Hoofdstuk 5

140 21 1
                                    

POV Dyla

Mijn mond val open. 'Wat?!' Zeggen ik en Lars tegelijk. Cemal kijkt me met een valse grijns aan. 'Zie het als een cadeau' zegt hij luchtig 'ik kan nog wel een goede vechter gebruiken, en zo versterken jullie het bondgenootschap' Lars knikt begrijpend, maar schud dan zijn hoofd. Cemal kijkt hem met opgetrokken wenkbrauwen aan 'Koning Lars, wees verstandig. Ik wil hier geen oorlog om beginnen'
Nu valt ook Lars zijn mond open 'Maar..maar' stottert hij, maar slikt het in. 'Als het moet...' Zegt Lars, en hij kijkt medelevend naar mij. Ik heb het gevoel dat ik van binnen kook. Ze hebben mij net gewoon geruild alsof ik een ding ben!!!! Ik sta op het punt van uitbarsten, als Cemal tevreden knikt. Hij schud handen met Koning Lars en zegt 'goede beslissing, Jenava gaat weer weg en we laten het wel weten als we weer op bezoek komen.' Cemal loopt naar mij en pakt me bij mijn kraag vast. Ik kijk hem vals aan. Finn laat me los en Cemal trekt me mee. Hij is verassende sterk. Zodra we de troonzaal uit zijn begin ik hen de huid vol te schelden. 'JIJ ONBESCHOFT HORK! JIJ VIEZE VUILE........' Verder kom ik niet. Een harde klap op mijn gezicht links, en nog een rechts. 'Als jij slim bent hou je nu je bek, of ik voer je in Jenava aan de leeuwen!' Sist Cemal. Ik durf niks te zeggen, maar waarschijnlijk zegt mijn gezicht genoeg. De pijn brand op mijn gezicht en mijn oren suizen. 'Nou?!' Dringt Cemal. Ik knik 'Ja' fluister ik. 'Ja wat?' Zegt hij ongeduldig. Ik kijk hem vragend aan. 'Ja Koning' zegt hij voor. Weer knapt er iets in mijn binnenste en ik zwijg koppig. Weer een klap. Deze keer kwam hij zo hard aan dat ik val. Ik val met mijn hoofd op de harde grond, omdat ik geen hadden heb om me opgevangen. Ik voel bloed over mijn hoofd stromen en Cemal trekt me overeind. Ik kan amper staan door de val, maar Cemal duwt me verder. De tranen branden achter mijn ogen, het bloed stroomt langs mijn oog en druipt van mijn kin. Ik strompel verder, geduwd door Cemal. We lopen de stadspoort uit, de steiger op. Cemal duwt me op de boot en ik val op het dek. Ik zie Jenavanen verbaasd naar mij kijken. Ik zie Cemal iets naar iemand snauwen, maar door mijn suizende oren kan ik het niet verstaan. Iemand loopt op mij af en ik word opgetild. Iemand sleurt me mee en duwt me een kamer in en het word donker. De deur is dicht en ik ben alleen. Het warme bloed stroomt over mijn hoofd. Ik probeer dingen van buiten te horen, maar het enige wat ik hoor is het suizen in mijn oren. Als vanzelf sluit ik mijn ogen voor het duister, en als vanzelf val ik, op de grond, in slaap.

En?Leuk? Ik ga vragen of Laura het 7de hoofdstuk wil schrijven, omdat ik niet weet wat zij zou doen. Vinden jullie dat oké?

Gescheiden Место, где живут истории. Откройте их для себя