Hoofdstuk 1

16.3K 207 21
                                    


Diana's point of view

Ik fiets naar school. Ondanks de zalig warme ochtendlucht die mijn neus binnendringt en de vele vogels die vrolijk verschillende melodieën fluiten, heb ik totaal geen zin om terug naar school te gaan. De zomervakantie was echt wat ik nodig had na de verschrikkelijk lange examenperiode. En omdat ik relatief goede punten had mocht Annabelle dit jaar voor de eerste keer mee op reis. Ik kon wel in de lucht springen van opwinding! We hebben steden bezocht, leuke nieuwe mensen ontmoet en ik weet bijna zeker dat we met elke jongen in Spanje hebben gepraat. Ik lach hardop bij die gedachte, met gevolg dat het meisje die voor me fiets met een rare blik achter haar kijkt. Oeps! In mijn gedachten geef ik mezelf een klap in mijn gezicht.

Na een klein halfuurtje fietsen, rijd ik
de school binnen en probeer de kinderen die in de weg lopen te ontwijken. Ik vloek binnensmonds als er een groentje voor mijn wiel springt. Groentje is de bijnaam voor iemand uit het eerste jaar hier op school. Alle hogere jaren vindt ze verschrikkelijk, inclusief ik. Ik rijd nog een paar meter verder en zoek een plaatsje voor mijn fiets. En die opdracht is zo goed als onmogelijk in deze overvolle fietsenstalling. Ik sta op het punt mijn fiets te sluiten wanneer ik iemand mijn naam hoor schreeuwen.

"DIANA, DIANA!!!"

Ik herken de stem. Het is Lucas, mijn 13-jarige broer, die om hulp roept.

Het duurt een tijdje voor ik hem vind in de grote massa kinderen.

Ik zie hem spartelend liggen op de grond met rond hem een groepje jongens en één meisje. Één van de jongens geeft hem een trap in zijn zij. Ik hoor Lucas kreunen. Rennend loop ik naar het groepje en ik geef de jongen die Lucas trapte een stomp in zijn buik. Ik krijg een keiharde vuist in mijn gezicht terug. De andere jongens joelen en kijken meesmuilend naar het tafereel. Net op het moment dat ik een stomp terug wil geven, grijpt een grotere jongen mijn arm vast. Of man, ik weet het niet. Ik zie allemaal sterretjes voor mijn ogen en strompel ongecontroleerd opzij. De man houdt me stevig bij mijn schouders vast zodat ik niet omver val. Ik hoor hem roepen naar de jongens dat ze mij en mijn broer met rust moeten laten en daarna lopen ze mompelend en hard lachend weg. Opeens wordt het helemaal zwart voor mijn ogen, en het laatste wat ik zie is de bruinharige man die me met een bezorgd gezicht aankijkt...

"Gaat het een beetje?" De verpleegster kijkt me bezorgd aan.

"Best" mompel ik.

Ik kijk opzij en zie dat Annabelle naast me zit.

"Wat is er gebeurt?" Ze kijkt me met hetzelfde bezorgde gezicht als de verpleegster naar me.

Over deze vraag moest ik even nadenken. Na een tijdje weet ik het weer: "Ik werd geslaan in mijn gezicht door één of andere jongen."

"Huh? Waarom?" Vraagt Annabelle.

"Dat vertel ik je straks wel. Hoe laat is het?"

"Half negen", antwoordt de verpleegster, "Denk je dat je de les mee kan volgen?"

"Ik denk het wel"

Ik voel aan mijn kaak. Ik duw erop en dan kreun ik. Het doet verschrikkelijk veel pijn. Ik loop naar de spiegel die aan de saaie grijze muur bevestigd is. Met tegenzin kijk ik mezelf aan en zie dat mijn kaak blauw en dik staat en dat mijn haar slordig ligt.

"Super", mompel ik geërgerd.

"Het valt wel mee hoor", zegt Annabelle.

Ik haal mijn schouders op. "Gaan we naar de les?"

"Ja, is goed", bevestigd Annabelle. Ik bedank de verpleegster en loop daarna samen met Annabelle naar onze klas die gelukkig op de eerste verdieping is.

Say you love meWhere stories live. Discover now