Hoofdstuk 20

4.9K 145 11
                                    

Diana's point of view

Het is zaterdagochtend. Ik loop mijn kamer uit op weg naar de badkamer om me klaar te maken, maar dan stop ik abrupt voor de slaapkamerdeur van Lucas. Ik leg mijn hand op de deur en ik twijfel om naar binnen te gaan. Zachtjes duw ik de deur open en de vertrouwde geur van Lucas dringt mijn neus binnen. Na de dood van mijn broer is hier nog niemand binnen geweest. Ik weet niet waarom, maar deze plaats voelt als verboden terrein. Ik kijk kritisch de kamer rond, alles ligt nog op dezelfde plaats als vroeger. Ik wrijf met mijn hand over zijn bed en ga er daarna heel voorzichtig op gaan zitten, bang dat ik het op één of andere manier beschadig. Het klinkt misschien gek, maar ik voel de aanwezigheid van Lucas. In de muren, in de lucht, overal. Ik probeer niets aan te raken, want ik ben bang dat ik iets kapot maak. Het voelt gek om te weten dat Lucas hier sliep en leerde, lachte en muziek luisterde, diep nadacht en huilde, terwijl hij nu weg is. Voor altijd. Er zijn nog duizenden vragen waar ik nooit een antwoord op zal krijgen. Wat dacht hij voordat hij onder die verdomde trein sprong? Waarom zei hij niets tegen mij? Ben ik dan zo'n slechte zus? Heel voorzichtig sta ik terug op, ik kan er gewoon niet meer tegen. Ik wil niet op een plaats zijn waarin Lucas vroeger leefde, dat doet gewoon te veel pijn.

"Straks kom ik naar je toe", fluister ik en ik loop zijn kamer weer uit.

Ik maak me klaar en fiets daarna naar het kerkhof. Kerkhof, ik vind het zo'n vreselijk kil woord, ik weet niet waarom. Ik loop naar het graf van mijn broer. Er staan al vele kleurrijke bloemen rond van familie en vrienden, zelfs van onbekenden. Ik leg mijn rode roos dat ik daarnet heb gekocht op het graf en glimlach flauwtjes.

"Ik hoop dat je het daar goed hebt", fluister ik, bang dat iemand het zal horen.

"Hier gaat het niet al te goed. Je weet wel, die leerkracht die ons redde van Isa en haar bende? Ik ben er verliefd op en hij ook op mij. Hoe stom klinkt dat? En mensen zijn het te weten gekomen en nu zitten we in de problemen." Het voelt gek om met iemand te praten die er eigenlijk niet meer is, maar ik geloof dat hij er wel nog is, ergens.

"En Pieter, onze buurjongen, is ook verliefd op me", vertel ik verder. Ik doe alsof Lucas voor me staat en ik tegen hem babbel. Ik sluit mijn ogen, zo kan ik het me beter voorstellen.

"En ik vind het vreselijk dat je weg bent. Ik mis je echt Lucas..." Tranen springen in mijn ogen. "Ik hou van je"

Ik slenter naar mijn fiets en ga terug naar huis. Ik beslis om nog even bij Pieter langs te gaan, om te vragen of hij mee wilt met mij naar de fuif waarover Annabelle vertelde.

Ik bel aan en wacht tot iemand open doet. Het is Eva, de mama van Pieter.

"Hey Diana, kom binnen!" Zegt ze enthousiast. Eva is ongelooflijk lief en ik ken haar al ongeveer tien jaar.

"Is Pieter thuis?" Vraag ik

"Ja, Pieter is boven, in zijn kamer. Hij zal blij zijn dat je er bent." Ik loop naar boven en klop op zijn slaapkamerdeur.

"Kom binnen!" Hoor ik hem roepen. Ik doe de deur open en ik zie hem op zijn bed liggen met oortjes in zijn oren.

Hij gaat rechtop in zijn bed liggen: "Hey Diana!"

"Hey!"

"Kom", zegt hij terwijl hij naast hem op het bed klopt. Ik loop naar zijn bed toe en ga op het plaatsje naast hem zitten. Hij buigt naar me toe en geeft me een zoen op mijn wang. Ik begin te lachen: "Waarom doe je dat toch altijd?"

"Wat?"

"Een kus op mijn wang geven"

"Ik wil hem gerust op je lippen geven hoor", lacht hij.

"Nee dankje", antwoord ik terwijl ik hem een por geef.

"Jammer", zegt hij terwijl hij me terug port.

"Ik heb een vraagje: wil je vanavond mee met mij naar een fuif?" Vraag ik.

"Meen je dat? Met jou? Naar een fuif?" Zegt hij ongelovig. Het klinkt alsof hij totaal niet mee wilt.

"Oké dan niet. Ik dacht dat het wel leuk was als je meeging, maar ja..."

"Nee! Natuurlijk wil ik mee! Ik dacht gewoon dat je met je loverboy ging gaan", legt hij uit.

"Nee, dat gaat niet omdat ik niet met hem gezien mag worden. Zeker met wat er gisteren is gebeurd."

"Ik vind het echt vreselijk voor je..." Zegt hij en ik zie dat hij medelijden heeft.

"Dat is het ook", zucht ik, "maar vanavond wordt het leuk, dus laten we die stomme foto gewoon vergeten."

"Het wordt de beste nacht van ons leven", knipoogt hij naar me.

----

Heeeyyy! Wat vinden jullie van dit hoofdstuk?
Comments vind ik altijd leuk om te lezen! Vergeet ook niet te voten, daar maak je me echt blij mee!

Say you love meWhere stories live. Discover now