Hoofdstuk 33

211 18 24
                                    

POV Dyla

Ik struikel terwijl Meindert me meetrekt door de hoofdstraat.
De stroom van mensen springt opzij als ze Meindert aan zien komen. Ik probeer hem langzamer te laten lopen door zelf sloom te lopen, maar zijn hand zit als een ijzeren klem om mijn pols.
'Doe eens even rustig!' Zeg ik geërgerd, en meteen stopt Meindert, waardoor ik bijna tegen hem aanbots.
Hij draait zich om en de woede is van zijn gezicht af te lezen.
Voor ik het weet duwt hij me tegen de gevel van een van de huizen, zijn linker arm horizontaal over mijn borst terwijl zijn rechterhand nog steeds mijn pols vasthoud.
De harde klap en het gewicht van Meindert op mijn borst benemen me de adem en instinctief deins ik zo veel mogelijk in elkaar.
'Luister eens goed jij!' Begint Meindert terwijl zijn ogen in de mijne boren. 'Ik heb er meerdere keren voor gezorgd dat Cemal je niet voor de leeuwen heeft gegooid, dat je mag trainen onder mijn toezicht, ik heb er zelfs voor gezorgd dat je naast de koning kan werken! En jij kan niet eens op tijd komen!?' Ik voel mijn ogen branden door de steeds zwaarder wordende druk op mijn borst.
'Ik dacht...' begin ik te protesteren, maar ik word afgekapt door Meinderts harde stem.
'Als jij hier wilt overleven kleintje, dan moet je doen wat ik zeg! Als ik zeg spring, dan vraag jij hoe hoog, begrepen?!'
Ik moet moeite doen om te kunnen ademen, de pijn in mijn borst word steeds erger.
'Meindert, je doet me pijn...' zeg ik zachtjes, ik voel mijn keel dichtknijpen.
'Begrepen?!' Hij zegt de woorden nog harder, in zijn ogen zie ik een soort woede die ik nog nooit gezien heb, bij wie dan ook. Het is alsof er ergens in hem een vuur is ontstoken dat opgestoomd wordt en het licht in zijn ogen reflecteert. Het is eng, afschrikwekkend zelfs.
'Ja..' zeg ik zachtjes, proberend om mijn stem niet te laten breken.
Een paar seconden blijven we zo staan, ik met de angst wat er gaat gebeuren, en het gevoel dat mijn ribben het elk moment kunnen begeven, Meindert met het vuur in zijn ogen.
En dan laat hij los, ik zie het vuur doven tot een glans voordat ik voorover op de grond val en begin te hoesten.
Ik hap naar adem terwijl de pijn langzaam wegebt.
Meindert trekt me overeind en begint weer te lopen en ik loop achter hem aan.
'Je mag van gelukt spreken dat Empire later is, anders zat je pas echt in de problemen' zegt hij zonder me aan te kijken.
Oh geweldig, dit was dus niet eens "echt" in de problemen.
Het duurt een paar seconden voordat het doordringt wat Meindert zei.
Empire
'Empire?!' Zeg ik, misschien net iets te hard.
Weer stopt Meindert en draait hij zich naar me toe.
Ik duik ineen, bang voor wat er zou gebeuren maar zijn gezicht staat niet boos. Meer..verbaasd...?
'Je...je wist niet dat Empire kwam?'
Ik schudt mijn hoofd.
Meindert vloekt zacht, om vervolgens even vluchtig naar het kasteel te kijken.
'Empire komt dus... om te kijken hoe het met jou gaat... enne ja, we moeten opschieten' zeg hij, voordat hij doorloopt.
Ik loop ook weer, maar met elke stap krijg ik het benauwder.
Ik zou kunnen zeggen dat het door het hete weer komt, of door het nog steeds benauwde gevoel in mijn borst, maar dan zou ik mezelf voor de gek houden.
Ik ga Empire ontmoeten...
Of tenminste, iemand van Empire. En die gedachte geeft me de kriebels.
Ik weet dat ik Thanatos eigenlijk al ontmoet heb, maar toen was ik bewusteloos. Dat is toch net iets anders.
Het geeft me gewoon... een onaangenaam gevoel.
Ik word uit mijn gedachte gehaald als we het paleis in lopen.
'Naar je kamer' zegt Meindert terwijl hij mij de trap op duwt. 'Ga je wassen en er liggen schone kleren op het bed'
Ik knik vluchtig voordat ik de trap oploop.
'Onthou dat Empire hier elk moment kan zijn!' Roept Meindert me nog na, waardoor ik sneller begin te lopen.
Ik loop de treden op, door de gang en mijn kamer in.
Mijn kamer. Waarom noem ik het mijn kamer, ik hoor hier niet!
Snel schud ik de gedachte van me af, niet het goede moment om hier over na te denken.
De kamer is nog net zoals ik het heb achtergelaten, behalve de kleding die op het bed licht en de deur van de badkamer die openstaat.
Ik loop naar het bed en meteen ontsnapt er een zucht uit mijn mond.
Een jurk....
Meen je dit.
Ik heb een hekel aan jurken, ik droeg ze nooit.
Ik hou hem snel even overeind, gelukkig is het een simpele witte jurk, zonder al te veel frutsels.
Er zit wel een kante kraagje aan, waar ik nu al een hekel aan heb.
Met een geïrriteerd gebaar gooi ik de jurk terug op het bed en loop de badkamer in, waar een bak met dampend water staat.
Snel trek ik mijn shirt uit, was mijn oksels en dompel vervolgens mijn hoofd onderwater, waarbij ik mijn haar probeer te "wassen".
Hierna droog ik het zo goed als mogelijk af, waarna mijn haar nog steeds nat is, want dat is hoe mijn haar werkt.
In mijn kamer doe ik snel mijn broek uit en laat het nauwe jurkje over mijn hoofd glijden.
'Jezus...' mompel ik terwijl ik omlaag kijk, ik kan amper ademen in dit ding.
Ik draai me om naar de spiegel en verstijf even. De zwarte empire kant staart me aan. Natuurlijk, ik ben het zelf, maar toch weer niet. Ik schud het van me af en kijk naar het jurkje zelf.
Ik zie nu dat zowel de kraag als de mouwtjes zijn afgewerkt met wit kant, en dat de stof net tot mijn enkels komt.
Ondanks dat ik er een hekel aan heb, ziet het er niet heel slecht uit.
Snel kijk ik nog even in de spiegel voordat ik de deur uit loop.
Ik weet zeker dat ik zojuist in minder dan tien minuten me heb gewassen en omgekleed.
Dat is echt bizar snel.
Ik doe de deur achter me dicht en schuifel vooruit, de jurk zit eigenlijk net te strak om mijn benen, waardoor ik geen grote stappen kan zetten.
Ik strompel de trap af en richting de troon, waar Meindert voor staat.
Als hij mij ziet trekt hij zijn wenkbrauwen op.
'Je ziet er...anders uit' zegt hij, waarna ik hem meteen een boze blik werp.
'Een jurk?!' Zeg ik terwijl ik geïrriteerd aan de strakke stof trek.
Ik zie dat hij een grijns probeert te onderdrukken.
'Bevelen van de koning, niet mijn keuze'
Met een boos gezicht ga ik naast hem staan, zodat we beiden naar de ingang van de troonzaal kijken.
'Wie komt er van Empire?' Vraag ik, en ik voel mijn hartslag als vanzelf omhoog gaan.
Ja, ik ben nerveus. Misschien wel bang, maar ik ben niet van plan dat te laten zien.
'Geen idee, wie denk jij?' Vraagt hij.
Ik blijf even stil, nadenkend over mijn antwoord.
'Ik neem aan dat het niet Kratis is...' begin ik langzaam, maar Meindert verbetert me.
'RagKratis, onthoud dat, je wil ze niet beledigen'
Mijn eerste instinct is om iets eigenwijs terug te zeggen, maar hij heeft wel een punt.
'Ik neem aan dat het niet RagKratis is...die lijkt me niet echt...eh...geschikt voor zo'n taak...in verband met zijn, eh... pshygische problemen..'
Meindert knikt.
'En als RagOreon was gekomen had hij het wel laten weten zodat we bij de ingang stonden om zijn voeten te kussen' ik zie dat Meindert een glimlach probeert te onderdrukken.
'Kom op..' ga ik door 'hij is zo'n ijdeltuit, niet normaal... En ik neem aan dat RagTempos ook niet komt, ik denk niet dat RagThanatos zijn eigen dochter hiervoor wegstuurt"
Meindert knikt weer.
'Dus dan blijft alleen...RagThanatos over...' ik slik bij de gedachte om zometeen oog in oog te staan met hem.
'Nee' zegt Meindert.
'Nee?' Vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen.
'Je vergeet iemand'
Nu kijk ik hem fronsend aan. Ik weet bijna zeker....
'Je vergeet RagTerros...'
Het is alsof ik een klap in mijn gezicht krijg.
Natuurlijk.
De laatste avond voordat ik hier kwam werd er iets op twitter gepost over de nieuwe generaal van Empire...Terros.
Kut.
'Kende je hem niet?' Vraagt Meindert
Ik schud mijn hoofd om vervolgens weer te knikken. 'Jawel...soort van..niet echt, alleen bij naam. Hoe is hij?'
'Wat bedoel je?'
'Hoe is hij kwa karakter, RagOreon is een ijdeltuit, RagKratis....'
Ik word onderbroken door een roep van een soldaat die aangerend komt, hij ziet er vermoeit uit.
'Wat is er?' Vraagt Meindert, met een strenge blik in zijn ogen, op zijn gezicht is niks meer te zien van de glimlach die die net nog moest onderdrukken.
'Generaal...Empire...is er' zegt hij tussen twee hijgen door.
'Wie van Empire?'
Deze keer duurt het een paar seconden voordat hij antwoord.
'Rag...RagTerros'
Shit.
Waarom hem?
Ik ken elk van de Empires, hoe ze zijn en hoe ze handelen, maar van Terros heb ik geen idee.
'Je kunt gaan, stuur hem hierheen als hij er is'
De soldaat lijkt even te twijfelen voordat hij antwoord.
'Hij is er al'
Hij heeft het nog niet uit zijn mond of er valt een schaduw over de zaal, het voelt alsof er een beklemmende deken over alles is heen gevallen.
In de ingang van de troonzaal is een figuur zichtbaar, dat op ons afkomt lopen.
'Je kunt gaan' hoor ik Meinderts stem naast me zeggen, maar het dringt niet tot me door.
De benauwde lucht en de duisternis vertroebelde mijn gedachte, terwijl ik mijn ogen niet kan afweren van het personage dat nu duidelijk dichterbij is. Misschien tien stappen van ons af.
Een ding is duidelijk, dit is iemand van Empire.
Het is niet alleen het half zwarte gezicht, dat duidelijk zwarter is dan dat van de Jenavanen, of de empire wand die aan zijn riem hangt.
Het is zijn uitstraling. Hier staat iemand die je niet kan verslaan en dat is duidelijk.
Voor ik het weet staat hij voor ons, twee meter verwijdert.
'Generaal Meindert.' Begroet de empire hem, met een stem die een stuk gladder is dan dat ik verwacht had.
'Generaal RagTerros' begroet hij met een kleine hoofdbuiging, waarna ik snel hetzelfde doe.
'RagThanatos heeft me hier in een haast naartoe gestuurd, ik heb geen verslag gekregen van wat er gebeurt is, een snelle samenvatting zou handig zijn' zegt RagTerros, zijn stem is neutraal, bijna vriendelijk. Maar iets ervan laat je achter met kippenvel.
'Ik ben Dyla en ik...' begin ik, maar ik word onderbroken door RagTerros die mij voor het eerst sinds hij binnen kwam aankijkt.
Meteen voelt het alsof mijn adem uit mijn longen wordt geduwd, terwijl zijn inktzwarte pupillen dwars door me heen lijken te kijken.
'Luister, Dyla, vroeg ik jou iets?' Zegt hij met een scherpe stem, totaal anders dan die van net.
Ik voel iets van binnen opborrelen dat me zegt niets te zeggen, maar half stotterend komt er toch iets uit.
'Ik..ik d..dacht...' begin ik, maar verder kom ik niet. 'Ik zeg dit één keer ; je praat niet tot tegen jou gesproken word, begrepen?'
Weer voel ik die priemende ogen, waarvan de iris en de pupil een en dezelfde kleur hebben, misschien wel hetzelfde zijn.
Met mijn mond te bang om zich te openen knik ik.
'Mooi' zegt RagTerros terwijl hij zich weer tot Meindert wendt.
Ik hoor dat Meindert begint te praten, maar mijn brein verwerkt de woorden niet, het is alsof ik in een sluimer nachtmerrie zit, met de schaduwen die me van alle kanten bekruipen en me de rillingen over de rug doen laten lopen.
Mijn oog valt op de empire wand.
Een goude kleur, langwerpig, het is haast alsof er gouden lava in een plastic buis is gegoten, alleen zou de lava moeten stollen en geen licht moeten geven.
Het licht is het ergst, het is fel, haast verblindend, hoe langer ik er naar kijk hoe erger, het lijkt alsof de rest vervaagt en dat het enige object is.
Ik voel mijn hart in mijn keel kloppen, mijn handen trillen en mijn mond is droog.
'...dat is nu drie dagen geleden.'
Ik hoor dat de stem van Meindert stopt, en op hetzelfde moment merk ik de brandende pijn aan de rechterkant van mijn gezicht, een hete, prikende pijn.
'Drie dagen?' Vraagt RagTerros, haast geïnteresseerd.
Het volgende moment kijkt hij weer naar mij, waardoorheen bonkende gevoel nog erger wordt, ik merk dat de randen van mijn zichtveld wazig worden.
'Interessant' hoor ik RagTerros mompelen, terwijl hij zijn hand uitsteekt naar mijn gezicht.
Ik voel mijn wang heter worden, precies op de plek waar Terros zijn hand heen gaat, en onwillekeurig deins ik weg.
Ik stap achteruit om mijn evenwicht te bewaren, dat me samen met mijn andere instincten in de steek lijkt te hebben gelaten, alleen ik besef te laat dat de jurk te strak zit om een grote stap te zetten, en wankelend val ik achterover.
Ik krijg nog net een schreeuw uit mijn keel voordat alles zwart wordt.

Gescheiden Where stories live. Discover now