Hoofdstuk 49: Lokroep

468 43 2
                                    

Katana

Dat verachtelijke kreng. De laaghartige feeks. De...

Mijn vuist raakte de stenen muur van de veel te kleine cel. Veel te klein om te delen met zoveel mensen. Ashlynn, die sereen tegen de muur zat, nog steeds in haar bewusteloze toestand. Calum, die naast haar zat en slechts voor zich uit staarde. Elin, die voor de vierde keer haar haren opnieuw aan het invlechten was. En Jurian.

Grote goden. Jurian. Zijn polsen werden ontsierd door twee van die krachten onderdrukkende armbanden. Zelfs die banden leken hem niet volledig onder controle te kunnen houden. Hij zat onbeweeglijk stil. De schaduwen dropen van zijn lichaam. Zijn ogen waren bijna zwart van haat. Hij was bezweet wakker geschoten, iets na mij. We hadden elkaar enkel aangekeken, geen woord gesproken.

Feline was in de schaduwdimensie. Katherine was hier. Hoe had het ooit zo fout kunnen lopen?

Mijn hand bloedde. De koperachtige geur drong mijn neus binnen. Het was dodelijk stil in het cellencomplex van de eerste dimensie. Ver onder het paleis. Nadat Katherine Feline door het portaal had gesmeten, had ze alleen maar gelachen. Haar ogen hadden gestraald. Zonder nog een woord te zeggen had ze ons bewustzijn afgenomen. 

'Ga zitten, Katana,' bromde Jurian. Zelfs zijn stem was een toonbeeld van ingehouden woede.

Ik haalde diep adem en zakte naast hem neer. 'Wat nu?' 

Naast Calum ontwaakte Ashlynn met een lage kreun. Elin keek scherp naar Jurian. 

'Nu hopen we dat Katherine steekjes laat vallen en ons de kans geeft om haar voorgoed uit de weg te ruimen voordat ze de poort helemaal open trekt,' antwoordde hij koel. Een bom die op het punt stond te ontploffen. 

'Wat is er aan de andere kant van de poort?' vroeg ik. Het dieprode bloed op de knokkels van mijn hand hield mij alert.

Jurian haalde diep adem, maar het was Elin die zei: 'Monsters. Schaduw. Duisternis. Kwaad.' In haar ogen werd het nachtvuur weerkaatst dat in haar aderen stroomde. 

Jurian knikte. 'Een broedplaats van helse wezens.'

'En de poort? Waar is die?' vroeg Calum. 

De prins haalde zijn schouders op. 'Ik weet het niet. Mijn ouders zullen het weten. Misschien Roan ook.' 

Opnieuw viel er een stilte. Met de armbanden om onze polsen konden we sowieso weinig uitrichten tegen Katherine, laat staan een poort dichten. En voordat we die poort überhaupt konden dichten, moest Feline weer terug zijn in de eerste dimensie. Was dat mogelijk?  

Julian reikte in zijn zak en viste de edelsteen uit zijn zak. Het malumkristal. Katherine was er op uit geweest. Hij liet het tussen zijn vingers rollen. 

Elins ogen werden donker. 'Doe daar maar voorzichtig mee.' 

Jurians blik gleed naar de piraat. 'Dit is hetzelfde als wat Katherine had, toch?' 

Elin knikte.

'Dus ik zou hiermee ook een portaal kunnen maken, als ik zou willen?' ging hij langzaam verder.

Ik schudde snuivend mijn hoofd. 'En als je zou weten wat je ermee moet doen. Wat je niet weet.' 

De schaduwen die als een kolkende rivier door de cel stroomden beangstigden mij niet.  Ze vermengden zich samen met de mijne die heel voorzichtig door de krachtenbarrière wisten te breken. Zijn blik was even moordend als de stilte die om ons heen dwaalde. Even dacht ik dat er zich een reeks vervloekingen op zijn tong vormden, maar toen glimlachte de prins. 

'Dan moeten we daar achter zien te komen, is het niet?' 


Feline

The Risen Ones [NL] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu