19 | Coole oren

744 46 0
                                    

De gefrustreerde koning liep met twee wachters aan zijn zij door de gangen van het grote kasteel, de lange wenteltrap af naar de donkere, koude kelders en stak onderaan de trap een fakkel aan die aan de muur hing

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

De gefrustreerde koning liep met twee wachters aan zijn zij door de gangen van het grote kasteel, de lange wenteltrap af naar de donkere, koude kelders en stak onderaan de trap een fakkel aan die aan de muur hing. Hij liep met grote stappen de lange, donkere gang uit en klopte bij het einde aan op een ijzeren deur.

"Binnen!", riep een schorre stem en de koning gebaarde naar een van de wachters. De grote, forse man stapte naar voren en haalde een grijze, roestige sleutel uit zijn zak, waarmee hij het grote slot opendraaide. De wachters duwde de zware, metalen deur open en liepen als eerste naar binnen. De ruimte zag er dim uit door de drie verlichte kaarsen op het bureau aan de andere kant van de kamer.

De kamer stond vol met tekeningen van planten, dieren, demonen, wezens en geestachtigen. Een kast in het hoekje van de dimverlichte ruimte stond vol met potten waar ogen, slagtanden, organen, haren, vleugeltjes en verschillende soorten giftige planten in zaten.

Voor de rest stond er tegen de muur aan een oud bed waar allemaal boeken op lagen. Naast het bed stond een nachtkastje en een olielamp.

De koning liep verder naar binnen en keek naar de kromme man op de stoel aan zijn bureau. Hij schraapte zijn keel en de man hield zijn vinger op. "Één seconde uwe majesteit! Ik ben zo klaar...".

De koning zuchtte en keek afwachtend om zich heen. "Zo te zien heeft u het druk professor?", vroeg hij en de oude, kleine man lachte waarna hij zijn hoofd omhoog hief. Hij had grijs, rommelig haar, een brilletje op en simpele, bruine kleren aan. Ook had hij gele tanden wat te zien was door zijn akelige lach.

"Eigenlijk wel, wat best grappig is sinds ik hier al vijf jaar opgesloten zit. Je zou denken dat ik hier niets meer te doen zou hebben, maar kijk!", zei hij en pakte op waar hij al een tijdje aan bezig was. Hij haalde een potje met een blauw, groenachtige vloeistof tevoorschijn en stond op.

"Dit is een drankje, gemaakt van wolkenherten vacht, kruidnagel en marentakkenwortels. Voeg er nog wat feeënstof aan toe en je krijgt het gif van de sirenes, Moëlerf Doreia".

De koning keek er verbaasd naar. "U heeft de krachten van een sirene nagemaakt met maar een paar middelen? Hier?". Hij keek geërgerd om naar de wachters achter hem, die voor zich uit bleef staren maar er ook zweterig uitzaten.

De professor lachte. "Geef de schuld niet aan hen, uwe majesteit. Niemand had verwacht dat ik zoiets in deze gevangenis zou kunnen maken", zei hij en de koning keek weer om naar de vergrijsde man.

"Er is iets gebeurd waarbij we u hulp goed kunnen gebruiken", begon hij eindelijk. "Je zult dit even pauze moeten zetten en met ons mee komen".

De man knikte. "Maar natuurlijk uwe hoogheid, laat me dit expiriment nog heel even afmaken en-".

"We moeten nu weggaan, professor", onderbrak hij hem met een waarschuwende blik.

Eudox | Boek 1 | De OntwakingWhere stories live. Discover now