hoofdstuk 2

366 24 1
                                    

"Milo! Koen! Ze zijn er!" roept Rob de lange wenteltrap op, zijn stem die een beetje weerklinkt terwijl Raoul zijn koffer naast de voordeur neerzet en zijn schoenen uittrekt, ze naast de mat plaatst naast die van Matthyas.

Hij had nauwelijks tijd om te reageren voordat voeten de trap af denderen en door de hal en vervolgens worden er twee kleine armen om zijn middel geslagen met genoeg kracht om hem bijna omver te werpen.

"Raoul!"

Hij lacht als zomerblonde krullen zijn kin kietelen, zijn armen om de negenjarige heen slaat. "Hé, schat," begroet hij de jongen, glimlachend als hij zich terugtrekt, wangen roze en ogen glinsterend.

Milo grijnst, iets terugrollend op zijn hielen. "Papa zei dat je een tijdje bij ons gaat wonen! Waar ga je slapen? Je kunt mijn kamer delen als je wilt," biedt hij vrolijk aan, en Raoul lacht opnieuw om de energieke jongen voor hem.

Rob hapt lichtjes naar adem, plaagt zijn jongere zoon in zijn schouder. "Geef de arme kerel een seconde om adem te halen, maatje. Roel gaat bij mij slapen, dus daar," steekt hij speels zijn tong uit als de jongen pruilt.

"Oh. Maar waarom? Papa's kamer is saai. Hij heeft niet eens een PlayStation," zegt hij, geërgerd, voordat hij snel van onderwerp verandert en zich tot Matthyas wendt met een grijns. "Mat! De boomhut is helemaal af, je moet hem komen bekijken!"

Hij pakt de hand van de jongen en bereidt zich voor om hem mee te slepen, maar Rob houdt hem opnieuw tegen net als Koen de trap af komt, zijn handen in de zakken van zijn spijkerbroek, zijn haar in de war alsof hij net wakker is geworden.

"Ah ah, niet zo snel, meneer. Wat dacht je ervan als we Mat eerst laten settelen, hm?" zegt hij, kijkend naar Mat en dan naar zijn zestienjarige zoon. "Koen, laat je hem zien waar zijn kamer is? En neem dit," verklaart hij en geeft de andere rugzak over.

Koen neemt het met een zucht aan. "Ja, hoi papa, goedemorgen tegen jou ook," mompelt hij, voordat hij zijn hand opheft om Raoul te begroeten. "Hoi."

Raoul glimlacht terug. "Hey maat," begroet hij, net als Rob zijn ogen rolt naar de tiener.

"Koen, het is al middag. Als je een goede morgen van me wilt, kom dan naar beneden als het daadwerkelijk ochtend is," zegt hij, zijn hoofd schuddend hoewel zijn ogen amusant zijn.

Koen mompelt alleen maar onder zijn adem voordat hij zich tot Mat wendt en knikt naar de trap. "Kom op. Je hebt de kamer naast de mijne," vertelt hij hem, terwijl hij naar de trap loopt.

Matthyas volgt hem, werpt even een blik over zijn schouder naar zijn vader alsof hij om toestemming vraagt. Raoul glimlacht naar de jongen en zwaait hem weg, proberend de zenuwen in zijn maag te negeren - hij kan zich nog steeds niet ertoe brengen om volledig te vertrouwen dat de jongen voor de volle honderd procent akkoord is met dit alles. Ook al bevalt het hem hier en vindt hij Rob en de jongens leuk, het is veel verandering voor een veertienjarige, vooral voor een zo gevoelige maar toch onwillig om te klagen als Matthyas. Toch glimlacht de jongen terug voordat hij zich omdraait en de trap op verdwijnt met de langere tiener.

Raoul kijkt hem na voordat hij zich weer tot Milo wendt, die hem bij één arm probeert mee te sleuren over de hal naar de open deur die naar een grote keuken met een eiland in het midden leidt, vrolijk ratelend.

" en nadat ik Mat de boomhut heb laten zien, wil ik dat je met me naar tekenfilms kijkt, en dan wil ik videospelletjes met je spelen. En krijgt Raoul nog iets te zeggen in dit alles, Miel?" vraagt Rob met een lach, zijn arm speels om de nek van het kind haakt en hem in een losse nekklem trekt om zijn knokkels over zijn hoofd te wrijven. Milo gilt, draait zich uit de greep en valt op zijn achterste op de keukenvloer, wangen rood en ogen glinsterend.

samengesteldWhere stories live. Discover now