Hoofdstuk 2

6.1K 188 12
                                    

Diana's point of view
Ik klop op de deur en loop de biologieklas binnen.
"Sorry mevrouw", verontschuldig ik me als ik zie dat mevrouw Delaere me fronsend aankijkt. "Meneer Stevens wilde nog iets zeggen na de les."
"Het is goed. Ga maar zitten."
"En? Was het leuk?" Vraagt Isa spottend als ik voorbij haar bank loop. Ik negeer haar opmerking en ga naast Annabelle neerzitten.
"Wat zei hij allemaal?" Fluistert Annabelle terwijl mevrouw Delaere verder les geeft.
Aarzelend begin ik te vertellen: "Hij vroeg hoe het ging met mijn kaak en zo..."
"Dat is toch niet het enige wat hij zei? Je bleef langer weg dan dat", merkt ze op.
Zenuwachtig klik ik met mijn balpen.
Annabelle kijkt me met doordringende ogen aan: "Hallo? Diana?"
"En euh..." Begin ik moeizaam. "Hij vertelde me dat hij eigenlijk diegene was die me naar de verpleegster droeg."
"Wát?" Zegt ze verbaasd. Aan de vragende gezichten van de leerlingen te zien die plots allemaal hun kant opkeken had Annabelle het net iets te luid gezegd.
"Is er een probleem, Annabelle?" Vraagt mevrouw Delaere geïrriteerd door haar gebabbel.
"Sorry mevrouw."
Mevrouw knikt kort en gaat terug verder met de les.
"Dat is wel lief van hem", zegt Annabelle deze keer wat zachter. Ik knik alleen en staar naar het volgeschreven bord. Dat is inderdaad lief van hem, gaat door mijn hoofd heen.

Opgelucht door de bel stormen jongens en meisjes uitgelaten de biologieklas uit. Annabelle en ik volgen de troep naar buiten. In gedachten verzonken loop ik naar de thuisklas. Wat nu als niemand me tegenhield vanmorgen bij dat gevecht? Dan had ik vast en zeker nog een paar harde klappen moeten opvangen. Dan zou ik misschien eindigen als Lucas. Dan glipt het beeld van mijn broer, helemaal in elkaar gezakt naast de fietsenstalling, mijn hoofd binnen. Wat moet ik nu doen? Zou iemand hém naar de verpleegster hebben gebracht? Dat moest toch wel? Plots krijg ik een paniekaanval.

"Annabelle, ik moet meneer Stevens spreken!" Zeg ik paniekerig.
"Nu?" Vraagt ze in de war door mijn trillerige stem. "Waarom?"
"Daarom!" Roep ik in paniek. Rennend ga ik langs de lokalen terwijl ik in elk lokaal een vlugge blik werp.
"Wat doe je nu?" Vraagt Annabelle hijgend terwijl ze me probeert bij te benen.
"Ik moet toch weten wat er nu met Lucas is gebeurd?!" Roep ik terwijl ik naar de volgende verdieping loop, in de hoop dat ik meneer Stevens daar toevallig tegen het lijf loop.
Ik hoor de ergernis is haar stem: "Waarom zou hij dat nu moeten weten?"
"Hij heeft me geholpen, weet je nog?"
We lopen de gangen door terwijl we de leerlingen proberen te ontwijken.
"Sorry. Het spijt me. Oeps!" Roepen we iedere keer als we per ongeluk in onze haast iemand raken. Leerlingen kijken ons geërgerd na.
Weer kijk ik een lokaal binnen. Niets. Langzaam begin ik de hoop te verliezen: "Waar is hij nu?"
"Misschien is hij in de leraarskamer?" Merkt Annabelle op.
"Ja, misschien wel ja! Maar ik heb hem nodig, want-", begin ik, maar de rest van de zin wordt opgeslokt door mijn gesnik.
"Alles zal wel oké zijn met Lucas."
Ondanks Annabelle me probeert te troosten, voel ik toch een traan op mijn wang rollen.
"Waarom slaan ze hem? Hij doet echt nooit iets verkeerd!" Zeg ik gefrustreerd terwijl ik driftig met de muis van mijn hand de tranen op mijn wangen probeer weg te vegen.
"De jongens die Lucas slaan zijn gewoon zielig!" Stemt Annabelle in. Moeizaam probeer ik me weer te herinneren wie Lucas in elkaar sloegen. Ik weet nog dat Isa er stond, maar ze keek gewoon een beetje toe terwijl ze haar vriendje, Dave, en nog een paar jongens enthousiast aanmoedigde. De rest van mijn herinnering is maar vaag. Ik ben tenslotte een tijdje bewusteloos geweest.

Ik schrik als ik een warme hand op mijn schouder voel.
Er verschijnt een frons tussen meneer Stevens' wenkbrauwen als hij mijn beweende gezicht ziet: "Waarom huil je?"
Vlug probeer ik met mijn mouw de tranen weg te vegen: "Weet u wat er met Lucas is gebeurd?"
Zijn linkerwenkbrauw schiet de lucht in: "Lucas?"
"Ja, Lucas. Mijn broer. Hij zit in het tweede middelbaar", leg ik zo goed mogelijk uit in de hoop dat hij weet wie ik bedoel.
"Oh ja, die jongen", antwoordt hij. "Het gaat al beter met hem. Een opvoeder wilde hem naar de verpleegster brengen, want hij zag er niet zo goed uit, maar hij stribbelde heel erg tegen. Hij wilde niet dat wij zijn ouders zouden bellen."
"Oh", is het enige wat ik kan uitbrengen. Verdrietig staar ik naar de grond. Waarom slaan ze hem? Waarom slaan ze mijn kleine broertje?
Meneer Stevens richt zich naar Annabelle: "Kan ik Diana even apart spreken?"
"Euhm, ja tuurlijk. Ga u gang", zegt Annabelle. Ze glimlacht naar me en loopt de trap af naar de speelplaats.
"Kom", wenkt hij me. Samen lopen we naar de thuisklas. Hij opent de deur en duwt me zachtjes naar binnen met zijn hand op mijn onderrug.
"Gaat het een beetje?" Vraagt hij bezorgd terwijl hij tegenover me komt staan.
"Ja, ik bedoel euh... Ja, het is oké", stamel ik terwijl ik met een gebogen hoofd naar mijn schoenen kijk.
"Kijk me aan, Diana", beveelt hij. "Ik weet dat er iets is."
Ik licht mijn hoofd op en kijk hem aan: "Het is gewoon..."
"Zeg het Diana, ik ben hier om te luisteren."
Ik begin te snikken: "Het is gewoon... Het is verschrikkelijk om mijn broer geslagen te zien worden. Hij doet nooit iets verkeerd! Echt waar! Hij wil altijd mensen helpen en hij is vriendelijk en beleefd, maar toch krijgt hij nooit respect terug!" Uit frustratie begin ik te huilen.
"Shhht", sust hij me terwijl hij me naar zicht toe trekt. Hij legt zijn armen rond me en steunt met zijn kin op de kruin van mijn hoofd. Het voelt wel wat onwennig, maar het kan me niet schelen. Ik leg mijn hoofd op zijn borst en laat de tranen stromen.

Een tijdje blijven we zo staan, tot de bel gaat.
"Dankjewel", zeg ik met een schorre stem.
"Graag gedaan", zegt hij met een knikje.
"Tot morgen dan", voegt hij er nog aan toe. "En niet meer huilen hé. En maak je geen zorgen om je broer, ik hou die pesters wel in het oog." Hij loopt hij de deur uit, en ik blijf achter in de klas, terwijl er een klein glimlachje op mijn gezicht speelt.

Say you love meWhere stories live. Discover now