Hoofdstuk 4.2

2K 70 5
                                    

We waren al zes dagen in Parijs en zouden morgenavond vertrekken naar Italië. Op een paar uurtjes per dag na, om wat te gaan eten met de meiden, heb ik de meeste tijd binnen doorgebracht in bed. De stad van de liefde bezoeken leek in Amerika een goed plan maar valt zwaar tegen als je er met een gebroken hart moet in ronddolen. Je zag niks anders dan verliefde paartjes, romantische plekjes en charmante Fransmannen met hun sexy Engelse tongval.

Dus heb ik hier meer tijd doorgebracht met tranen, hartpijn en een zwaardere depressie dan ik in Los Angeles gehad zou hebben en daar hielpen geen lachende vriendinnen op mijn bedeinde tegen, noch filmavonden.

Ik kleed me aan in een zwarte jeans en wit shirtje met een zwarte merktekst, ik steek mijn haren op, doe mijn zwarte korte laarsjes aan en wandel de woonkamer binnen om vier verbaasde gezichten te zien. "Hoe voel je jou?" vraagt Desiree onmiddellijk. "Beter, het spijt me voor de laatste week, ik weet dat ik ongenietbaar was." Ze schudden allemaal hun hoofd. "Toen Jeremiah het met mij had uitgemaakt ben ik twee maanden mijn bed niet meer uit geweest, jij doet het al na twee weken en in Parijs, vertel me nog eens waar onze kop was toen we dit gepland hadden?" "Kleren," zeggen Monique en Jessica in koor. Ik glimlach.

"Nogmaals sorry dat ik jullie reis verpest heb." "He wij zouden niet eens zo'n reis hebben als jij er niet was, en we kennen Parijs nu wel het is tenslotte onze derde keer hierheen. En bovendien als we de helft van de tijd niet in het hotel doorgebracht hadden zouden we die lekkertjes met wie we een date vanavond hebben bij het zwembad nooit ontmoet hebben." "Dat is waar, ze zijn lekker." Monique knikt verlekkerd. "Moet je haar zien," mompel ik met rollende ogen. "Uitgaan met een gozer terwijl haar vriend in Amerika is." "He, wat in Parijs gebeurt blijft in Parijs." Ik schiet in de lach. "Ik dacht dat dit voor Las Vegas gold." Ik zie een broodje mijn richting op vliegen.

"Zal ik het zo dan maar zeggen wat met vriendinnen op vakantie gebeurd blijft tussen de vriendinnen die aanwezig waren." We glimlachen allemaal en knikken bevestigend. "Tenslotte hebben we genoeg aan één gebroken hart," zegt Jessica nu glimlachend. "Weet je trouwens zeker dat je niet mee wilt?

ze hebben nog twee andere vrienden bij." "Ja, kom mee uit, hoe sneller jij je weer in het datingscene gooit hoe sneller je hart heelt." Ik glimlach zwak en neem een croissant van tafel. "Dat is lief," zeg ik met gefronste wenkbrauwen. "Tenminste neem ik dat aan. Genieten jullie nu maar van jullie laatste dag hier in Parijs, ik was eigenlijk van plan mijn vrienden in Nederland te gaan bezoeken." Monique schudt beslist haar hoofd. "We gaan mee als je naar Nederland wilt. Ik ben er nog nooit geweest, gaat leuk worden toch meiden," zegt ze snel. Ik glimlach zwak. "En die lekkertjes afzeggen? Wat voor een vriendin zou ik dan wel niet zijn," zeg ik met een knipoog. "Ik weet dat Laila je gevraagd heeft om op me te passen, maar ik ga liever alleen als jullie dit niks uit maakt. Gewoon een dagje onder oude vrienden terwijl mijn nieuwe vrienden zichzelf in Frankrijk amuseren." Ze kijken elkaar ongemakkelijk aan. "Kom zoals net gezegd, wat tussen vriendin gebeurt op vakantie blijft tussen vrienden, niemand hoeft te weten dat ik in Nederland ben geweest." Ze knikken na wat een eeuwigheid lijkt aarzelend.

"Goed, de trein vertrekt over veertig minuten, mijn taxi staat al beneden. Ik zie jullie vanavond." Ik neem mijn tas van de bank en steek mijn hand op en loop de deur uit richting Nederland.

Ik stap vijf uurtjes later de welbekende snackbar binnen waar mijn vriendinnen en ik uren in hebben doorgebracht soms blij dan melig, moe of huilend als de muren van dit Turkse snackbar zouden spreken.

114

Ik neem mijn telefoon uit mijn tas en zie een gemiste oproep. Ik bel Cami terug. "Ik ben er, je komt toch nog?" "Ja, natuurlijk bovendien zit ik er al, kom binnen." Ik zie mijn hartsvriendin zwaaien. Gillend lopen we in elkaars armen, en daar beginnen de tranen weer. "Ik heb je gemist," snuf ik nu tegen haar. "Ik jou ook." We nemen tegenover elkaar plaats en houden onze handen verstrengeld. Wat had ik haar gemist, na alles wat ik meegemaakt had was zij de enige die altijd naast me heeft gestaan. "Wat doe je jezelf toch aan?" zegt ze nu geschokt terwijl ze mijn polsen bekijkt waar de afdruk van de wonde nu een blauw/paarse kleur had achtergelaten. "Je hebt me rot laten schrikken, ik dacht dat je in Amerika gelukkig was."

Sad eyes never lie (afgeschreven)Where stories live. Discover now