Die ene met de vervelende verwarming en het doorzichtige douchegordijn - dag 2

908 43 16
                                    

Als Wolfs de volgende ochtend de keuken van de Ponti in loopt, ziet hij dat Eva al wakker is. Ze heeft dezelfde hoeveelheid kleren aan als gisteren en zit in precies dezelfde houding op haar stoel voor de oven. Ze kijkt op als ze zijn voetstappen hoort en bromt een nog slaperig ''goeiemorgen''.

''Eef, dit gaat toch zo niet langer,'' zegt Wolfs als hij een stoel bijtrekt. Omdat hij vannacht in warme kleren heeft geslapen heeft hij het niet zo koud als gisterochtend, maar hij vermoedt dat het niet meer lang zal duren voordat het weer zover is. ''Je kunt niet al vanaf 's ochtends vroeg in de kou zitten totdat je naar bed gaat. Dat is doodvermoeiend en je hersencellen rotten er van weg.''

''Wat stel jij dan voor?'' vraagt Eva, die nog wat dieper wegzakt in de deken die ze over haar schouders heeft geslagen.

Wolfs knippert een paar keer met zijn ogen. Het is niets voor Eva om hem meteen gelijk te geven, dus ze moet diep van binnen weten dat het inderdaad niet langer zo door kan gaan.

''Want,'' gaat Eva verder, ''de verwarming kan niet gemaakt worden. Dus het zal met de dag alleen maar meer en meer gaan afkoelen in dit huis, totdat het bijna net zou koud binnen is als buiten.'' Bij dit idee moet ze plotselinge tranen wegslikken – ze had geen idee dat de koude zo'n effect op haar had.

Wolfs ziet het, maar houdt wijselijk zijn mond. Wel trekt hij de deken iets strakker om Eva heen en houdt zijn arm eromheen geslagen, zodat de warmte niet kan ontsnappen. ''Ik kijk er zo tegenaan,'' begint hij. ''We hebben twee verschillende problemen, de quarantaine en de verwarming. Het een staat uiteraard niet los van het ander, maar we moeten denk ik beide problemen met verschillende oplossingen aanpakken.''

''Heb jij hier de hele nacht over na liggen denken, ofzo?'' vraagt Eva, wat botter dan haar bedoeling was. ''Het komt er zo vlot uit.'' Ze kijkt Wolfs aan en lacht. ''En een beetje ingestudeerd.''

Wolfs haalt zijn schouders op. ''Ik wil gewoon niet dat jij ziek wordt van de kou of gek van de quarantaine, dus ja, ik heb er voordat ik in slaap viel wel een tijdje over na liggen denken, ja.''

Eva staat even met haar mond vol tanden. ''Ik weet niet wat ik zeggen moet, Wolfs. Dat is erg lief van je, dankjewel.''

''Ach, zo groot is het nu ook weer niet,'' zegt Wolfs luchtig. ''Ik kon eerst niet slapen van de kou en dan weet je dat mijn hoofd gaat malen.''

Je had ook weer naar mijn slaapkamer toe kunnen komen en bij me in bed kunnen kruipen, denkt Eva. In plaats van deze gedachte uit te spreken, zegt ze, ''we hebben maar één kruik en die had ik al in gebruik. Ik had het even met jou moeten overleggen, sorry.''

''Nou, ik ben blij dat je over die kruik begint,'' zegt Wolfs. ''Laten we wat betreft de kou in huis het volgende doen. We bestellen op internet drie kruiken erbij, dan hebben we er twee per persoon. Een bij ons lichaam en een bij de voeten. Ook stel ik voor om wat geld uit te geven aan elektrische heaters, minstens drie stuks, voor op beide slaapkamers en hier in de keuken, maar het liefst vier, want dan kunnen we er twee in de keuken neerzetten. Maar dat ligt er natuurlijk ook aan wat die dingen kosten, daar heb ik nog niet naar gekeken.''

Eva raakt enthousiast van zijn ideeën. ''Goed plan, Wolfs! Laten we dan ook meteen kijken naar thermokleding, wollen kleding en misschien zelfs een dik kleed voor hier op de keukenvloer.''

Wolfs glimlacht. ''Precies, dat wilde ik net ook zeggen. Maar –'' hij breekt zijn zin af.

''Wat?'' vraagt Eva.

Wolfs kijkt haar een beetje schaapachtig aan. ''Je weet hoe mijn hoofd werkt, toch, inmiddels?''

Eva grinnikt, ze kan het niet helpen. Als Wolfs eenmaal ideeën heeft, dan wordt het alleen maar groter en groter en groter. ''Ja...?'' zegt ze verwachtingsvol. ''Waar kwam je uiteindelijk op uit?''

Korte Verhalen - Flikken MaastrichtWhere stories live. Discover now