hoofdstuk 4

264 24 1
                                    

Koen staart naar zijn telefoon met een steen in zijn maag. Hij heeft amper oog en aandacht voor zijn vrienden die praktisch voor zijn neus staan.

Onbekend

>> Koen, alsjeblieft. Je kan me niet voor altijd negeren

>> Morgen 3u in het parkje?

>> aljebleift?

Hij leest de berichten een paar keer met een strakke keel voordat hij ze allemaal naar links veegt en verwijdert, kijkend hoe ze een voor een verdwijnen.

"Ooh, wie is dat? Heb je een meisje waar we niets van weten, Koen?" vraagt Ruben, zijn schouder een paar keer stotend.

Koen rolt met zijn ogen om de fratsen van zijn vriend, stopt zijn telefoon weg en duwt de magere jongen terug. "Hou op," mompelt hij, achterover leunend tegen de muur van de drukke gang en zijn armen losjes over zijn borst kruisend, terwijl hij probeert het gevoel van ongemak te negeren dat hem al sinds die ochtend overspoelde toen hij de berichten weer had gezien.

James slaat een arm over zijn schouders aan zijn andere kant, leunt naar voren om een slordige kus op zijn wang te planten. "Geen sprake van. Hij heeft alleen ogen voor mij, toch?" grapt hij, en Koen lacht eigenlijk, ontwijkend aan de half omhelzing van zijn andere vriend en zijn mouw gebruikt om de natte afdruk op zijn gezicht weg te vegen.

"Smerig. En niet in een miljoen jaar, sorry om je droom te verstoren," pareert hij, snuivend wanneer de donkerharige jongen doet alsof hij beledigd is en halfweg de gang stormt voordat hij terugdraait en weer naar hen toeloopt.

"Herinnerde me net dat ik geen andere vrienden heb om boos op weg te stormen," verklaart hij, waardoor ze allemaal weer lachen.

School is niet Koen's idee van een leuke plek, maar het is zeker een goede afleiding. Niet dat thuis slecht is, het is gewoon hectisch en Papa is altijd te druk met van alles en nog wat, nog meer nu Raoul en Matthy daar wonen. Hij is blij dat zijn vader iemand heeft gevonden van wie hij houdt en al dat soort dingen, maar hij vond het ook wel leuk hoe het was met z'n drieën. Nu moet hij constant dealen met het feit dat hij wordt vergeleken met een gouden kind.

Hij weet niet wat hij van Matthyas moet denken. Noem hem wantrouwig, maar er is geen manier waarop iemand echt zo goed kan zijn.

Maar goed. Hij heeft grotere dingen om zich zorgen over te maken, zoals de trillende telefoon in zijn zak die hem eraan herinnert.

Hij wacht tot zijn twee beste vrienden een eindje voor hem lopen op weg naar hun eerste les voordat hij het apparaat tevoorschijn haalt en het op stil zet, tevergeefs proberend de brok van angst in zijn borst weg te slikken.

"Alles goed?"

Hij schrikt een beetje van de nieuwe stem, slaakt een zucht en rolt met zijn ogen wanneer hij Jenna naast zich ziet lopen, haar donkerbruine ogen een moment over hem heen laten glijden met haar wenkbrauwen bij elkaar.

Hij glimlacht naar zijn jeugdvriendin, knikt een beetje. "Ja, Jen. Ik ben oké."

"Wil je dat nog eens proberen?" Daagt ze hem uit, haakt haar arm door de zijne en loopt met een zelfvertrouwen dat ervoor zorgt dat iedereen een pad voor hen vrijmaakt.

Koen zou zichzelf niet echt populair noemen, maar hij veronderstelt dat zijn vrienden dat wel zijn en bij uitbreiding zet dat hem in dezelfde categorie. Jenna, bijvoorbeeld, is waarschijnlijk het meest geliefde meisje op school; en niet alleen omdat ze mooi is en al dat, maar omdat ze slim is als de pest en aardig tegen iedereen, maar nooit bang om te wijzen wanneer iemand het mis heeft. James en Ruben zijn meer als grappenmakers, behalve dat alle meisjes en sommige jongens hen ook leuk vinden.

Koen is niet zo luidruchtig of grappig als zij. Hij hoorde eens een meisje hem donker en mysterieus noemen en dat deed hem lachen, want eigenlijk is hij gewoon altijd chagrijnig door zijn chronisch slaaptekort, maar als zij dat willen romantiseren, dan zal hij het maar toelaten.

Dus de ogen die hen volgen terwijl ze arm in arm door de gang lopen zijn niet echt nieuw. Hij haalt zijn schouders op bij haar aandringen.

"Echt waar. Stress over de examens al. Je weet hoe het gaat," mompelt hij, zijn blik afwendend.

Het is niet alsof hij het precies rechtstreeks kan zeggen. 'Oh, en mijn bipolaire vader die ons allemaal verliet al die jaren geleden blijft me maar sms'en'. Hij wil niemands medelijden. En hij wil Jenna al helemaal niet laten weten, omdat ze weet hoe erg het was toen zijn vader en Papa gingen scheiden, en hij weet dat ze het aan zijn Papa zal vertellen als ze denkt dat het zal helpen. Hij wil dat niet, hij kan dit aan.

Als het negeren van de berichten dat is tenminste.

Jenna perst haar lippen samen. "Alles goed, als jij het zegt. Maar je weet dat ik er uiteindelijk toch achter zal komen, meneer 'ik bewaar geheimen," zegt ze met een glimlach, en Koen fronst, haalt zijn arm uit de hare en schudt zijn hoofd naar haar.

"Dat werd vorig jaar al oud, Jen," merkt hij droog op, maar ze lacht gewoon en duwt hem een beetje voordat ze wegloopt naar een andere gang, zich omdraaiend om achteruit te lopen zodat ze afscheid van hem kan zwaaien.

Hij kijkt haar met een kleine glimlach na, schudt zijn hoofd voor zichzelf voordat hij zijn handen in zijn zakken steekt en verder loopt door de gang. Zijn ogen vangen een bekende blonde verschijning in de menigte van blauwgejaste kinderen, Matthy en die vriend van hem waarmee hij altijd is, de twee van hen staan buiten de deur van een van de wiskunde lokalen, allebei breed lachend naar iets op de telefoon van de langere jongen.

Alsof hij de ogen op zich voelt, kijkt Matthy op en steekt meteen zijn hand op om naar hem te zwaaien. Koen knikt kort voordat hij zich omdraait en verder loopt door de gang.

De berichten blijven de hele dag binnenkomen.

samengesteldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu