hoofdstuk 34

95 10 5
                                    

POV Laura

Wind...

Gras...

Bomen...

Water...

Sneeuw...

Een grot...

En...

Bloed

Bloed?

Bloed?! Wat?! Waar ben ik? Wat is er gebeurd? Ik open mijn ogen en kijk haastig om me heen. Wat is dit voor plek? Wacht, dat lijken wel bladeren. Whoa!
Au!
En ik val met een pijnlijke klap op de grond.
Wauw, ik zat dus in een boom. Oke. Oh ja, het bloed. Wacht wat?! Iewiewiewiewiewiewl! Bloed! Wat heb ik gedaan?! Oh ja, de fluit... Wacht! Ik ben in een weerwolf veranderd! Huh?! Hoe dan?! Oh nee! Ik heb toch niet iemand vermoord hé!? Ik kijk paniekerig om me heen om te zien of er toevallig ergens overblijfselen van een mogelijk slachtoffer liggen. Pfiew, veren. Geen mens dus. Maar toch! Een klein onschuldig vogeltje! Mijn maag draait zich om. Vanaf nu ben ik een vegetariër.
Ik kijk naar de overblijfselen van de vogel en besluit om ze te begraven. Dat is wel zo netjes toch?
Nadat ik de vogel een geïmproviseerd graf heb gegeven, deels omdat ik het gat met mijn handen moest graven, kijk ik pas echt om me heen. Ervan uitgaande dat ik nog steeds op fenrin ben, zie ik aan mijn omgeving dat het niet heel ver terug is.
Ik kan maar beter gaan lopen dan.
Ik kijk nog even snel of ik niks bij me had wat ik kan vergeten. Nee, niks. Mooi.
Na even rondgezocht te hebben vind ik het pad waar ik ook met het paard overheen ben gereden. Ik volg het en klim weer door de tunnel heen.
Als ik weer in de vallei ben probeer ik onopvallend teurg te sluipen naar mijn kamer. Het is blijkbaar al vrij laat, want er zijn al een heleboel mensen op de been.
Als ik bijna de deur van mijn kamer heb bereikt zie ik dat er een zeer angstaanjagend persoon tegen aan leunt.
'Waar heb jij rongehangen?' Vraagt het zeer angstaanjagende persoon, die toevallig misschien wel een klein beetje heel erg op hertog Gerben lijkt.
'Nou uhm... ja.. uhm.. uhm... ergens?' Stamel ik.
'Hier kom ik later nog op terug, de groep wacht,' zegt hij terwlijl hij om me heen loopt. De groep? Wat? Wie? Hier is mij niks over verteld.
Ik besluit om hertog Gerben maar te volgen.
Nadat we een stukje hebben gelopen komen we op een veld waar vijf mensen zitten te kletsen. Vier jongens en één meisje. Zo te zien allemaal ongeveer van mijn leeftijd.
'Gegroet jongens, dit is Laura, het zesde teamlid. Laura, dit zijn Thomas, Ethan, Noud, Timo en Violet . Zij zullen de komende tijd je teamleden zijn.' Zegt hertog Gerben. Ze maken allemaal een kort buiginkje, wat ik onhandig nadoe, waardoor ik voor het eerst naar benede kijk. Oh oh... mijn kleren zijn er niet al te best aan toe. Mijn broek en mouwen zijn gerafeld en ik geloof dat ik mijn schoenen ergens ben verloren.
Oeps.
Met een rood hoofd ga ik een beetje ongemakkelijk naast de rest staan. 'Wat heb je met je kleren gedaan?' Vraagt Violet fluisterend vanuit haar mondhoek terwijl Gerben wat spullen uit een kist pakt.
Violet is een meisje van gemiddelde lengte, met diep bruin haar dat bijna zwart lijkt en grote, onschuldige, donkerblauwe ogen die soms bijna paars lijken.
'Euh... lang verhaal.' Mompel ik terug terwijl ik voel dat ik weer rood word.
'Oke, we beginnen vandaag met een paar oefengevechten.' Kondigt Gerben aan.
Hij geeft ons allemaal een houten zwaard aan.
'Kies maar een partner.'

'Auauauauuuu!' Schreew ik als Violet me voor de zoveelste keer een klap op mijn schenen geeft met haar zwaard.
Violet mag er dan wel lief, schattig en onschuldig uitzien, maar als ze een zwaard in handen heeft loop ik denk ik met liefde een paar kilometer om.
'Wel scherp blijven hé!' Roept ze naar me met een grijns.
Ik sta behoedzaan op van de plek waar ik was neergevallen, doordat ik met beide handen naar de pijnlijke plek op mijn been had gegrepen.
'Ik ben erover uit. Je bent echt de duivel. Ik weet het zeker.' Zeg ik terug terwijl ik haar kant oploop en mijn zwaard weer oppak.

Gerben bleek van mening te zijn dat we eerst enigzins oké de katana moesten leren beheersen, want we zijn de hele middig zo door gegaan terwijl Violet me allerlei houdingen en slagen leerde. Toen ik die avond eindelijk op bed neerplofte, deden mijn spieren pijn en zat ik onder de blauwe plekken. Ik bedacht me nog even dat ik best tevreden was met mijn prestaties van de dag, voordat ik als een blok in slaap viel. Er was geen enkel deel van mij hersenen dat nog dacht aan een zekere fluit en de vreemde dingen die er mee te maken hadden.

ja hoor, het is een wonder! Laura heeft weer geschreven.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Oct 19, 2018 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Gescheiden Where stories live. Discover now