Hoofdstuk 13: Kwelling

667 56 5
                                    

Feline

Alles leek op dat moment in slow motion te gaan. Ik wilde luidkeels protesteren, wilde mijn krachten dusdanig aanspreken zodat ik alles met de grond gelijk kon branden. En als mijn vuur niet wilde, zou mijn duisternis dat gat zonder moeite willen opvullen. 

Al die gedachtes werden de kop ingedrukt toen ik binnen een seconde een koud, snijdend mesblad in mijn keel voelde drukken. Het metaal drukte tegen de tere huid en mijn warme bloed droop in een klein stroompje langs mijn hals, waar het verdween onder mijn shirt. 

'Eén stap en ze is er geweest, Jurian,' merkte Scarlett dodelijk kalm op. Ze hield een klein flesje met doorzichtige vloeistof omhoog. 'We zouden niet willen dat dit op de grond valt, toch?'

'Katherine was absoluut niet de enige die met gif werkte,' voegde Clay daar aan toe. 'Onze wapens zijn er in doordenkt.' 

Ik voelde mijzelf lichtelijk bleek wegtrekken, waarbij ik mij al snel realiseerde dat dit geen gif was dat slechts mijn vuur zou onderdrukken. Het was mij niet bekend of het door het mes of het genoemde gif kwam dat ik mijn licht en duisternis niet aan kon spreken. 

Niemand leek echter in de buurt van de demonenprins te durven komen. Zijn schaduwen dropen van zijn lichaam en stroomden als kleine adders door de ruimte. Maar het was niet meer dan dat en dat realiseerde Jurian zich ook. Aan de andere kant van onze band voelde ik een zekere vorm van frustratie. Ook Ashlynn had een frons op haar gezicht. Al onze krachten, mogelijk ook die van onze vijand, waren gedempt. Daarom waren hun bewakers tot op de tand toe gewapend. 

Laat me niet achter, schreeuwde ik zijn hoofd. Niet hier. Niet bij deze mensen.

Jurians handen balden zich tot vuisten en toen stierven zijn schaduwen langzaam maar zeker weg. Dat riep vele reacties op. Ashlynn durfde een enkele seconde verbazing te laten zien; Scarletts grijns werd alleen maar breder; Clay grinnikte genoegzaam en Evan was nog steeds bezig met het inschatten van de demonenprins, maar kwam ook langzaam tot de conclusie dat de strijd gewonnen was. 

Jurians schouders zakten naar beneden en terwijl mijn benen begonnen te trillen, greep ik naar de arm van degene die zijn mes tegen mijn keel gedrukt hield. 

'Je gaat nergens heen, mop.' De grijns die ongetwijfeld op Zachary's gezicht moest staan, voortvloeide in zijn stem. 

Jurian! snauwde ik, terwijl ik met mijn geest tegen de zijne sloeg. 

Ik kom terug, was zijn korte, botte reactie.

De paniek klemde zich als een koude vuist om mijn hart. Néé! 

Langzaam maar zeker probeerden de wachters Ashlynn en Jurian toch in te sluiten. Er was geen spoortje emotie op hun gezichten te zien. Ashlynn was niet bang voor wat er zou gebeuren. En Jurian... Hij had een plan. 

Het is de veiligste oplossing, zei hij.  Voor ons allemaal. Ik laat je nooit alleen. Jij bent mijn licht en ik zal altijd naar je zoeken. 

Alsjeblieft, was de enige smeekbede die ik nog over mijn geestelijke lippen kon krijgen. Een dikke traan rolde over mijn wang en ik voelde hoe het gif zich met dodelijke precisie door mijn aderen begon te werken. 

Opeens boorde hij zijn ogen in de mijne. Ik ben altijd hier, een koelte verspreidde zich in mijn hoofd,  en hier, een volgende streek langs mijn hart. Ik laat je nooit alleen. Ik kom terug. 

Ik wilde schreeuwen en vloeken. Wilde hem laten zien waarom ik hier niet wilde blijven. Als hij kon zien wat Evan mij aan had gedaan, zou hij wellicht iedereen in duisternis wanen en Evans veren stuk voor stuk uittrekken. In plaats daarvan greep hij Ashlynns pols vast en voordat iemand goed en wel doorhad wat er gebeurde, gleed er een moordende duisternis over hen heen. Tegen de tijd dat deze chaos veroorzakende duisternis was verdwenen, waren ze weg. 

Ontsnapt. Hij had mij niet verteld wat hij van plan was. Ik wist dat ik hem moest geloven, hem moest vertrouwen. Hij deed dit voor ons allemaal en ik mocht niet egoïstisch zijn. We hadden gesproken over offers en ditmaal was ik het offer. En zodra ik de kans kreeg zou ik mezelf losbreken.

'Geef haar het tegengif,' drong Evan half grommend aan.

Scarlett en Clay keken nog steeds smalend naar de plek waar Jurian en Ashlynn zojuist waren ontkomen. Toen Scarletts blik naar mij gleed, rechtte ik mijn rug en toverde ik met de nodige moeite nog een kleine grijns op mijn gezicht. 

'Vind ze,' blafte Clay naar de overige wachters. Hij was duidelijk de eerste die uit de trans ontwaakte. 'Vind ze en breng ze hierheen.' Er gleden kleine schaduwen langs zijn armen en zijn ogen leken diepzwart te zijn gekleurd. Schaduwen verdrongen de rode oogkleur die demonen bij zich droegen en ik vroeg mij opnieuw af wat zijn onderliggende kracht was. 

Evan beende naar Scarlett en leek totaal niet onder de indruk te zijn van de feeks die het tegengif zo losjes tussen haar vingers liet bungelen. Toen hij bij haar aankwam, wendde ze haar onderzoekende blik eindelijk van mij af en keek ze naar haar vertrouweling. Maar ze gaf hem het tegengif niet. Nee, ze klemde haar hand stevig om het flesje en snoof naar hem. 

Mijn hart leek een slag over te slaan terwijl de twee elkaar aanstaarden en Scarlett keek uiteindelijk weer naar mij. 'Nog niet. Ze mag eerst lijden voor de actie van haar vrienden.' 

Het leek alsof Zachary zijn mes nog dieper in mijn hals zette. Mijn hoofd begon licht te worden en ik voelde iedere vezel in mij tegen het gif werken. Er was een tijd geweest dat Katherine een bom had geplaatst. Deze bom had ook gif bevat en had velen uitgeroeid. Zo ook mij bijna. Jurian had mij gered met zijn bloed. De pijn en verzwakking stond mij nog helder voor de geest en alleen daarom verdween de grijns die ik eerder nog moeizaam op mijn gezicht had getoverd als sneeuw voor de zon. Alleen daarom begon ik hevig tegen Zachary's greep te vechten, met het restje energie wat ik nog had.

'We hadden een afspraak, Scarlett,' grauwde Evan, die eerst zijn blik op mij liet rusten om vervolgens weer naar de asblonde engel te kijken. Grensengel, durfde ik rustig te concluderen. 

Scarlett snoof minachtend, terwijl ze ieder detail van mijn gevecht in zich opnam. 'Je wilde haar, hier is ze. Ik maak haar echt niet van kant hoor. Nog niet.' 

Licht en duisternis kolkten in een wilde tornado in mijn lichaam. Mijn diepste vluchtinstinct, een die niet gebaseerd was op lichamelijke kracht, was geactiveerd en liet mijn innerlijke kracht op hol slaan. Het kleine restje vuur dat nog in mij huisde verwarmde mijn huid, maar niet genoeg om Zachary af te weren. Het zou niet lang meer duren. 

Evan opende zijn mond, maar slikte wat hij wilde zeggen in. Hij knikte kort naar Scarlett en zette een stap achteruit. Er stond geen greintje emotie op zijn gezicht terwijl hij naar mij staarde. Naar mijn gevecht tegen een kwetsbare duisternis die mij inmiddels al te bekend was geworden. Wat ging er door zijn hoofd terwijl hij mij zag? Ongetwijfeld iets van begeerte, als ik zijn houding moest inschatten. 

Mijn gezichtsveld werd waziger, maar ik zag dat waar de soldaten de ruimte verlieten, een andere bekende de ruimte in liep. 

'Als daar ons vogeltje niet is,' kirde Clay. 

Ze zag er anders uit dan de laatste keer dat ik haar gezien had. Haar lichtbruine haar zat in een strakke knot op haar hoofd gebonden. Haar zwarte vleugels waren nog opengeslagen en ze had een versnelde ademhaling. De littekens tekenden haar lichaam nog altijd, maar van de breuk die haar vleugel had moeten lijden, was niets meer te zien. Daar had de arts in het landhuis wel voor gezorgd. 

'Zelfs vogeltjes zijn niet opgewassen tegen het zware weer langs de grens,' grinnikte Kiara, die naar Clay toe liep. Ze omhelsde hem lachend. 'Maar het is een werkelijke eer om weer terug te zijn, neefje.' 

De puzzelstukjes vielen nog net op tijd op diens plek. Kiara, de demon die we hadden gered uit Katherine's greep, was de spionne geweest. Ze wierp me nog net een blik toe die een mengeling was van amuse, minachting en misschien zelfs een spoortje medelijden, voordat de door het gif ontstaande kwellende duisternis de overhand nam.

The Risen Ones [NL] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu