18 | De ontwaking

754 46 2
                                    

Diep verborgen in het vergeten land van Eudox, een land dat niet te vinden is door de levenden en de dood, opende een mysterieus wezen zijn ogen en nam voor het eerst in een eeuwigheid diep adem

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Diep verborgen in het vergeten land van Eudox, een land dat niet te vinden is door de levenden en de dood, opende een mysterieus wezen zijn ogen en nam voor het eerst in een eeuwigheid diep adem. Het wezen was voor een hele lange tijd opgesloten in een wereld van niets, maar nu is het eindelijk weer wakker geworden.

Het wezen rees uit de zwarte, slijmerige moeraswater en rechte langzaam zijn kromme rug. Het keek naar zijn handen en naar zijn lichaam. Het teste zijn tenen en zijn vingers. Het stond daar voor een tijdje, alsof het brein nog tijd nodig had om te herinneren wie en wat hij, als zijn eerste gedachte dan opkomt. Het voelde woede. Zware, alles verpulverende woede.

Het had maar één doel voor ogen en dat doel zal het einde betekenen van al het leven in Eudox. Het zal zijn wraak nemen. De dag van Eudox's ondergang zal aankomen en op die dag zal het wezen er zijn om alle magie en alles wat dit vervloekte relm liefhebt zal afnemen, zoals ze bij het wezen hebben gedaan. Dit wezen verlangde naar wraak. Heerlijke, zoete wraak...

~*~*~*~

Nadat Daphne was uitgeschakeld brachten de wachters haar naar een ondergrondse cel, niet verweg van de stad. De edele gasten werden terug naar Demosthenis gebracht, er werd voor Léandra gezorgd, het volk werd begeleid naar huis en de studenten en leraren moesten terug naar de academie.

Niko was een ander verhaal.

Heer Gregor, vrouwe Eirini en drie andere wachters moesten hem bedwingen om niet achter Daphne aan te gaan. Uiteindelijk ging hij mee, vooral omdat hij het niet tegen vijf fęeën kon opnemen, met de belofte van de dienstleiders dat hij haar binnenkort mocht bezoeken. Zo ging iedereen na een gespannen dag terug naar hun vertrekken.

De volgende dag gingen de dienstleiders -inclusief die van de filosofen en de nijverheid- de directeur, de raadspensionaris en de leider van het beschermingsteam in Salomé, allemaal aan een grote, ronde tafel zitten in een van de vergaderzalen van de academie.

De directeur zat aan het hoofd, met aan zijn rechterkant vrouwe Eirini en aan zijn linkerkant de raadspensionaris. Naast hem zat de leider van het beschermingsteam, Hilf, en tegenover hem zat heer Gregor. Voor de rest waren de stoelen bezet door de dienstleiders van de filosofie en de nijverheid.

Tien minuten geleden was iedereen gearriveerd en het tien minuten lang was het stil gebleven. Niemand was bereid voor het gesprek dat zou plaats vinden. Niemand had ooit gedacht dat ze het überhaupt over dit onderwerp moesten hebben. Ze hadden de roddels gehoord, maar ze wilden er niets van geloven, wat begrijpelijk is.

Maar nu dat ze hier zo zaten met de nerveuze, zweterige directeur die lijkt alsof hij het engste, of het wonderbaarlijkste ding in zijn leven heeft gezien, waren ze niet zo zeker van hun zaak meer.

Eudox | Boek 1 | De OntwakingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu