zich uit mijn greep losmaakte, om zich vervolgens aan te kleden. 

Ik snoof lachend en sloeg hem gade. We waren onofficieel uitgeroepen tot de heersers van de achtste dimensie, aangezien we onze levens hadden willen geven voor het redden ervan. Eigenlijk werd het ook van mij verwacht dat ik bij iedere bespreking zou zijn, zoals Jurian dat deed, maar ik trok het niet. Na een maand had ik die taak opgegeven en nu keek niemand er meer van op. Het was vanzelfsprekend dat ik de belangrijkste vergaderingen wel bijwoonde.

'Nee, ik ben er al bij die van vanmiddag,' antwoordde ik terwijl ik de warme dekens wat strakker over mij heen trok. 

Ik nam de tijd om naar hem te kijken. Het was een leugen als ik zou zeggen dat ik mij niet iedere dag gelukkig prees met deze jongen. Hij was vreselijk onuitstaanbaar en vervelend op sommige momenten, maar ik kon niets anders over mijzelf zeggen. Hoewel ik zijn pesterijen iets minder waardeerde, zou ik niet zonder hem kunnen. Het was overbodig geworden om te zeggen dat ik van hem hield. We zouden ons leven geven voor elkaar. 

'Oh ja, die vergadering,' zuchtte hij, waarna hij zijn handen door zijn haren haalde. Echt een poging om het enigszins in model te brengen deed hij niet. 

'Fantastisch,' gromde Jurian, waarbij het sarcasme van zijn stem droop. 

Met enige tegenzin stapte ik uit bed. Ik liet de spijt die ik voelde toen mijn voeten de koude vloer raakte voor wat het was, en liep naar hem toe. Ik bleef achter hem staan en sloeg mijn armen om zijn middel. 'Je raakt nog eens overspannen.' 

Hij begon te lachen. 'Doe normaal.' 

'Als we alles achter de rug hebben, knijpen we er tussenuit, oké?' fluisterde ik.

Met zijn vertrouwde kalmte draaide hij zich in mijn armen naar mij toe. 'Hebben we dit ooit allemaal achter de rug, Feline?' 

Daar had hij een goed punt. De discussies waren langdradig, de vooruitblik op de nabije toekomst duister. Er stond nog genoeg te gebeuren voordat we wat rust hadden. Gelukkig niet alleen maar vervelende dingen. Samen met Ashlynn coördineerde ik de bijeenkomsten voor engelen en demonen om ze bij elkaar te brengen. We hadden ervoor gekozen om iedereen die voor de wederhelftband open stonden zich in te laten schrijven, zodat we bijeenkomsten konden regelen. Morgen zouden we weer een grote groep engelen en demonen bij elkaar brengen, maar daar ging flink wat papierwerk en overleg aan vooraf. Ook moesten we een groep soldaten regelen, want de bijeenkomsten waren lang niet zo vredig als we hadden gehoopt. 

Jurian kuste mijn voorhoofd. 'Het komt wel goed. Vanavond eten we in de stad, oké?' 

Mijn handen gleden over zijn heupen. 'Oké.' 

Hij maakte zich los uit mijn greep en trok zijn schoenen aan. 'Tot straks!' 

'Dit is niet grappig, Calum,' snauwde een woeste Ashlynn. 

Ik keek hem na terwijl hij de kamer uitliep en sloeg mijn armen om mij heen. Het was moeilijk om dingen voor hem te verzwijgen en ik was er verre van trots op. Ik nam het schuldgevoel voor lief, want Jurian had al genoeg aan zijn hoofd. Als ik hem nog bezorgder zou maken, zou dat niemand helpen. 

De gedachte ebde weer weg. Ik leefde al drie maanden met de zorgen, nog wat langer was absoluut geen probleem. Bovendien moest ik snel ontbijten, want Ashlynn zou ongetwijfeld al op mij aan het wachten zijn. Overleg met haar in de ochtend, een drukke vergadering in de middag en de stad in met Jurian in de avond. Mijn wederhelft was niet de enige die een drukke agenda had. 


Met mijn ontbijt liep ik naar de tuin. De zonnestralen waren door het wolkendek gebroken en ondanks de milde nazomerwind, was het ontzettend lekker weer buiten. De zomer was even afzien geweest, met temperaturen die boven aangenaam waren geweest, maar nu durfde ik mij weer goed buiten te wagen. Als ik alleen ontbeet, deed ik dat vrijwel altijd in de tuin in de zon. 

Nu liet het briesje mijn losse haar voorzichtig opspelen. Soms dacht ik er nog eens over na. Over de felle strijd die ik had moeten leveren, zo kort na mijn aardse dood. Van mijn eerste leven kon ik niets meer herinneren en ik was er al snel achter gekomen dat het niet relevant was om er aan terug te denken. Hoewel het niet kunnen herinneren van mijn geboortefamilie mij nog altijd pijn deed, had ik er vrede mee. Ik had een nieuwe, geweldige familie opgebouwd. Engelen, demonen en zij die er tussenin zweefden. Het was allemaal niet rooskleurig begonnen, maar het had zo moeten zijn. Zonder hen zou ik hier niet meer hebben gestaan. 

Een wolk trok langs de zon en ik keek op naar de zo even nog smetteloze lucht. Buiten wat kleine wolkjes, was er geen vuiltje aan de lucht. Het beloofde een mooie dag te worden.

Dit was ronduit een drama. 

The Risen Ones [NL] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu