Hoofdstuk 22

273 15 2
                                    

Wat? Waarom heeft Roos een pasje?

Van het H.G.B? Wat is dit raar. Is zij een geheim agent? Dat moet ik uitzoeken. Maar hoe? Moet ik naar haar toe gaan en gaan vragen of het pasje van haar is? Nee, dat is geen goed idee, lijkt me. Ze zal zeker ontkennen. Ik heb iets nodig waardoor ze vastloopt. Moet ik het misschien op een andere manier brengen?

Plotseling krijg ik een ingeving. Ik wil natuurlijk weten wat er achter die eikenhouten deur zit. Dat ga ik vanavond uitzoeken.

Ik kleed me om in mijn payama en ga in bed liggen. Een klein half uurtje later hoor ik voetstappen langs de deur. Ik doe alsof ik slaap, maar er komt niemand binnen.

Als het ongeveer middernacht is, stap ik mijn bed uit. Ik steek mijn vlijmscherpe zakmes bij me. Zenuwachtig open ik de deur. Ik laat hem open, voor het geval dat. Dan sluip ik naar de stallen.

Ik ben heel erg zenuwachtig, maar ik laat niks merken. Als ik bij de stallen ben aangekomen, ga ik expres niet langs Space, bang dat ze gaat hinniken.

Ik ga naar de deur en klop er zachtjes op. Meteen sta ik verstijfd stil, om te horen of er iemand komt. Ik heb hier namelijk praktisch bijna geen verstopplek, dus kunnen ze me zo pakken. Gelukkig hoor ik niks. Voor de zekerheid blijf ik nog vijf minuten wachten, en dan vertrouw ik het wel. Ik haal het zakmes tevoorschijn en klap de zaag zachtjes open, ondertussen ervoor zorgend dat ik mezelf niet snijd. Ik zet het zaagje in het hout. Dan bedenk ik dat dit helemaal niet zo een goed idee is. Dan krijg ik weer een idee, en deze lijkt me beter.

Ik pak de kurkentrekker tevoorschijn en klap het zaagje in. Zo, die zit erin. Dan kan ik mezelf niet snijden. Ik verwring de kurkentrekker en pas en meet in het sleutelgat. Het past! Ik sta weer stil te luisteren. Inmiddels heb ik zweethanden van de spanning. Ik wring in het sleutelgat en eindelijk springt de deur open met een zachte klik. Onwillekeurig sta ik toch weer te luisteren. Dan glip ik naar binnen in de donkere ruimte.

Na een tijdje zijn mijn ogen gewend aan het donker. Ik loop de ruimte een beetje rond, zoveel mogelijk geluid ontwijkend. Dan zie ik een kast. Er zijn negen laatjes en ik trek een willekeurige open. Meteen sperren mijn ogen zich wijdopen. Er liggen papieren met locaties erop!

Ik lees verder en zet mijn oren ondertussen goed open, bedacht op elk geluid. Dit zijn alle gegevens van locaties waar de paarden zijn gestald. Er staan ook wat vreemde getallen bij, zoals 4 paarden +5. Op de geheime basis heb ik geleerd om gegevens snel uit mijn hoofd te leren. Gelukkig heb ik een fotografisch geheugen, dus ik prent het er allemaal in sneltreinvaart in mijn geheugen. Dan leg ik de papieren terug op de plek waar ze lagen. Ik rangschik ze goed, zodat de mensen die hier komen geen argwaan krijgen. Dan trek ik een volgende la open. Er zit niks in. Ik trek alles open, en vind nog meer papieren. Hierin wordt duidelijk dat 4 paarden+ 5 betekent dat er vijf mensen bij zitten. Dit stamp ik ook in mijn geheugen.

Ik stap nog een dik kwartier de kamer rond, en ontdek dat ik alles wel heb gehad. Dan wil ik me naar de deur begeven.

Ik hoor geschuifel. Ik sluip snel naar de nis achter de deur.

(Als je de deur opendoet, draait hij naar binnen. Zo ontstaat er een nis achter).

Het is stil. Snel besef ik dat ik met een tegenstander te maken heb. Ik wacht met bonzend hart.

Langzaamaan wordt ik ongeduldig. Er komen nu goede dingen van pas, die ik bij de basis heb geleerd. Daar hebben ze geleerd: wachten is het beste. Dus blijf ik wachten.

Mijn geduld wordt gelukkig beloond. Een vrouwenfiguur sluipt naar binnen. Ik wil haar een kaakslag geven, maar het mislukt. Het is enkel een slag in de lucht. Plotseling word ik bij mijn onderbenen gepakt en ik val schuin voorover. Meteen draai ik me om, richt ik me op en geef het onzichtbare lichaam een klap. Ze kreunt. Dan geef ik een linkse. De greep om mijn benen verslapt. Ik spring zo goed als mogelijk overeind, laat me vallen en wil een houdgreep toepassen. Dit mislukt echter, want ik kan in geen velden en wegen zien waar de vrouw zich bevindt. Deze is namelijk al weggerold en ik val pijnlijk hard op de grond. Dan voel ik gewicht op mijn rug. In een fractie van een seconde voel ik mijn beide armen gepakt worden. Ze worden meteen naar achter gedraaid, zodat als ik me opricht, mezelf alleen heftige pijn bezorg in mijn bovenarmen. Ik kan helemaal niks meer.

Op dat moment besef ik wat er allemaal met me kan gebeuren.

Ik wens dat ik nooit op missie was gegaan.

Horses and badboysWhere stories live. Discover now