Hoofdstuk 13

178 15 2
                                    

POV Dyla

Met pijn in mijn buik word ik wakker. Niet omdat ik iets verkeerds heb gegeten, of omdat ik ziek ben ofzo, maar om het feit dat ik vandaag te weten krijg of Cemal het idee van Meindert goed vind, en omdat ik alleen maar aan Laura kan denken. Als ik op de rand van mijn bed ga zitten krimp ik in een, elke beweging doet pijn. Geweldig! Spierpijn! Als ik me uitstrek merk ik hoe erg ik stink. Normaal let ik daar niet echt op, maar het is echt niet normaal. Ik kijk in de kleding kast of er schone kleren in zitten en ja, er zit een exacte kopie van de kleren die ik nu aan heb in. Het is pas dat moment dat ik merk dat er naast de kast nog een deur zit. Hoe heb ik die niet kunnen zien?! Ik open voorzichtig de deur en kijk de kleine kamer erachter in. Het is een badkamer. En op de grond staat een kuip met dampend water. Een bad. Ik kan er als ik eerlijk ben nu wel een gebruiken, maar ik durf niet. Wat als er iemand binnenkomt?! Dan valt mijn oog op de sleutel die uit de badkamer deur steekt. Ik draai hem om en trek aan de deur, geen beweging. Met een glimlach pak ik het andere setje kleren uit de kast en leg ze over een rekje in de badkamer. Ik doe de deur op slot en begin met uitkleden. Met een zucht laat ik mezelf in het warme water zakken. Het is niet een heel grote kuip, ik kan er niet in liggen, maar hij is diep en warm. Als ik me gewassen heb blijf ik nog even zitten. Ik kan altijd beter nadenken in bad. Hoe ga ik hier wegkomen... Ik kan proberen het vertrouwen te winnen van Meindert, en vervolgens weg rennen.. Maar nee, ik zou niet ver komen. Ja, ik ken de kaart van Midisti uit mijn hoofd, maar hoe zou ik in hemels naam op Atla moeten komen?! Na zo'n 15 minuten gepeinsd te hebben stap ik uit bad en kleed ik me weer om. Ik wil net de kamer weer binnen lopen als ik aan het notitieboekje in mijn zak denk. Snel pak ik het, samen met het potlood eruit. Ik loop de kamer weer in en ga met een zucht op het bed zitten. Ik haal diep adem en probeer te bedenken of ik dingen moet onthouden

• Cemal heeft een zusje

• Atla is zoals je het zou verwachten

Verder dan dit kom ik niet. Ik staar naar het notitie boekje in mijn hand en de vreselijk waarheid dringt tot me door. Ik ben in kingdom. Dat..bestaat niet. Ik kan niet terug. Ik kan niet terug. Ik kan mijn ouders niet meer zien...mijn vrienden niet meer.... ik voel net de eerste tranen opkomen als de deur open gaat. Snel stop ik het notitieboekje ne potlood in mijn zak. Meindert komt met een grijns binnen. 'Goed zo, je bent al wakker' ik knik. Hij loopt op me af en ik kan er niks aan doen dat ik achteruit deins. Hij grijnst. Geweldig! Nu weet hij dat ik eigenlijk bang voor hem ben! Al wist hij dat waarschijnlijk al... 'Kom, Cemal wil je zien' ik sta snel op en loop hem snel achteraan. Bij de deur laat hij me voor gaan en lijd me met een zware hand op mijn schouder de gang door, de trap af en de troonzaal in. Ik loop automatisch richting de troon, maar Meindert trekt me opzij een andere trap op. We lopen nog een paar gangen door en houden halt voor een grote deur. Meindert laat mijn schouder los en klopt op de deur. 'Binnen!' Roept de harde stem van Cemal van binnen. Meindert opent de deur en duwt me naar binnen. Ik struikel de grote ruimte in. Het is net zoals alle andere ruimtes gemaakt van een soort zandsteen, in het midden staat een grote tafel met aan het hoofd een kleine troon waar Cemal op zit. Naast hem zit aan zijn linkerkant het meisje wat ook in de troonzaal zat, Myrthe, Cemal zijn zusje, en daarnaast zit een man die ik niet ken, maar die me toch vaag bekent voor komt. Aan Cemal zijn rechterkant is een lege plek, met daarnaast nog een lege plek. Cemal's gezicht betrekt als hij mij ziet. 'Myrthe, ga naar je kamer!' Zegt hij tegen het meisje. 'Maar Cemal..' Begint ze 'Nee! Naar je kamer!' Met een geïrriteerde zucht staat ze zo hard op dat haar stoel achterover valt. Ze stormt langs ons de kamer uit. Geweldig. Nu is Cemal zeker in een goede bui! Meindert leid me naar de plaats rechts van Cemal en zet me daar op een stoel neer. Zelf gaat hij naast mij zitten. Dan merk ik pas de borden op die voor iedereen staan, en ik hoor mijn buik rommelen, maar om een of andere reden kan ik mezelf er niet tot aanzetten om te eten. Ik merk dat iedereen naar mij staart en ik kijk verlegen naar de tafel. Na een tijdje zo te hebben gezeten begin ik me te irriteren. 'Wat is er!?' Barst ik uit naar Cemal. 'Ze is wel een pittig typetje' zegt de vreemde man meer tegen Meindert dan tegen mij. 'Klopt' zegt hij instemmend. Ik kijk de vreemde man beledigd aan. 'Ik ga nog steeds niet vrijwillig akkoord!' Zegt Cemal met een chagrijnig gezicht. 'Maar je gaat dus wel akkoord' zegt Meindert. Cemal zwijgt koppig, maar aan de grijns op Meindert's gezicht te zien klopt het wel. Ik staar weer naar mijn bord, bang dat ik iets verkeerd zeg. 'We zien wel, ze gaat vandaag mee naar Midusa, om haar te testen.' Meindert's mond valt open. 'Wat?!' Roept hij uit. 'Ze is hier nog maar twee dagen!' 'Jij zei dat ze goed was' zegt Cemal met een valse grijns tegen Meindert. 'Maar...' Begint hij, maar Cemal kapt hem af. 'Dyla, dit is hertog Cosmo va...' 'Wat!?' Roep ik net iets harder dan de bedoeling was. Alle 3 de mannen kijken mij verbaasd aan. 'Maar...maar hertog Cosmo is toch... ik bedoel hij was toch gestorven?! In de burgeroorlog in Ignavia?! Wat...wat......wat?!' Cosmo kijkt mij peinzend aan. 'Ze weet wel veel van Jenava. Waar kwam ze ook al weer vandaan?' 'Tordisti' antwoord ik snel voordat iemand anders het voor mij kan doen. 'Ze weet inderdaad veel..' Zegt nu ook Cemal 'Vertel eens, hoe komt het dat jij dit allemaal weet?' wat moet ik zeggen?! 'Ik..ik..' Begin ik te stotteren, als mij op eens te binnen schiet wat wij ook op Atla hebben gezegd 'Ik...Wij reisde veel in Tordisti, we bleven nooit op één plek...' Oh god ik hoop zo dat dit geloofwaardig overkomt! Vast niet, en daarom besluit ik snel van onderwerp te veranderen. 'Maar, hertog Cosmo, hoe...' Cosmo grinnikt. 'Tja, onkruid vergaat niet' zegt hij geheimzinnig. Normaal zou ik nooit genoeg nemen met zo'n antwoord, maar voordat ik iets terug kan zeggen begint Meindert alweer te praten 'Weet je zeker dat je haar mee wilt nemen naar Midusa Cemal?' Cemal knikt. 'Ho, stop!' Zeg ik voordat iemand anders weer begint te praten. 'Wat is er aan de hand? Midusa is toch een bondgenoot van Jenava?' 'Ja, maar ze hebben een wapenstilstand met Entropia! En alsof dat nog niet genoeg was hebben ze nu iets met Zera! En Zera is het allerergste kingdom!! Het zijn verraders!! Het zijn ex-Jenavanen!!!' Dit laatste schreeuwt hij zowat, en ik duik angstig in elkaar. 'En het word dus tijd dat wij die een bezoekje gaan brengen'

Gescheiden Where stories live. Discover now