Hoofdstuk 1.3

2.5K 80 9
                                    


Sarah hoorde hoe er automatische een zachte "Wauw." Haar lippen ontglipten bij het zien van de donkerblauwe zee die zich onder hun uitspreidde.

De zon was bezig onder te gaan wat er voor zorgde dat de lucht een prachtige rood oranje gloed kreeg terwijl de stad zich aan de rechterkant uitstrekte.

"Mooi, nietwaar?" Hoorde ze Giovanni's stem naast haar murmelen. Ze knikte op haar beurt bevestigend.

"Zeer weinig mensen kennen deze plek, het is een typische plek die alleen de inheemse mensen kennen."

"Het is geweldig." fluisterde ze naar waarheid terwijl ze plaats nam op de rots voor haar en haar ogen kort sloot om de geluiden van de zee op te nemen.

"Fascinerend is het niet hoe zoiets groots en luid zo rustgevend kan zijn in tijden waarin jij je als persoon rusteloos voelt?" hoorde ze hem zeggen ze opende haar ogen en wou antwoorden als hij langzaam zei

"Als ik je een tip mag geven Sarah." Ze keek hem onzeker aan maar knikte dan toch.

"Als iemand die in deze stad geboren is en opgegroeid. Neem je tijd voor alles, ga niet te snel. Deze stad neigt er namelijk toe mensen mee te sleuren en ze worden niet altijd uitgespuugd op de plek waar ze meegesleurd zijn geweest." Zei hij met een zwakke glimlach terwijl een reusachtige golf tegen de rosten beneden hun sloeg.

Voor een kort moment bekeek ze hem zwijgend. De manier hoe hij voor haar stond met zijn handen in zijn zakken, de wind die zachtjes door zijn donkerbruine haast zwarte haren blies en zijn brede schouders die hij omhoog getrokken had waardoor zijn T-shirt mee trok en een stukje bruingebrande huid liet zien.

Dat een lichte gloed kreeg omwille van de ondergaande zon die op de kleine diamantjes viel die rond het uurwerk van zijn horloge netjes naast elkaar zaten.

Ze keek op en zag hoe zijn groene ogen haar net zo aan het opnemen waren en voelde hoe haar hart automatisch een slag oversloeg bij het zien van zijn blik die op haar gezicht rustte.

Hij zag er geweldig uit ze moest hem dit laten en misschien was hij zo erg nog niet als hij haar weliswaar verborgen, probeerde te waarschuwen voor alles wat ze de opkomende maanden te wachten stond. Ze schrapte op haar beurt haar keel en zei:

"Dit is mijn eerste keer." Hij bekeek haar niet begrijpend. "De zee" verduidelijkte ze zichzelf.

Hij keek haar ongelovig aan. "Je bent nog nooit naar het strand geweest?" Ze haalde haar schouders beschaamd op en fluisterde:

"Toen ik zes was ben ik er met mijn moeder langs gereden in Nederland, ik weet niet of dat meetelt?

We wilden vier jaar geleden op reis gaan naar Marokko..." Ze slikte de brok door die automatisch opkwam en keek voor een kort moment met een pijnlijk trekkende hart naar de grond als ze terug dacht aan de reden waarom het niet door was gegaan. "Maar... ze is toen ziek geworden." Vervolgde ze zachtjes.

Ze keek toe hoe hij zijn mond opende om iets te zeggen zich bedacht en in plaats van hetgeen hij wou uitspreken zei:

"Het spijt me van je moeder." om dan tegenover haar plaats te nemen op een rots en net als zij met zijn gedachte ver weg genoot van het uitzicht.

Een half uur hadden ze daar samen gezeten zonder woord. Waar ze het perfect mee eens was zo kon hij dit moment niet verprutsen met één of andere stomme commentaar.

Hij had haar daarna rodeo drive laten zien, de Hollywood bord, the walk off fame, en ze hadden zelfs samen gegeten en dit zonder dat hij bij haar de neiging wekte om hem te willen wurgen.

Sad eyes never lie (afgeschreven)Where stories live. Discover now