Die ene met het gesmolten ijsje en de ontdekte trouwring

2.2K 55 27
                                    

A/N: In mijn versie van de gebeurtenissen is Eva nooit in aanraking gekomen met heroïne.

Wolfs staat in gedachten verzonken bij het koffiezetapparaat van het politiebureau, kijkend naar Eva die druk bezig is op haar computer, en heeft niet door dat zijn zojuist ingeschonken kop alweer koud aan het worden is. Het is al na zessen 's avonds; het bureau is leeg op hen twee na; ook Mechels is al vertrokken. Wolfs laat zijn blik over Eva glijden. Ze kijkt geconcentreerd naar het scherm – ze werkt, in tegenstelling tot hemzelf, uiterst nauwkeurig – en ze heeft een frons tussen haar wenkbrauwen, wat Wolfs erg aandoenlijk vindt. Hij kan niet goed uitleggen waarom. Haar lippen zijn getuit, een tweede aanwijzing dat ze niet erg ontspannen aan het werk is, en haar schouders zijn ietwat opgetrokken. Af en toe beweegt ze haar hoofd van links naar rechts om de pijn in haar stijve nek wat te verlichten. Wolfs en Eva hebben een lange dag op het bureau doorgebracht om alle afgeronde zaken in de computer in te voeren en hun administratie bij te werken. Wolfs heeft zijn laatste dossier net klaar, maar Eva is nog bezig.

Zonder erbij na te denken voelt Wolfs aan het borstvakje van zijn colbert, een handeling die hij soms wel tientallen keren per dag herhaalt. Het doosje met de verlovingsring zit er nog steeds, net zoals de afgelopen weken. Hoe graag hij Eva ook ten huwelijk wil vragen, hij weet dat ze allebei tijd nodig hebben om bij te komen na de gewelddadige en traumatische gebeurtenissen die uiteindelijk tot de dood van Jens Bols hebben geleid. Wolfs weet dat het verkeerd is, maar het voelt lekker dat hij uiteindelijk zelf de trekker over heeft kunnen halen.

Opeens herinnert hij zich zijn koffie weer en neemt een slok, maar het kwaad is al geschied - de koffie is koud geworden. Hij spoelt zijn kopje af in de gootsteen en werpt een blik naar buiten: het is nog steeds zomers weer, al weken, maar hij en Eva werken alleen maar en kunnen er niet van genieten. In een opwelling bedenkt Wolfs dat hij zin heeft in een ijsje. Hij loopt terug naar hun bureaus en gaat achter Eva staan, zogenaamd om te kijken of ze al bijna klaar is. Eva, die dit gedrag wel gewend is, werkt gestaag voort, maar schrikt op als ze opeens twee warme handen in haar nek voelt.

''Wolfs, wat -?''

''Ontspan,'' antwoordt Wolfs, ''je zit al een tijd met opgetrokken schouders te werken. En je hebt pijn in je nek.''

''Ik heb helemaal geen pijn in mijn nek.''

Wolfs grinnikt. ''Ontkennen is zinloos, helemaal nu ik de strak aangespannen spieren kan voelen.'' Zachtjes traceert hij met zijn vingers de spieren en pezen in Eva's schouders en nek.

Eva geeft zich gewonnen – ze moet toegeven dat het erg prettig voelt.

''Goed zo,'' zegt Wolfs als hij voelt dat Eva zich ontspant. ''Werk maar gewoon verder, dan kunnen we eerder naar huis.'' Hij begint haar schouders te masseren.

Werk maar gewoon verder. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, denkt Eva. Ze krijgt het voor elkaar om nog een paar details in te voeren van de zaak waarvan ze op dit moment het papierwerk doet, maar Wolfs' handen zijn zo warm, zacht en voorzichtig in haar nek dat ze zich niet meer goed kan concentreren. Langzaam maar zeker vallen haar ogen dicht en laat ze zich tegen zijn buik aan vallen. Ze heeft een strenge afspraak met zichzelf om niet te vaak over een relatie met Wolfs te fantaseren, maar op dit moment kan ze het niet helpen om te denken aan hoe fijn het zou zijn als ze na een werkdag alle dingen konden doen die getrouwde stellen ook doen. Samen koken, samen eten, lekker dicht tegen elkaar aankruipen op de bank, samen in één bed, met Wolfs de liefde bedrijven ...

Eva moet zichzelf dwingen zich los te maken uit haar fantasieën. Wolfs mag er nooit achter komen dat ze denkt aan seks met hem. En sinds wanneer zijn we opeens getrouwd in mijn gedachten?

Korte Verhalen - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu