Hoofdstuk 7

5.1K 170 38
                                    

-de volgende ochtend-

Meneer Stevens' point of view.

De leerlingen van klas 6B zijn oefeningen aan het maken voor wiskunde. Ik ben zo ongelooflijk blij dat Diana vooraan zit. Ik probeer vanuit mijn ooghoeken naar haar te gluren. Wauw, wat is ze mooi. Zou ze een vriendje hebben? Wat zeg ik nu, alsof ik een kans heb bij haar. Ik ben maar haar vervelende leerkracht. Een LEERKRACHT. Waarom moest Diana per se op deze school zitten? Op de één of andere manier voel ik me aangetrokken tot haar. En ik weet dat het niet mag, dat het niet kan. Bij die gedachte word ik zo ongelukkig. Ookal vindt ze me leuk, ik zal nog een jaar moeten wachten tot ik verkering kan vragen aan haar. En zo geduldig ben ik niet. Ik zie het al voor me: een andere jongen die haar gelukkiger maakt dan ik ooit zal kunnen. En als ik realistisch denk, zal het ook zo zijn.

Diana's point of view.

Ik kijk op en ik zie dat meneer Stevens snel wegkijkt. Staart hij naar me? Het zal wel per ongeluk zijn. Ik zie dat hij in gedachten verzonken is. Hij haalt zijn hand door zijn donkerbruine haar en kijkt ondertussen naar het plafond van de klas. Volgens mij is hij aan het nadenken over iets of zo. Ik kijk terug naar mijn schrift en maak de oefeningen. Het gaat makkelijker dan gewoonlijk. Het was dus een goed idee om gisteren mijn schrift mee te nemen naar huis om het eens te bekijken. O ja, vanmiddag heb ik bijles, ik was het bijna vergeten.

Opeens klopt er iemand op de deur. Het is één van de opvoeders. Meneer Stevens groet hem en dan richt de opvoeder zijn blik op mij. Hij ziet er spierwit uit en praat veel te stil.

"Diana, kan je even meekomen naar het kantoor van de directeur alsjeblieft?", vraagt hij met een brok in zijn keel.

"Ja, meneer", antwoord ik. Ik vraag me af wat er zo dringend kan zijn. Zou ik iets verkeerd gedaan hebben?

Ik loop de deur uit en vang nog net de fronsende blik van meneer Stevens op. De opvoeder zegt niets. Ik loop achter hem aan, naar het kantoor van de directeur. Het enige wat ik hoor zijn onze voetstappen en de onregelmatige ademhaling van de opvoeder. Ik begrijp er helemaal niets van. We komen aan bij het kantoortje. 'K. Vandenbroucke' staat er op de deur. De opvoeder doet de deur open zodat ik naar binnen. "Sterkte", fluistert hij in mijn oor. Hij raakt even mijn schouder aan. Ik slik moeizaam. Ik slenter het kantoor binnen.

"Ga even zitten Diana", zegt de directeur.

Ik voel mijn hart bonken in mijn hoofd.

"Diana, het is vreselijk moeilijk om het te zeggen. Ik zou het liever niet zeggen. Ik wou dat het niet gebeurt was, maar we kunnen de tijd niet terugdraaien. We kunnen voor hulp zorgen voor je als je dat wenst en-"

"Zeg nu gewoon wat er is gebeurd!" Ik schreeuw het uit.

Hij zag mijn woedeaanval niet aankomen. "Diana, we moeten het spijtige nieuws brengen dat... Dat je broer een einde aan zijn leven heeft gemaakt." De directeur durft me niet aankijken. Ik kan geen woord meer uitbrengen, alsof mijn keel wordt dichtgesnoerd. Ik staar wezenloos voor me uit. Het nieuws dringt niet tot door.

"Zelfmoord...", fluister ik, "Hoe dan?" Ik zou willen huilen, maar er komen geen tranen.

"Hij sprong onder een trein", zegt de directeur met een brok in zijn keel. Ik heb het gevoel dat ik niet meer kan ademen. Mijn hand grijpt naar een stoel om niet flauw te vallen. Alles draait om me heen. Ik wil schreeuwen, maar dan gaat de deur van het kantoor open. Mama komt snikkend binnen. Haar gezicht is helemaal nat van de tranen. Als ze mij ziet zitten, begint ze weer te huilen. Ze omhelst me, veel te hard, zonder een woord te zeggen. Dan begin ik ook te huilen. Ik ben helemaal in de war. Is dit een droom? Een verschrikkelijke, belachelijke droom? Een luide snik verlaat mijn mond. Dit kan niet echt zijn. Dit mag niet echt zijn! Tranen stromen over mijn wangen. Het kan me niets schelen dat de directeur dit ziet. Mijn broer is dood. Nu besef ik pas dat hij nooit meer terugkomt.

----

Heeeeyy oke, ik vond dit wel een moeilijk hoofdstuk om te schrijven. Hopelijk is het goed! Xxx Ellen

Say you love meWhere stories live. Discover now