Hoofdstuk 26

257 16 2
                                    

Ik ben aangekomen op het  vliegveld. Het vliegveld ligt ongeveer veertig kilometer van mijn huis vandaan. Eigenlijk nogal logisch, Amerika is niet echt klein, dus kun je ook niet zo verwachten dat het naast je huis ligt.

Ik wil graag naar huis, alleen heb ik te weinig geld voor een taxi. Ik heb nog maar vijf dollar. Ik besluit om Alex op te bellen.

Hij gaat één keer over.

Twee keer.

Drie keer.

Ik begin ongeduldig te worden. Uiteindelijk gaat hij op voicemail. Daar heb ik dus niks aan. Ik probeer het nog een keer, maar het werkt niet. Dan ga ik Sam maar bellen. Die neemt ook niet op. Ik loop maar even maar een bankje, om mezelf wat houding te geven en niet zo van ik-sta-hier-random-te-bellen. Ik kijk in mijn telefoon naar de contacten die hier in de buurt wonen. Alleen Sam en Alex. Wacht. Er zit ook een contact als 'super lekkere jongen'. Ik frons mijn wenkbrauwen, ga naar Whatsapp en bekijk zijn profielfoto. Het is Ronaldo.

Ik word gebeld door Sam. Meteen neem ik op. 'Met Sharon Whitehitt', zeg ik. 'Met Sam. Waarom belde je me?' vraagt ze. Ze klinkt nogal ongeduldig. 'Ik zit op het vliegveld, ik ben terug van zakenreis, je weet wel. Ik heb alleen te weinig geld voor een taxi. Daarom wilde ik vragen of je me misschien op zou kunnen komen halen', zeg ik. 'Dat kan niet, want ik zit momenteel op een feestje van mijn moeder, waar ik absoluut niet weg kan', zegt ze verontschuldigend. 'Oké, is Alex daar toevallig ook?' vraag ik. Dan kan ik haar meteen vragen om mij op te halen. 'Nee, ze is hier niet, maar ze had me net een snap gestuurd dat ze aan het sporten was. Dan kan ze abslouut niet weg. Ik kan het anders wel vragen', ratelt ze. Ik mompel iets van een bedankje. Ik hoor allemaal geruis door de telefoon en gepraat. Vaag hoor ik hoe er iets gevraagd wordt. Een heldere vrouwenstem die ik niet kan verstaan, antwoordt. Dan is Sam weer terug. 'Nee, het kan echt niet. Sorry. De familie komt niet zo vaak hiernaartoe', excuseert ze mij. 'Het is goed, ik kom wel thuis. In elk geval bedankt, schat'. 'Geen dank hoor. Doei!' zegt Sam.

Oké. Ik moet dus een andere manier verzinnen. Sam en Alex zijn uitgesloten. Na lang nagedacht te hebben, besluit ik om klootzak Ronaldo te bellen. Ik ga naar mijn contacten en ik verander zijn naam in 'Halfgare pukkel'. Dan bel ik hem.

R is  Ronaldo.
S is Sharon, ik dus.

R. Met Ronaldo Greatness.

Zijn stem klinkt geïrriteerd, wat ik wel grappig vind. Ik glimlach.

S. Met Sharon.
R. Sharon?

Tot mijn verbazing klinkt hij verbaasd.

S. Yep.
R. Waarom bel je me?

Hij klinkt niet eens onaardig.

S. Ik ben op zakenreis geweest. Ik sta nu op het vliegveld, alleen heb ik te  weinig geld om een taxi te betalen. Alex en Sam kunnen niet weg.
R. Hoeveel geld heb je?
S. Vijf dollar.
R. Oké ik kom je ophalen. Waar sta je?
S. Ik zit op een bankje voor het vliegveld, onze kant uit.
R. Wat bedoel je met 'onze'?

Zak. Ik rol met mijn ogen.

S. Niks.
R. Ik verwacht wel een tegenprestatie van je, hè?

Ik zucht.

S. Oké.

Ik hoor hem grinniken.

R. Mooi.
S. Zak.
R. Ik ben er over een kwartier, ja?

Ik wil nog wat antwoorden, maar hij heeft al opgehangen. Ik ga Block Puzzle op mijn mobiel spelen.

Net als ik mijn highscore heb verbroken met 4081 en ik af ben, komt er een Ferrari mijn kant op rijden. Ik kijk op van mijn spel en zie Ronaldo arrogant uitstappen. Met een brede grijns komt hij naar mij toe. 'Zo, babe, gaan we?' vraagt hij arrogant. 'Je babe ben ik niet', zeg ik geïrriteerd. 'Nee, dat is Jasmin', zegt Ronaldo. 'Jasmin? Wie is dat?' vraag ik nieuwsgierig. 'Gaat jou niks aan. Je gaat wel last van haar krijgen, Ze is hartstikke jaloers op je', zegt hij. 'Jaloers? Oké', zeg ik langgerekt. Ik sta op en merk meteen dat Ronaldo toch iets te dichterbij staat. Ik geef hem een duw, wat natuurlijk niet werkt. 'Ga eens wat meer aan de kant', zeg ik boos. 'Nee', zegt hij. 'Zak'. Ik hoor hem grinniken. Ik pak mijn tas en voel een hand op mijn billen. Ik draai me heel snel om en geef Ronaldo een duw. Die had hij niet zien aankomen. Hij wankelt achteruit en vloekt. 'Wil je alsjeblieft niet zo vloeken?' vraag ik geïrriteerd. 'Nee', zegt hij. ''Nee' is zeker je favoriete woord?' vraag ik. 'Nee, dat is 'babe'', zegt hij. 'Ik heb je anders meer 'nee' horen zeggen dan 'babe'', zeg ik. Ronaldo wil wat zeggen. Hij doet zijn mond open maar sluit hem weer. 'Waar kan ik mijn tas dumpen?' vraag ik. 'Achterbank', zegt Ronaldo kortaf. Ik dump mijn tas op de achterbank en stap in. Zijn Ferrari is nog luxer dan de mijne. Wat een overdreven apparatuur zit hierin. Ronaldo stapt ook in. Hij drukt hard op het gaspedaal en we schieten vooruit.

Na een klein kwartier zijn we bij mijn huis. Ik stap uit en Ronaldo ook. Ik pak mijn tas en wil naar de voordeur lopen, maar Ronaldo houdt me tegen. 'Niks van, eerst de tegenprestatie', zegt hij. Ik rol met mijn ogen en kijk hem vragend aan. 'Kus me op mijn mond', zegt hij. Ik rol weer met mijn ogen en zet mijn tas op de grond. 'Tegen de auto leunen en handen op je rug', beveel ik. Meteen spatten zijn ogen vuur, want ik weet dat hij het haat om gecommandeerd te worden. Toch doet hij het. Ik pak zijn gespierde bovenarmen losjes beet en ik zie hem meteen grijnzen. Hij spant zijn bovenarmspieren aan. Het voelt eigenlijk niet eens zo verkeerd om tegen Ronaldo aan te staan. Ik beweeg mijn mond naar die van hem en als ik nog drie centimeter van zijn grijzende mond verwijderd ben, stoot ik mijn rechterknie op volle kracht omhoog tegen zijn kruis. Ronaldo laat een rauwe vloek horen en grijpt naar zijn kruis. Ik ren naar mijn spullen en pak ze op. Meteen haal ik de sleutels eruit. Ik ren naar de deur en doe hem van het slot. Als ik binnen ben, doe ik het meteen weer dicht en op slot.

Ik loer door het spionnetje en zie Ronaldo met beide handen op zijn kruis met een pijnlijk gezicht. Lekker voor hem. Hij steekt zijn middelvinger naar me op en geeft de deur een dodelijke blik.

Horses and badboysWhere stories live. Discover now