hoofdstuk 13

231 23 0
                                    

Het moment dat de deur sluit, gluurt Koen door het kijkgaatje en wacht tot de auto uit de oprit verdwijnt voordat hij zich tot Matthy wendt.

"Denk je dat je een paar uur op Miel kunt letten?" Vraagt hij meteen.

Matthy fronst, de kleinere jongen kijkt naar de bank waar de negenjarige nog steeds ligt te slapen voordat hij weer naar hem kijkt met verwarring op zijn gezicht. Hij trekt de mouwen van zijn trui over zijn handen. "Waar ga je naartoe?" Vraagt hij, klinkt onzeker.

Koen aarzelt, zucht dan. "Ik ga naar een feest bij een vriend thuis. Nou ja, ze is meer een vriendin van een vriend. Ik ben terug voordat mijn Papa en jouw Vader terug zijn," legt hij snel uit, trekt zijn hoodie uit om het mooiere shirt te onthullen dat hij eronder draagt.

Nu de dag van het feest is aangebroken, kijkt hij er eigenlijk naar uit en gebruikt hij het niet alleen als afleiding. Het enige wat hij wil is zijn vader vergeten en de stress van de eindeloze berichten, de constante angst dat de man plotseling weer opduikt. Maar hij wil ook plezier hebben met zijn vrienden, net als alle andere kinderen van zijn leeftijd. Hij weet gewoon dat zijn Papa nee zou hebben gezegd als hij het had gevraagd, en stiekem weggaan maakt het toch leuker.

Matthy ziet er bezorgd uit, zijn schouders trekken een beetje op terwijl hij zijn armen om zichzelf heen slaat, er nog kleiner uitziet in de oversized trui.

Koen moet zichzelf eraan herinneren dat de andere jongen slechts twee jaar jonger is dan hij en perfect in staat is om een negenjarige een paar uur in de gaten te houden.

Hij glimlacht hoopvol naar hem, hopend dat het gebaar hem zal overtuigen om toe te geven.

Blijkbaar doet het dat, want Matthy haalt diep adem en grimast. "Weet je zeker dat je op tijd terug bent? Omdat ik voor je kan invallen als ze bellen en je er niet bent, maar als ze terugkomen en je bent nergens te bekennen —"

"Ontspan, man. Ik ben op tijd terug," verzekert Koen, wrijft de jongen's blonde haar door de war en glimlacht nog wat meer, ook al voelt het vals en strak op zijn gezicht. Matthy glimlacht deze keer niet terug. "Ik ben je echt heel erg dankbaar na dit."

"Dat kan me niet schelen. Ik wil gewoon niet dat je in de problemen komt," zegt hij zachtjes.

Koen pauzeert, schudt zijn hoofd ongelovig bij de veertienjarige. "Je bent eigenlijk...ongelooflijk. Hoe ben jij zo goed?" mompelt hij, wacht niet op antwoord voordat hij zijn schouders ophaalt. "Ik zal niet. Ik zorg ervoor dat ik hier ben voordat zij er zijn. Je kunt me bellen als je me terug nodig hebt en dan ben ik er. Alsjeblieft, Mat? Ik zou hetzelfde voor jou doen."

Matthy kijkt hem nerveus aan voor een moment, springt een beetje op toen een autotoeter buiten klonk. Koen kijkt naar de deur en dan terug naar de kleinere jongen.

"Dat is de broer van mijn vriend. Neem je het voor me over? Alsjeblieft?"

Uiteindelijk knikt Matthy. "Oké. Oké, ik doe het. Maar...kom alsjeblieft op tijd terug?"

Koen grijnst, trekt de jongen snel in een knuffel. "Je bent de beste, man." Hij trekt zich terug en klopt hem op de schouder voordat hij naar de deur rent, zijn jas meepakkend op de weg. Hij kijkt niet eens over zijn schouder voordat hij een "later!" roept.

Het feest is luid, om het zacht uit te drukken. De muziek dreunt op zo'n volume dat hij de trillingen van elke beat in zijn borstkas voelt alsof zijn bloed mee trilt op het geluid. Hij weerstaat de drang om zijn oren dicht te stoppen, gaat naast Jenna en Ruben op de bank zitten, zijn twee vrienden praten en lachen over van alles en nog wat, ongestoord door de muziek en knipperende lichten.

Het is pas als hij opstaat dat een van hen aandacht aan hem besteedt, Jenna's hand die zijn pols vastpakt.

"Waar ga je naartoe?" Roept ze boven de beat uit.

samengesteldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu