Hoofdstuk 23

271 15 1
                                    

De persoon sleept mij door de ruimte. Plotseling hoor ik een klik en springt er een fel licht aan. Ik knipper tegen, want mijn ogen waren nog gewend aan het donker. Na een korte tijd zijn mijn ogen alweer gewend aan het licht. Ik kijk naar de persoon en herken tot mijn schrik Roos.

'Roos, wat doe jij hier?' vraag ik verbaasd. Ze wordt rood. 'Wat is er?' vraag ik. 'Waarom was jij hier? ' vraagt ze plotseling scherp. Mens, wat is dat kind onvoorspelbaar. 'Ik was nieuwsgierig. Ik wed dat anderen dat ook zijn', zeg ik met mijn onschuldigste gezicht. Ik hoop niet dat ze hier een goed weerwoord op heeft, want anders ben ik me helemaal vast aan het praten. Ze houdt me nu iets minder vast in de houdgreep. 'Luister, ik ga je loslaten, maar als je één streek uithaalt, ben je dood', zegt Roos bevelend. 'Is goed', zeg ik. Ik ga er maar mee akkoord, want het zit niet zo prettig.

Ze laat me los en ik draai me om. Meteen kijk ik in de loop van een pistool. Jammer dat ik mijn pistool niet heb meegenomen. Nou ja, ik moet er maar mee doen. 'Wat deed jij hier?' vraagt ze nog een keer. 'Ik was nieuwsgierig, dat zei ik toch', zeg ik. 'Ik wil de waarheid, niks anders!' roept ze boos en dreigt met de pistool. Ze zal toch niet schieten, anders verraad ze zichzelf. Maar dan krijg ik niet zo een fijn gevoel. Het kan natuurlijk dat ze een soort van 'nachtwaker' hebben die de boel in de gaten houdt.

'Wat deed jij hier?' vraag ik argwanend. 'Ik ben de nachtwaker', zegt ze.

Nee.

Ik scheld mezelf uit voor alles wat lelijk is.

Ik moet wat proberen. Maar wat? Ik ga haar aandacht afleiden. 'Hoe gaat het momenteel ermee?' vraag ik zo onschuldig mogelijk. Ze kijkt me meteen argwanend aan. Was te verwachten. 'Goed, hoezo?' vraagt ze. 'Gewoon', zeg ik en ik probeer haar blik te ontwijken. 'Wat gewoon?' vraagt ze. Ik kijk haar recht aan en kijk fel. Dit is mijn kans. Bluffen.

'Ik hoef niet alles aan jou te vertellen!' roep ik woedend.

Ik sta op en ze zit me schaapachtig en verbaasd aan te kijken. Ze let niet op het pistool dat nu slap naar beneden hangt. In een fractie van een seconde schop ik het wapen uit haar hand. Meteen grijpt ze naar haar hand en op hetzelfde moment laat ik me bovenop het pistool vallen. Ik pak het vliegensvlug met mijn rechterhand. Dan rol ik naar links om en richt op haar. 'Geen grapjes meer, ja?' beveel ik. Deze rol ligt me goed. Als leider. Gefocust op Roos sta ik op. Als ze van de verbazing is bekomen, geeft ze me een dodelijke blik. 'Niks zeggen tegen de anderen, of je bent dood', zeg ik. Ze lacht schamper. 'Je gaat toch niet schieten', zegt ze. 'Jawel, lief kind', zeg ik met een poezelig stemmetje. 'Nou lopen'.

Als we betrapt worden, heb ik een goed smoesje. Ik zeg gewoon dat ik niet kon slapen en ik geluid hoorde. Dan was ik naar beneden gelopen en had Roos betrapt. Ze zal er niks tegenin kunnen brengen.

Tenzij ze natuurlijk echt de nachtwaker is.

Blijkbaar beseft ze dit ook. Ze staat op en geeft me nog een dodelijke blik. 'Wat aardiger mag ook wel hoor. En ja, je mag voorop lopen', zeg ik sarcastisch. Zo kan ik alle acties van haar onderscheppen. Wacht. Misschien heeft ze nog wat in haar zak. Ik kan haar niet fouilleren, want dat is te gevaarlijk. Nou ja, dat risico moet ik maar nemen. Het is niet anders.

Roos loopt voor me uit en ik gebaar dat ze stil moet staan. Voorzichtig duw ik de deur in het slot. Dan gaan we de trap op. Zo lopen we tot we bij Roos' kamer aankomen. Ze gaat erin en ik loop er met een bocht omheen. Een paar kamers verder is die van mezelf, ik open de deur en ga naar binnen. Achter me doe ik de deur op slot.

Het pistool verberg ik goed en dan ga ik slapen, als ik van alle emoties bekomen ben.

De volgende dag

Ik sta op en rek me uit. Ik kleed me aan, zwarte broek, zwarte schoenen en zwart vest. Dan loop ik de kamer uit en doe hem op slot. Ik steek de sleutel in mijn zak. Uit mijn ooghoek zie ik nog iemand van de bende uit zijn kamer komen. Ik loop naar hem toe.

'Goedemorgen'.

'Goedemorgen, Danique', zegt hij met een ochtendstem.

'Hoe heet je?' vraag ik. 'Waarom?' vraagt hij meteen.

Iedereen is hier achterdochtig.

'Praat wat makkelijker', zeg ik. 'Oh. Kay', zegt hij. 'Weet je trouwens waar de etenszaal is?' vraagt Kay. 'Nee', zeg ik eerlijk. Sterker nog, ik heb nog nooit van een etenszaal gehoord.

'Oké, loop maar met me mee'. Ik knik en loop achter hem aan.

We komen in een grote ruimte en ik zie heel veel mensen van de bende zitten. Voor het gemak ga ik naast Kay zitten. Gelukkig zit Olgar, de poepogige, aan een andere tafel. 'Daar kun je eten pakken', zegt Kay en wijst naar de keuken waar boterhammen liggen met beleg. 'Dank je', zeg ik en ik sta op. Ik loop naar de keuken. Er liggen tosti's, gewone boterhammen en sandwiches. Ik hou niet van sandwiches, dus pak ik een tosti die er lekker uitziet. Ik leg deze op een bord en pak ook nog een beker en bestek. De beker vul ik later wel. Ik loop terug naar de tafel en zie dat de meeste ook al eten hebben.

'Iedereen stil, alstublieft!' wordt er omgeroepen. Ik draai me nieuwsgierig om op mijn stoel. Andere bendeleden zitten ook omgedraaid, zie ik uit mijn ooghoeken.

'We hebben zojuist wat onderschept. Een bericht. Een code bericht nog wel. Dat was van één van ons'. Iedereen zit om zich heen te kijken, inclusief mij. Het was eigenlijk de bedoeling dat ik gisteren een bericht ging verzenden, maar dat is niet gelukt doordat ik naar de kelder ging en de gesloten ruimte. Ik ben nu blij dat ik het niet gedaan heb. Ik zie eigenlijk alleen maar bendeleden.

Wacht.

Roos is er niet!

Johan vond dat de spanning wel genoeg was opgevoerd, en gaat hij verder met zijn speech. Hij pakt een blaadje en fronst zijn wenkbrauwen. 'Het is Roos, en het is een agent van' -Zijn wenkbrauwen zakken bijna op zijn ogen- 'de H.G.B. Kent iemand dat?' Ik kijk zo ongeïnteresseerd mogelijk, maar in mijn hart stormt het. Een tweede agent van de H.G.B?! Hoe kan dat? Wat een fout! Of was ze er om mij te controleren of ik een goed agent zou zijn?

Meer tijd om na te denken is er niet. 'Ja, Roy?' zegt Johan. 'Dat is volgens mij een dienst die misdaden oplost in de staat', zegt Roy. Ik kijk om me heen en zie hem aan het tafeltje zitten met Olgar. Hij heeft bruinzwart haar en donkere ogen met donkere kleren. Hij is mollig. 'Dan hebben ze ons door. We gaan een plan bedenken om volgende week naar een andere locatie te gaan. Graag verder eten, vanavond is er vergadering. Brons twee alleen. Roos wordt opgesloten, we rekenen later wel met haar af', zegt Johan. Mannen knikken. Ik knik niet, en ik heb ook geen idee wat brons twee betekent. Maar nu moet ik er eigenlijk wel achter komen wie de nachtwaker is. Het lijkt me een goed idee om dat aan Kay te vragen. 'Weet je, ik wilde eigenlijk een hogere positie. Hebben jullie de positie van nachtwaker vrij?' vraag ik langs mijn neus weg.

'Nee, dat is Roy', zegt Kay en gaat verder met eten. Het was dus in elk geval een smoes van Roos om te zeggen dat zij nachtwaker was. Mooi.

Ineens krijg ik haast met eten. Het duurt dan ook niet lang of ik stap van de tafel en mompel iets dat een groet moet voorstellen. Niemand zegt wat terug. Ik ga naar mijn kamer en ga op mijn bed zitten.

Alle stukjes vallen nu op hun plaats. Ik was gisteren in de kelder, Roos was daar om waarschijnlijk een bericht te verzenden, want ik had daar een apparaat gezien. Ze hoorde geluid en ontdekte mij. Ze zei dat ze nachtwaker was, maar dat is Roy.

Ik moet haar redden!

Horses and badboysWhere stories live. Discover now