Hoofdstuk 53: Een plan

480 41 6
                                    

Katana

Er werd weinig gesproken in de cel. Iedereen leek kapot te zijn, alsof Katherine niet alleen Feline weg had genomen, maar ook onze energie. In het geval van Jurian was dat ook zo. Het enige wat hij deed was dat verdomde kristal tussen zijn vingers draaien en peinzend naar de celdeur kijken. Er ontstond waarschijnlijk een krankzinnig plan in de duistere diepte van zijn gedachten, aangezien zijn duistere ogen leken te fonkelen.

Ik liet mijn hoofd op Calums schouder rusten. Na tien rondjes te hebben gelopen in het kleine hokje om mijn verveelde duisternis iets van ontlading te bieden, was ik er klaar mee geweest. Calum had zijn hand op mijn knie gelegd en hij streek lome rondjes met zijn duim. 

Het leek nog niet zo lang geleden dat we de vieze straten van de havenstad in de zevende dimensie hadden beroerd. Samen. De vislucht die om ons heen hing, de zwakke, zilte lucht die altijd door je haren woelde. De vrijheid. Zodra we hieruit waren, moesten we er nodig weer op uit. Ik vermoedde dat iedereen in deze vervloekte kleine cel wel toe was aan een vakantie.

Mijn ogen dwaalden naar Jurian, die ging verzitten. Hij had de scherf weer in zijn zak gestoken en fronste, alsof hij de laatste stukjes van zijn plan op diens plek legde. Ik kende die blik inmiddels wel. Mijn oudste vriend had altijd die vreemde frons en doffe ogen als hij uiteindelijk helemaal terugkeerde in zichzelf op het plan te visualiseren. Zo ook nu. En toen die ogen weer helder werden, keek hij mij aan. 

'Wat ben je van plan?' vroeg ik, waarna ik mijn hoofd optilde. Ik legde mijn hand op die van Calum en verstrengelde mijn vingers met de zijne. Hij kneep er zachtjes in.

'Ik heb een krankzinnig plan,' zei hij, waarop Ashlynn geamuseerd snoof. 'En ik heb jouw hulp daarbij nodig, Katana.' 

Ik fronste. 'Zolang je niet vergeet dat we in een klein schijthokje zitten, ben ik benieuwd.'

Hij glimlachte kort. 'Ik wil een beroep doen op je schaduwen.' 

'Op mijn schaduwen?' vroeg ik voorzichtig. Ik kneep mijn ogen een beetje samen. 'Waarom zouden die beter zijn dan die van jou?'

Jurians schaduwen waren sterker. Nu aan het licht was gekomen dat hij een prins van de eerste dimensie was, verklaarde dat een hoop. Hij was altijd al sterker geweest dan iedere andere demon die ik had gekend. Toen ik hem ontmoette, was ik daar al van overtuigd geweest. Tijdens de vele uren die we samen hadden doorgebracht om te trainen, om te experimenteren met onze duisternis, had hij dat alleen maar weten te bevestigen.

'Er is één ding waar jij nog altijd beter in bent dan ik,' opperde hij voorzichtig.

Nieuwsgierige ogen volgden het gesprek. Keken nu naar mij. Langzaam begon het te dagen. Mijn speciale kracht. Een van de enige dingen waar ik Jurian in had onderwezen. Een kracht waar ik altijd onzeker over was geweest. Ik gebruikte het vrijwel nooit, zeker niet sinds ik eervol was gaan strijden. 

Jurian zag mijn twijfel. 'Ik heb ons dimensieamulet nodig, maar ze laten ons nooit uit deze cel gaan. We hebben iemand nodig die het voor ons op gaat halen. Een wachter bijvoorbeeld, die toevallig langskomt.' 

Wachters die niet naar Jurian zouden luisteren, ook al was hij de prins. Katherine had een klein, vakkundig leger met zich meegenomen. 

'Ik zie niet zo goed hoe Katana dat kan regelen?' vroeg Elin aftastend. De nieuwsgierigheid spatte er vanaf.

'Manipulatie,' antwoordde ik. 'Mijn speciale kracht is manipulatie, maar ik heb het al heel lang niet meer misbruikt.' Ik kneep in Calums vingers, maar keek naar de muur tegenover ons. 'Mijn schaduwen zijn vrijwel levend. Het is niet gewoon simpele duisternis. Ik kan ermee in de gedachten van anderen kruipen als ik daar mijn best voor doe. Maar ik heb het al lang niet meer op die manier gebruikt.' 

The Risen Ones [NL] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu