Hoofdstuk 14

122 16 2
                                    

POV Laura

Ik knal keihard tegen de persoon aan waardoor we alletwee op de grond vallen. Ik sta zo snel mogelijk weer op. Ik zie dat ik tegen een vrouw op ben gebotst. Ze kijkt me angstig aan en ik kijk even angstig terug. Ik kom snel in actie. Ik klap mijn zakmes open en druk haar Tegen de muur van het steegje. Ze kijkt me nog angstiger aan. Ik wil dit helemaal niet doen, maar als ze aan de wachters verteld dat er een raar figuur door de straten sluipt loopt het waarschijnlijk niet goed met mij af. 'Jij hebt hier helemaal niks gezien, je gaat nu naar huis en vergeet wat er hier is gebeurd' probeer ik met een dreigende stem te zeggen, alleen lukte het niet zo goed. Het klonk als een combinatie tussen grommen en stotteren. Het leek wel te werken want ze kijkt me zo mogelijk nog angstiger aan. Wat ik verschrikkelijk vind. Ik laat haar los, stop het mes weer in mijn zak en ren weg. Nu maar hopen dat ze niks verteld. Gelukkig heeft ze mijn gezicht niet goed kunnen zien door de capuchon van mijn vest. Dat is iniedergeval een pluspuntje.

Ik was nu heel dicht bij de muur. Nog maar een paar straatjes en dan... En dan wat? Wat ga ik doen als ik bij de muur ben? Hier heb ik helmaal niet over na gedacht! Eerst maar eens daar komen. Dan kijk ik wel wat ik kan doen. Ik schiet het laatste straatje door en kom dan bij de muur. En nu? Klimmen is een optie. Graven word waarschijnlijk moeilijk. En verder? Ik kan proberen door de poort te glippen. Maar dat is lastig want daar staan meerdere wachters. Op de muur staat er maar eentje om de paar meter. Ik bekijk de muur eens goed. Hij is ruw genoeg om te beklimmen en er zitten af een toe wat klimplanten op. Ik stippel in mijn hoofd een goede klimroute uit en ga van start. Het is moeilijker dan ik dacht. De stenen zijn soms best glad. Op een meter of 5 hoog glippen alletwee mijn voeten van hun steunpunten af waardoor ik alleen nog maar aan mijn handen hang. Ik slaak een gilletje. Direct klap ik mijn mond weer dicht. Mijn voeten hebben inmiddels weer houvast gevonden. Ik blijf strak tegen de muur gedrukt. Bang dat er een wachter over de rand zou kijken om te zien waar die gil van was. Ik wacht een minuut, en dan nog een, maar er gebeurd niks. Opgelucht haal ik adem en ga weer verder. Als ik boven aan ben gekomen trek ik me voorzichtig op de muur en blijf tussen twee kantelen zitten. Ik kijk om me heen. Er staat een wachter ongeveer 4 meter bij me vandaan en eentje ongeveer 12 meter. Ik kan beter een stukje opzij klimmen zodat ik in het midden zit. Ik laat mezelf een stukje naar beneden zakken en klim een paar meter opzij. Eigenlijk ben ik die klimplanten wat verschuldigd, als ze er niet waren was ik waarschijnlijk al wel 20 keer naar beneden gevallen. Een verdedigingsfout dus. Ik trek mezelf weer op de muur. Ik kan het beste zo snel en stil mogelijk naar de overkant rennen en mezelf dan weer tussen de kantelen verstoppen. Hopelijk horen ze me dan niet. Ik bedenk me ineens dat ik helemaal niet op mijn schoenen heb gelet. Wat voor schoenen heb ik aan? Dat kan belangrijk zijn want mijn laarsjes maken best veel geluid. Hoewel ik dat dan natuurlijk wel had gehoord maar ik heb er niet zo op gelet. Oh gelukkig. Ik heb mijn fijne gympen aan. Die zijn zacht en flexibel waardoor ze geen geluid maken en heel fijn rennen. Alleen zijn ze felpaars en blauw met knalroze veters. Ik kijk naar beneden. Ligt hier ergens.modder in de buurt? Yes! Een meter verderop ligt wat modder tegen de kantelen aan. Ik ben me wel een beetje aan het druk maken om niks. Ik laat me weer zakken en klim een meter verder weer de muur op. Ik smeer de modder op mijn schoenen, zo nu zijn ze een stuk minder opvallend. soms snap ik mezelf echt niet. Dat het nog niet was opgevallen! Maar ik moet me nu weer even focussen. De wachters staan al een hele tijd stil naar de buitenwereld te kijken dus val ik hopelijk niet zo op als ik naar de andere kant van de muur sprint. Ik wacht nog heel even en sprint dan naar de overkant. Ik duik weer tussen de kantelen en maak me zo klein mogelijk. 'Wat was dat?' vraagt een van de wachters. 'iets raars gezien?' 'ik zag in mijn ooghoek een soort schim over de muur rennen' het is lastig on te horen welke van de twee er aan het praten is maar zo veel maakt dat nou ook weer niet uit. Ik hoor voetstappen dichterbij komen en hou mijn adem in. Ik schrik me rot als ik ineens voel dat ik omhoog getrokken wordt. Ik kijk in de boze ogen van een van de wachters. 'zo zo, kijk eens wie we hier hebben, de sprinter van Altla, Jij gaat mooi even mee naar de troonzaal'

Wat denken jullie dat er gaat gebeuren? Ik ben benieuwd! (niemand gaat de vraag beantwoorden but idc)
Ik heb zin om hier random spul te zetten want ik ben druk vandaag, dus hier heb je de random sjit en nu ga ik dit hoofdstuk afsluiten door doei te zeggen.
Doei!

Weer een super leuk hoofdstuk Laura! En ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren!

Gescheiden Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu