Die ene met de stroomuitval en de verkeerde pizzabezorger

2.6K 71 32
                                    

Normaal gesproken worden Eva en Wolfs 's ochtends wakker van hun wekker, maar nu schiet Eva opeens recht overeind als ze een harde knal hoort. Gedurende een kort moment is ze gedesoriënteerd – waar komt dat geluid vandaan? – maar als hun slaapkamer voor een fractie van een seconde wordt opgelicht door de bliksemschicht, waarvan het licht zich tussen een kiertje van hun gordijnen door worstelt, begrijpt Eva het. Ze werpt een blik op de wekker op haar nachtkastje en ziet dat de wekker al bijna zal gaan. Ze gaat weer liggen en kruipt dicht tegen Wolfs aan om nog even de warmte en het slaperige gevoel vast te kunnen houden. Wolfs merkt in zijn onderbewustzijn dat Eva's warmte weer is teruggekeerd en slaat een arm om haar buik heen en houdt haar stevig tegen zich aan.

Zo liggen ze nog een paar minuten tegen elkaar aan totdat opeens alles tegelijkertijd lijkt te gebeuren. Er klinkt opnieuw een gigantische donderslag en op hetzelfde moment gaat een telefoon rinkelen. Wolfs maait blind met zijn hand totdat hij de telefoon gelokaliseerd heeft en slaat Eva bijna in haar gezicht.

''Sorry, lief,'' fluistert hij, voordat hij rechtop gaat zitten en de telefoon opneemt. ''Wolfs,'' zegt hij, maar er komt alleen wat geschraap uit zijn keel. Hij schraapt zijn keel en probeert het nog een keer. ''Wolfs.''

''Wolfs, ben jij dat? Waar is Eva?''

''Met wie spreek ik?'' vraagt Wolfs, met nog steeds een ietwat hese stem.

''Met Mechels.'' De stem aan de andere kant van de lijn klinkt onverbiddelijk.

''Mevrouw Mechels?'' vraagt Wolfs verbaasd. ''Waarom belt u zo vroeg?''

Mechels negeert zijn vraag. ''Wat moet jij met de telefoon van Eva?''

Wolfs haalt verward zijn vrije hand door zijn haar en probeert wat sneller wakker te worden. ''De telefoon van Eva? Dit is mijn telefoon, hoor.''

''Nee,'' zegt Mechels stellig. ''Ik belde Eva's nummer en jij nam op.''

Op dat moment begint de wekker te piepen en zonder erover na te denken zegt Wolfs, ''Oh, Eef, sla alsjeblieft dat ding uit.''

Eva was weer een beetje in slaap gevallen en had niet gemerkt dat Wolfs aan het bellen was. Ze geeft een mep op de wekker en draait zich dan om naar Wolfs. "Wie heb je aan de telefoon?'' Dan ziet ze in een flits een grote kras op de achterkant van het toestel en zegt verbaasd, ''Hé, dat is de mijne.''

Wolfs ogen sperren zich wijd open en hij gebaart naar Eva dat ze haar mond moet houden.

''Wolfs?'' Mechels' stem klinkt scherp. ''Wat is er allemaal aan de hand daar?''

''Niks,'' zegt Wolfs niet erg overtuigend.

Mechels duikt er meteen bovenop. ''Niks? Heb jij wel eens de definitie van 'niks' opgezocht in de Dikke van Dale? Zou daar staan dat 'niks' betekent dat jij om half zeven in de ochtend de telefoon van je collega opneemt, terwijl je duidelijk hoorbaar nog in bed ligt, en vervolgens tegen diezelfde collega zegt dat ze de wekker uit moet zetten, dus daarmee bevestigt dat ze inderdaad naast je in bed ligt?''

''Ehh – '' stamelt Wolfs.

''Want zoals ik het zie, Wolfs, liggen jullie op dit moment letterlijk bij elkaar in bed. Of niet soms?''

''Nee,'' zegt Wolfs. Zijn hersenen werken op topsnelheid om zich hier onderuit te kunnen kletsen.

''Nee?'' Mechels klinkt woest. ''Leg eens uit dan.''

''Nou – ehm – we waren al beneden, Eva en ik, en onze telefoons lagen op de keukentafel. Eva was bezig met het maken van haar ontbijt en toen de telefoon overging heb ik hem opgenomen zonder te kijken van wie hij was. U weet – diensttoestellen zijn allemaal hetzelfde, dus ik kon niet zo één, twee, drie zien of hij nu van Eva of van mij was. Als ik dat eerst had moeten doen, dan had ik de oproep gemist.''

Korte Verhalen - Flikken MaastrichtWhere stories live. Discover now