Hoofdstuk 3.5

2.2K 77 8
                                    

Dus draai ik me woest richting de woonkamer, storm naar binnen en trek de bovenste la uit het bijzettafel achter de bank. Daar had ik gisteren mijn paspoort in gegooid omdat het niet in het kleine tasje paste dat bij mijn outfit ging.

Ik gooi hem in mijn tas, check of mijn portemonnee er nog zit waarin mijn Nederlandse ING kaart waar het geld van mijn moeders levensverzekering op staat zit en gooi hem over mijn schouder.

"Sarah. Alstublieft," hoor ik Tony die achter me aan is gelopen nu achter me.

Ik draai me om en zie zijn smekende gezicht maar schud beslist mijn hoofd. "Dank je voor alles," mompel ik nu snel en draai me richting de deur waar Laila in Dominique zijn armen lag terwijl hij haar troostte door zijn hand langzaam over haar rug te laten glijden.

De rest van de jongens inclusief Gio stonden er als bevroren naast. "Jullie allemaal," zeg ik nu haast fluisterend.

Ik neem mijn autosleutels, gooi ze op de tafel en loop tussen de jongens door richting de buitendeur als ik geschrokken voel hoe een hand mijn pols omklemt.

"Ga niet," hoor ik een stem gevuld met pijn. Ik draai me om en zie Gio mij smekend aankijken, zijn ogen straalden pijn uit. "Ik moet," fluister ik terug.

"Jij moet helemaal niks," gaat hij nu beslist verder. "Jij hebt een keuze en ik vraag je om mij niet te verlaten." Sussend leg ik een hand op zijn wang.

"Ik hou van je," fluistert hij nu. Ik sluit mijn ogen wanhopig en open ze alleen om te zien dat de rest van zijn gezin in de deuropening verschenen was. Dus leg ik mijn vingers smekend tegen zijn lippen en knik naar zijn gezin achter hem om aan te geven dat ze ons kunnen horen.

Hij haalt mijn hand geïrriteerd van zijn mond. "Het kan mij niks schelen dat ze weten dat we wat voor elkaar voelen Sarah," fluistert hij nu verder. Ik schud mijn hoofd nu.

"Ik kan niet blijven Gio... Niet na wat er net gebeurd is."

"Laat ons er dan over praten. Jij en ik alleen." Ik schud mijn hoofd nu wild.

"Ik wil nu niet praten Gio, ik ben daar niet bereid toe. Geef me tijd om tot rust te komen. Te verwerken wat er net gebeurd is. Ik bel je op zodra ik ergens gesetteld ben en we praten dan over alles."

"Gesetteld?" Ik slik de brok door die zich in mijn keel gevormd heeft en kijkt strak naar mijn hand die zich nog altijd in de zijne bevond.

Ik voel hoe hij zijn hand iets strakker om mijn pols draaide: "Zeg me dat het een slechte grap is Sarah. Dat ik je verkeerd begrepen heb." Ik schud langzaam mijn hoofd, hij kijkt me stomverbaasd aan en ik zie de subtiele verandering in zijn gezicht die zijn ogen van pijn naar woede liet flikkeren.

"Wat ben je aan het doen? Wat voor spelletje ben je nu aan het spelen?" Ik kijk hem niet begrijpend aan. "Ik speel geen spelletjes en vooral niet met jou."

"Nee?" vraagt hij sarcastisch met een opgetrokken wenkbrauw. Ik schud mijn hoofd weer.

"Wat is het dan sarah?

Want het is geen liefde, noem mij een realist of naïef maar ik neem aan dat als je jouw liefde aan een man betuigd nog geen vier uurtjes geleden, het iets moeilijker zou moeten zijn om je spullen te pakken en te vertrekken."

Ik slik een brok door bij het horen van zijn woorden. Heeft hij niet gezien wat er gebeurd is? Weet hij niet hoe mijn verleden eruit gezien heeft? Kan hij mij dan helemaal niet begrijpen?



"Kijk me aan," sist hij nu kwaad. Ik schud mijn hoofd nu. Ik wou zijn beschuldigende woorden niet horen, zijn pijn niet voelen. Ik moet afstand scheppen tussen hem en mij. Ik moet nadenken.

Sad eyes never lie (afgeschreven)Where stories live. Discover now