Hoofdstuk 29

254 13 4
                                    

Volgende dag, dinsdag

Ik stap uit bed en ik voel me al veel beter dan gisteren. Lois ligt nog te slapen. Ik krijg plots een idee. Een grijns vormt zich op mijn gezicht op het vooruitzicht. Zacht sluip ik naar de badkamer, want ik weet dat ze heel licht slaapt. Ik pak een washandje en maak hem kletsnat. Ik kijk in de spiegel en zie dat mijn haar alle kanten op staat. Ik loop terug naar de kamer, ondertussen mijn hand onder het washandje houdend om te voorkomen dat het op de tapijt drupt. Ik sta stil bij haar bed en zie dat ze nog steeds slaapt. Ik laat de washand op haar gezicht vallen. Ze gilt en verschrikt schiet ze omhoog uit haar bed. Het washandje valt op het tapijt.  Ik barst in lachen uit. 'Sharon!' roept ze verontwaardigd en slaat me. Hikkend van de lach pak ik het washandje van het tapijt op. 'Je was wel schattig toen je sliep', zeg ik hikkend. Verontwaardigd kijkt ze me aan. Ik kijk haar recht in de ogen en dan schiet ze ook in de lach.

'Jij krijgt nog karma, bitch', zegt ze moordlustig.

Na het eten gaan Lois' ouders werken, dus hebben wij het rijk alleen. Het lijkt me nu tijd om over te gaan op serieuze onderwerpen. 'Lois?' vraag ik haar.

'Ja?' zegt ze en kijkt op van haar telefoon. Ze weet nu dat ik serieus ga doen, dus legt ze haar mobiel weg. Ik weet alleen niet goed hoe ik moet beginnen.

'Ik was depressief, ja dat klopt', zegt Lois.

'Ik weet al waarom, en ik voel me daar erg schuldig over', zeg ik en kijk ongemakkelijk naar de grond.

'Dat was een tijd'- ik kijk op- 'en nu eigenlijk niet meer. Nu je hier bent, voel ik me totaal niet depressief meer', zegt ze. 'Ja. Oké, laat ik zeggen. Ik had een aantal redenen. Misschien zijn ze hartstikke zwak', zeg ik.

Lois kijkt me aan.

'Ik had al gauw vriendinnen. Sam en Alex heten ze. Maar Ronaldo kwam er ook nog bij'.

'Ronaldo? Wie is dat?' vraagt ze.

'Een badboy. Hij zit bij mij in de klas en hij was aan het zeiken bij mijn mentor. Ik stond voor de klas en ik zei dat hij op moest houden. Toen begon hij me met lastigvallen, van geef toe aan mij. Hij heeft ook mijn BMW wit laten verven', zeg ik.

'Dat is kak', zegt Lois. Van de missie hoeft ze niet te weten, ook al zou ik het dolgraag aan haar willen vertellen. 'Oké. Kijk, we  kunnen wel contact houden, maar dat wordt sowieso lastig, omdat we niet naar elkaar toe kunnen. Ik heb hier ook wel vrienden', zegt Lois.

Ik frons. 'Waar wil je naartoe?' vraag ik.

'Goed'.

Ze zucht een keer diep. 'We kunnen beter breken', zegt ze.

Het is alsof mijn hart in één keer kapotgeslagen wordt. Ik ken Lois al mijn hele leven en alleen omdat we niet naar elkaar toe kunnen, wil ze breken?! Ik staar haar aan. 'Meen je dit?' vraag ik schor. 'Ja', zegt ze té zelfverzekerd. 'Maar ik ken je al mijn hele leven en we waren beste vriendinnen!' roep ik. 'Waren. Ik heb hier mijn vrienden en jij daar. Ik heb een ander gevonden waarmee ik beter kan omgaan dan met jou. Sorry', zegt ze en ze legt een hand op mijn schouder. Een traan loopt over mijn wang en mijn verdriet maakt plaats voor boosheid.

'Rot op', zeg ik fel en ik sta meteen op. Ik ren naar de badkamer. Het was niet mijn bedoeling om te horen dat ze wilde breken. Dan had ik haar liever laten stikken.

Nee Sharon, dat verdient ze niet.

k ga met mijn lelijkste gezicht op het toilet zitten met de bril erbovenop.

Nu verwens ik de verhuizing nog meer.

Ik sta op en kijk in de spiegel. Mijn ogen zijn een beetje rood. Ik was mijn gezicht en zie dat het er al beter uitziet. Ik loop naar de logeerkamer en begin mijn spullen in te pakken. Nu hoef ik haar ook nooit meer te zien. Zo lang en dan alleen om een verhuizing en dat ik andere zaken had.. Ronaldo is een rotjoch. Ik ben hartstikke dom. Misschien had ik gewoon meer aan haar moeten denken.

Ik heb alle spullen gepakt en ga achter haar computer zitten om te kijken welke vliegreizen er beschikbaar zijn naar huis. Die van de missie betaalde John en als ik thuis ben, betaal ik deze reis zelf. Ik zie dat er een vlucht is naar Denver om drie uur. Nog een halfuur hier zitten. Dan om half zeven is er meteen een reis naar New York. Dan ben ik om elf uur thuis. Ik schrijf het allemaal op een briefje en boek de ticket. Ik sluit de computer af omdat ik klaar ben en ook omdat Lois naar boven komt. 'Sharon?' roept ze. Ik negeer haar volledig. Ik pak mijn koffer en schop de kamerdeur open. Een verbaasde Lois staat ervoor. 'Wat ga je doen?' vraagt ze. 'Naar huis', zeg ik kortaf. 'Je overdrijft', zegt ze. Ik zet de koffers neer. 'Ik was hier niet gekomen om te horen dat je wilde breken! Ik was hier alleen gekomen om jou te helpen toen je depressief was! Nou ga je dat vertellen! Heb ik een dure reis aan jou verspild!' roep ik nijdig. 'Sharon, je kan toch wel een vriendin van me blijven?' vraagt ze bijna smekend. 'Sorry, ik heb andere zaken te doen en ik heb betere vrienden dan jij', zeg ik scherp. Verbluft staart ze me aan. Dan is zij degene die zich naar de badkamer begeeft om daar een potje te gaan huilen. Ik besluit om meteen weg te gaan, het heeft toch geen zin om hier te blijven hangen. Ik pak mijn Renault en ga weg.

Véél later, om half 12 's avonds

Ik kom bij huis aan. Ik zet alle spullen bij mijn bed, gooi mijn kleren in de was en doe mijn pyama aan. Dan duik ik mijn bed in en val in een diepe, droomloze slaap.

Horses and badboysWhere stories live. Discover now