Hoofdstuk 17

309 18 8
                                    

Ik ben thuis en ik ga meteen naar boven. Ik had eigenlijk niet verwacht dat ik zo snel een missie zou krijgen. Dat wordt weer een potje liegen tegen Alex en Sam. Ik denk dat het nog wel leuk gaat worden. Om die mensen te verslaan, moet ik eerst hun vertrouwen winnen, voordat ze me belangrijke dingen laten doen. Ik heb nog niet eens ervaring! Ach, één keer moet de eerste zijn.

Ik pak alle spullen in. Dit is dan wel een abnormale. Op dat moment gaat mijn mobiel. Ik pak hem op. 'Verwijder dit nummer meteen uit je geschiedenis, ja?' hoor ik John zeggen. 'Ja hoor John', zeg ik braaf en ik glimlach. 'Goed, ik was vergeten te zeggen dat je verlof van school al geregeld is', zegt hij. 'Dat je dat ook vergeet hè', zeg ik. 'Ik zit hier ook niet zo lang', zegt hij onschuldig. 'Tuurlijk', zeg ik spottend. 'Hey, ik ga maar eens, 't is dat je 't weet', zegt hij. 'Best hoor, doei', zeg ik. 'Doei', zegt John en hangt op. Ik verwijder het nummer uit mijn belgeschiedenis en ga verder met inpakken.

Rond de avond heb ik alles. Ik ga even achter de computer, en zie dat het vliegtuig pas morgenochtend vertrekt. Ondertussen heb ik een geniaal verhaal bedacht die ik aan Alex kan gaan ophangen. Sam gelooft het toch niet, maar als Alex het aan haar verteld, gelooft ze het wel, denk ik. Ik bel Alex.

A is Alex
I ben ik

A. Met Alex Mesine.
I. Hai, met Sharon.
A. Hey, waarom bel je?
I. Nou ik heb verlof aangevraagd voor school, want mijn vader gaat op zakenreis en dan ga ik mee.
A. En dan scheep je ons op net Ronaldo?!
I. Zo bedoelde ik het niet
A. Grapje we overleven het wel
I. Ik schrok helemaal!
A. Hoeft niet.
I. Maar ik heb geen zin om het verhaal twee keer af te draaien, kun jij het aan Sam vertellen?
A. Durf je haar niet te spreken ofzoiets?
I. Tuurlijk niet, maar ik heb geen zin het twee keer af te draaien en beltegoed te verspillen.
A. Je belt met de huistelefoon, joh.
I. Maakt niet uit toch?
A. Ik vertel het wel.
I. Dank je ik ga morgen al.
A. Wow wat ga je allemaal doen dan?
I. We gaan naar zaken afspraken, want mijn wil dat ik hem opvolg.
A. In wat doet hij zaken?
I. Aandelen.
A. Dat vind ik echt iets voor jou!
I. Dank je!

Dat deel dat mijn vader wil dat ik hem opvolg is niet waar. Hij is trouwens al hartstikke lang weg voor zaken maar dat hoeft ze niet te weten.

A. Ik moet even wat regelen en ik moet eten, doei!
I. Doei!

Ik hang op. Zo, ze kreeg wel argwaan zeg! Het is geregeld, en dat is fijn. Het is inmiddels etenstijd dus ga ik wat koken voor mezelf.

Horses and badboysWhere stories live. Discover now