hoofdstuk 25

252 25 1
                                    

Matthyas ziet Storm en zijn vrienden voordat zij hem zien. Hij buigt meteen zijn hoofd en versnelt een beetje in de gang van de school, waardoor Frank twee stappen moet joggen om hem bij te houden.

"Verdorie, Mat, waarom die haast - oh," stopt Frank plotseling, zijn ogen vallen op de oudere groep jongens die tegen de muur naast de kluisjes leunen. Hij trekt een beetje zijn gezicht samen. "Verdomme, ze komen deze kant op."

Matthyas haalt diep adem en probeert zichzelf voor te bereiden. Storm en zijn vrienden hebben hem vrij vaak uit de menigte gehaald sinds hij Ben vorige week hielp. Hij betreurt niet op de manier te zijn ingegaan zoals hij deed, zelfs niet een klein beetje, maar het hele gedoe van overal waar hij gaat op zijn hoede moeten zijn begint al oud te worden.

Storm stapt voor hem voordat hij zich verder kan opbouwen, zijn lippen getrokken in die spottende grijns van hem. Matthyas stopt halverwege zijn stap, Frank doet hetzelfde naast hem, fronsend naar de grotere jongen voor hen.

"Niet meer zo moedig nu, hè?" Spuwt hij, schudt zijn hoofd en slaat zijn armen over zijn borst.

Matthyas bijt op zijn onderlip voor een moment voordat hij eindelijk zijn kin optilt en probeert zelfvertrouwen te tonen dat hij niet bezit. Hij slikt en fronst zijn wenkbrauwen naar de pestkop. "Je blokkeert de weg," zegt hij eenvoudig, kijkend naar de drukke gang erachter.

Storm lacht spottend. "Ga je me laten bewegen?" Vraagt hij, één wenkbrauw optrekkend.

"Nee. Ik vraag je om dat te doen," zegt hij, zijn stem verrassend standvastig ondanks de angst die zijn hart in een strakke vuist houdt.

Hij haat dit. Haat confrontatie, haat ruzies, haat het gehaat worden door iemand die hij niet eens kent waarom Storm zo nodig iemand moet pesten, maar hij bedenkt zich dat hij liever wil dat het hem overkomt dan een brugklasser die nog jarenlang de hel van de middelbare school moet doorstaan. Hij heeft nog minder dan drie jaar te gaan, hij kan dit aan. Bovendien zit Storm in Koens jaar. Hij zal volgend jaar weg zijn; Matthyas kan dit een jaar volhouden als het betekent dat niemand anders hem zelfs maar een dag hoeft aan te pakken.

Storm lacht, een spottend geluid dat hitte in de wangen van Matthyas doet prikken van schaamte, hem honderd keer kleiner doet voelen dan hij al staat in de schaduw van iemand die veel groter is dan hij.

"Hoor je dat?" Stoot hij zijn vriend met een elleboog aan en ze doen mee met dat spottende gelach. "Hij vraagt het me. En wat als ik het niet doe?" Hij draait zich terug naar Matthyas en de grijns verdwijnt van zijn lippen, zijn ogen glinsteren met iets wreeds. "Wat ga je doen als ik het niet doe, huh? Ga je jezelf snijden?"

"Hey!" Barst Frank uit, stapt voor hem en opent zijn mond alleen voor een van Storms handlangers hem opzij te duwen zodat hij zwaar tegen de muur aan botst, snel weer overeind komt en met een grimas de bovenkant van zijn arm wrijft, nog steeds zijn wenkbrauwen gefronst in een boze blik terwijl hij naar de pestkop kijkt.

Matthyas voelt zich bevroren, zijn hart plotseling tegen zijn ribben bonzend, armen beschermend over zijn middel gekruist, tranen meteen in zijn ogen springend. "Je weet niet waar je het over hebt," zegt hij zachtjes, vermijdend de oudere jongen in het gezicht te kijken.

Storm grijnst, reikt plotseling uit om een van Matthyas's polsen stevig vast te pakken en met genoeg snelheid om hem volledig te verrassen. Hij probeert zijn arm weg te trekken maar de andere jongen is sterker en trekt hem gewoon dichterbij.

"Heb ik dat niet? Omdat ik heb gehoord dat je helemaal verknipt bent. Ik heb gehoord dat je je niet omkleedt voor gym. En ik heb gehoord dat je hebt geprobeerd jezelf te doden en het niet is gelukt," sist hij, en trekt dan Matthyas's jasje en shirtmouwen op tot aan zijn elleboog om zijn blote huid te onthullen, zijn arm pols-op pijnlijk verdraaiend ondanks Matthyas's pogingen om zich terug te trekken.

samengesteldWhere stories live. Discover now