Hoofdstuk 26

121 13 4
                                    

POV Dyla

Ik probeer mijn grijns te onderdrukken, maar dat lukt niet helemaal. Ik zie dat Meindert het niet waardeert dat ik lach om de dood van een van zijn soldaten.
'Weet je kleintje, Cemal is niet blij met jou..' zegt hij met een driegende ondertoon in zijn stem.
Meteen is mijn grijns weg, en ik voel mezelf bleek worden.
'Dankzij jou moest hij eerder weg van Nieuw-Fenrin en dankzij jou is de prinses van Entropia door zijn vingers geglipt...'
Ik slik met moeite, ik weet wat Cemal kan doen. En ik weet dat ik niet op zijn slechte kant had moeten komen.
'En tot nu toe heb ik hem kunnen weerhouden van het vermoorden van jou en je vrienden, maar als je niet gaat mee werken hou ik dat niet lang meer vol'
Ik voel een knoop in mijn maag als ik nadenk dat dit allemaal mijn schuld is en dat dit nare gevolgen kan hebben voor niet alleen mij, maar ook Abby en Laura.
'Waar is Abby nu?' Zeg ik zo zacht dat ik haast fluister.
'Dat weten we niet'
Ik voel weer een sprankje hoop in me opkomen. Ze is dus ontsnapt.
'Maar er zijn mensen naar haar aan het zoeken, dus erg ver zal ze niet komen'
Om een of andere reden blijft de hoop. Abby is slim en, meestal, handig. Zolang ze niks verkeerds zegt overleefd ze het wel.
Meindert loopt weer naar de deur, en trekt het werpmes dat in het hout was blijven steken eruit.
'Morgen gaan we naar Empire, zolang je niks geks doet overkomt je niets, maar als je wel besluit iets te doen is het Empire die over je straf beslist'
Ik versteen.
Empire.
Het Empire.
Ik wou daar altijd al heen, maar om een of andere reden klinkt het nu heel wat minder aantrekkelijk.
'Oh en laat de wapens maar hier. Ze worden namelijk elke keer gecontroleerd'
Dan stapt hij naar buiten en doet de deur dicht.
Empire...

Voor de zoveelste keer doe ik opnieuw iets in mijn haar. Ik pak twee lokken van mijn oren en bind ze samen achter mijn hoofd. Precies zodat het haar niet voor mijn ogen hangt, maar wel los zit. Het pantser hangt zwaar over mijn schouders, gelukkig heb ik nu een licht zwaard. Ik begin te ijsberen door de kamer, om niet op het nare gevoel in mijn buik te letten.
Ugh, volgens mij ben ik echt zenuwachtig. Apart. Ik ben eigenlijk nooit zenuwachtig. Of wel, maar ik laat dat nooit zien, en dat is nooit zo erg als nu.
Empire....
De kriebels worden alleen maar erger.
Er word op de deur geklopt en een soldaat komt de kamer binnen.
'Ben je klaar om te gaan?'
Ik knik zenuwachtig. De soldaat gebaard naar de deur en ik loop de gang op.
Ik sta stil, wachtend op de handen van de soldaat die mijn armen omklemmen. Die komen niet.
'Naar de ingang van de troonzaal' zegt hij voordat hij voor me uit begint te lopen.
Oke.....?
Snel trek ik een printje achter hem aan, zodat we in een ongemakkelijke stilte naast elkaar lopen.
Als we de troonzaal inlopen zie ik daar een kleine horde staan van zo'n 10 soldaten plus Meindert en Cemal.
Blijkbaar is het een groot bezoek.
Als ik voor hun dat maak ik een klein buiginkje voor Cemal.
Ugh.
Dan valt mijn blik op de paarden achter de soldaten, en ik verstijf.
'Je kan toch wel paardrijden hé?' Vraagt Meindert.
Ik knik, ja dat kan ik. Ik reed vroeger ook paard.
Vroeger.....
Hoe lang is het geleden voor ik hier kwam?
Maakt nu niet uit, ik kan paardrijden.
En ik heb het gemist.

Ugh
Uggggggghhhhhhhhhh
Ik zei dat ik het gemist had nietwaar?
Hell.no.
Mijn kont doet pijn en de zon brand op mijn rug en hoofd.
We zitten al uren op de paarden, geen draf, geen galop, alleen maar sloom stappen door het zand.
Ik denk dat we zelfs na al deze tijd nog in Jenava zitten.
Ik heb aan Meindert gevraagd waar we precies naar toe gaan, en we gaan blijkbaar via Oud-Malino naar Empire en dan door Noord-Empire naar Bovisti, waar ergens blijkbaar een super groot kasteel staat.
Waarschijnlijk het kasteel dat voorkwam in de video van Jurgen.
Ik voel een rilling over mijn rug gaan als ik aan Empire denk, ondanks het hete weer.
Hopen dat dit allemaal goed gaat.

Langzaam haal ik de steen over mijn zwaard, op het ritme van het zachte getokkel van de gitaar. Na een hele dag rijden ben ik doodmoe, maar we zitten wel al ergens in Bovisti. Als het goed is zouden we morgen rond de middag bij Empire aan moeten komen.
Voor nu hebben we hier een kamp opgeslagen met een klein kampvuur, vier stokken in de grond met een touw eromheen als hok voor de paarden en vier tenten. Twee grotere voor de soldaten, één voor de koning en één voor de generaal. Ik slaap trouwens bij Meindert. In mijn eigen slaapzak
En blijkbaar hebben ze hier gitaren, want een Jenavaan zit te tokkelen op het instrument, terwijl de rest  zachtjes gesprekken voert en ik slijp mijn zwaard. Meindert had mij dat eerder laten zien, en het niet alsof ik iets beters te doen heb.
Het ritmische geluid van de steen die over mijn zwaard gaat en het getokkel van de gitaar laten mij weg dromen in de vlammen van het kampvuur.
Opeens hoor ik een bekende melodie, en als vanzelf ga ik meezingen.

Gescheiden Tempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang