Hoofdstuk 4.1

2K 60 4
                                    


Vier dagen na ons plan uiteen gezet te hebben bij onze ouders loop ik samen met Monique, Desiree en Jessica het Allonzo-appartement in hartje Parijs binnen.

"Nou dit noem ik nog eens een appartement," mompelt Monique. Ik grinnik terwijl ik haar opneem, haar haren waren compleet door de war, haar mascara was uitgelopen en omdat ze haar make-up tas ergens in haar bagage gestoken had die in de bagageruimte van het vliegtuig lag kon ze zich ook niet fatsoenlijk opmaken bij landing.

Na onze koffers opzij gezet te hebben liepen we enthousiast door het gigantische appartement die de gehele drieëntwintigste vloer innam. Het had een uitzicht op de Eiffeltoren, vijf slaapkamers, zes badkamers en een gigantische living met open keuken.

Ik hoor Monique een kreet uitslaan bij het zien van het grote whirlpoolbad in de hoofdslaapkamer. Ik grinnik en begin mijn koffer leeg te halen en de kleding op te bergen.

Ik loop de badkamer weer in waar Monique al plaatsgenomen heeft in de bad. Ik leg mijn föhn weg in de la. "Lig je lekker?" Ze kreunt knikkend, ik grinnik.

"Het is maar een bad en geen man Monique."

"Beter dan dit gaat niet na een lange reis, een man kan hier niet tegenop." Ik bekijk haar hoofdschuddend met opgetrokken wenkbrauwen. "Dan heb ik medelijden met je. Is Johnny zo slecht dan?" Ik zie hoe een zeepje mijn richting op vliegt terwijl ik lachend de kamer weer terug in loop.

"Kreng," hoor ik haar nog roepen. Lachend schreeuw ik terug: "Ik ben moe en wil wat slapen, slaap jij in deze kamer vannacht? Ik neem die van jou voor vanavond oké?"

"Is goed schat, sluit de deur achter je."

Ik haal diep adem en bekijk de verlichte Eiffeltoren in de verte. Ik voelde mijn lichaam ontspannen al gaf mijn hart mij nog altijd het gevoel dat ik het liefst onder het deken wil kruipen en niet meer op te staan tot de pijn weggetrokken is.

Zuchtend neem ik plaats op de fauteuil bij de deur van het terras en krul mezelf erin op en zonder de moeite te nemen om naar mijn bed te lopen val ik daarop niet veel later in slaap en zie voor het eerst in bijna twee weken niet hoe Gio Kathy liefdevol kust en de liefde met haar bedrijft in mijn dromen.

111

Gio die door iedereen in zijn gezin gevraagd is geweest om de afstand van haar te bewaren heeft een week in het buitenland doorbracht en daar zijn hoofd in het werk gestoken.

Hij is moe van het tekort aan slaap, had een gebroken hart dat het ademen er niet makkelijker op maakte en was gefrustreerd om het feit dat het meisje van wie hij houdt en die al deze pijn kon wegnemen nog geen 30 kilometer verder van zijn woning vandaan bij zijn ouders thuis leefde, maar het vertikte haar telefoon op te nemen elke keer dat hij probeerde haar te bellen.

Maar hij was het nu meer dan zat terwijl hij zijn sleutels strak in zijn handen neemt legt hij zijn koffer naast de deur en loopt richting zijn wagen.

Hij moet met haar praten koste het wat het mocht kosten.

Eenmaal bij zijn ouders thuis aangekomen kijkt hij in het verbaasde gezicht van zijn moeder die bezig was een reusachtig boeket bloemen in de hal te plaatsen.

"Je bent terug?" Hij knikt kortaf en drukt een kus op haar wang. "Is Sarah boven?" vraagt hij nu kortaf.

Zijn moeder bekijkt hem ongemakkelijk en schudt haar hoofd. "Het is vandaag toch vrijdag? En het is bijna..." Hij kijkt snel op zijn horloge.

Sad eyes never lie (afgeschreven)Where stories live. Discover now