Hoofdstuk 12

163 16 1
                                    

POV Laura

Een uur later zit ik op een boot op weg naar Nieuw-Fenrin. Gelukkig wordt ik wel goed behandeld. Jenava zou waarschijnlijk een stuk minder aardig doen. Ik ga op een bankje op het middendek zitten. Ik mag alleen hier en op de boeg komen. Het achterschip is verboden terrein voor iedereen behalve de Kijzer, de kapitein en de stuurman. Het is gelukkig niet zo een lange reis, volgens de kaart van Kingdom tenminste. En ik denk dat die wel redelijk klopt voor wat ik zover heb gezien. Ik sta weer op en loop een beetje rond, ik verveel me dood hier. De bemanning is alleen maar aan het slapen en de kijzer en de kapitein zijn al de hele reis op het achterschip. Na even rondgelopen te hebben ga ik toch maar weer zitten. Ik doe mijn ogen dicht en luister naar het regelmatige geklots van de golven die tegen de boot slaan. 'Hé! Jij daar!' Roept iemand achter me. Ik doe mijn ogen open en kijk om. Ik zie dat hij het tegen mij had. Ik kijk hem vragend aan. 'Jij bent die nieuwe toch?' ik knik twijfelend. 'Klim even in de mast en kijk of we al in de buurt van land komen! De mannen worden ongeduldig!' Roept hij ongeduldig. Ik knik en sta op. Ik heb wel zin in een potje klimmen. Ik kijk omhoog naar de mast. Hij is best hoog, hoger dan je zou verwachten... Leuk! Ik loop naar de touwen en na een paar seconden hang ik al halverwege de top. Ik kijk even naar beneden, iets wat waarschijnlijk niet zo slim was geweest al ik hoogtevrees had gehad. Maar gelukkig heb ik daar nooit last van. Ik vind het juist geweldig om op enorme hoogtes te staan, niet dat dit zo hoog is. Ik schat een meter of 4/5. Ik klim weer verder tot ik bij de top ben. Op de top is een soort pateautje waar handvaten op zijn bevestigt zodat je wat houvast hebt. Wat best handig is want anders val je al naar beneden voor je erop zit aangezien de mast op deze hoogte gevaarlijk hard schommelt. Met enige inspanning trek ik mezelf op het pateautje en kijk ik on me heen. Nu zou je denken dat je dan een prachtig uitzicht te zien krijgt, een van de redenen waarom ik van grote hoogtes hou. Maar we zaten natuurlijk midden op zee en het enige wat je kon zien was een hele grote hoeveelheid aan water, water en nog eens water. Wat er trouwens ook best cool uitzag daar niet van maar het zag er ook best deprimerend uit, vooral omdat het al aan het schemeren was en alles daardoor ook nog eens grauw was. Ik keek nog een keer goed om me heen, was er echt geen land te zien? Nope. Ik besluit nog maar even te blijven zitten. het is hier leuker dan beneden. Na een paar minuten hoor ik iemand roepen en klim ik weer naar beneden. 'En? Was er land te zien?' 'Helaas niet' de man draaide zich om en ging het ruim binnen, waar ik ook niet mocht komen.

Een paar uur later kwamen we eindelijk aan in de haven van Nieuw-Fenrin. Ik heb echt geen idee hoe hij heet. De steden zijn nooit echt duidelijk laten zien in de video's. Ik voel een duw in mijn rug richting de stijger waar het schip aangemeerd lag. Ik spring van het schip af. 'Er is ook gewoon een loopplank hoor!' Roept hertog Gerben lachend naar me. Ik kijk om en zie dat er inderdaad een loopplank is. 'springen is veel leuker!' Roep ik terug. Hertog Gerben kijkt me hoofdschuddend aan. Hij lijkt me wel aardig.

_________________________________________

Dit is even een kleine time skipp
Want ik heb heeeeeeeeeeelemaal geen zin om het stuk te schrijven waarin ze naar de hoofdstad gaan (vraag me niet waarom ik daar geen zin in heb) Ze zijn nu dus in de troonzaal in de hoofdstad Kujira (spreek uit als Koetsjiera). _________________________________________

'Laura was het toch?' vraagt kijzer Jurgen als ik voor zijn troon sta. Ik knik. 'Zoals je al weet ben je hier naartoe gebracht omdat je behoorlijk hard kan sprinten en wij een paar goeie sprinters nodig hebben' 'uhu' 'Maar we hebben niet alleen mensen nodig die goed kunnen sprinten, ze moeten zich ook goed kunnen verstoppen, goed kunnen klimmen, zich onopgemerkt kunnen verplaatsen en met bepaalde wapens overweg kunnen. Een hele lijst met dingen dus en daarom is het ook moeilijk om zulke mensen te vinden. Jij hebt al een van deze vaardigheden getoond en wij gaan met een paar testen kijken of je ook tot de andere vaardigheden beschikt.' legde hij uit. 'Wat gebeurd er als ik niet slaag voor die testen?' vraag ik zenuwachtig. Verstoppen en klimmen kan ik wel, onopgemerkt verplaatsen misschien maar ik kan absoluut niet goed met wapens overweg. Hoewel, als je een aardappelmesje als wapen beschouwd... Ik kan wel een beetje boogschieten maar dat is waarschijnlijk niet het wapen waar hij op doelt. 'Als je faalt voor de testen dan sturen we je terug naar Altla en reken er maar niet op dat koning Lars daar blij mee gaat zijn'. Hmm... Als ik naar Altla ga ben ik wel dichter bij Jenava... Maar er is een redelijk grote kans dat ik dan op Altla vast zit dus dat is niet zo handig. Ik zou natuurlijk ook kunnen proberen te ontsnappen... 'Pelle, breng haar even naar een kamer toe en zorg ervoor dat er een wachter voor de deur staat zodat ze niet kan ontsnappen, voor het geval dat ze dat van plan is' bij dat laatste keek hij me doordringend aan. Hij had waarschijnlijk iets in mijn blik gezien. 'Over een uur krijg je een envelop met verdere informatie, rust nu eerst maar even uit' zegt hij tegen mij en ik voel weer een duwtje in mijn rug richting de trap. Ik zou natuurlijk ook gewoon weg kunnen sprinten... Nee, daarvoor zijn er te veel wachters. Ik loop de trap op en kijk om me heen. Het is hier best mooi. Alles is in een Chinees/Japanse stijl gebouwd en ik heb dat altijd al cool gevonden. Dat is waarschijnlijk ook een van de redenen dat is zo'n fan ben van Nieuw-Fenrin.

Gescheiden Where stories live. Discover now