22 | Vlucht voor hun

405 22 1
                                    

Daphne wist voor een feit dat Filimon een hekel had aan de kamers op de academie, dus had hij een klein huisje aan de rand van de stad gehuurd, waar zij op dit moment naartoe vluchtte

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Daphne wist voor een feit dat Filimon een hekel had aan de kamers op de academie, dus had hij een klein huisje aan de rand van de stad gehuurd, waar zij op dit moment naartoe vluchtte. Ze kwam bij het huis aan en klopte gehaast op de houten deur. Ongeduldig bleef ze om zich heen speuren terwijl ze wachtte. "Kom op Filimon", fluisterde ze wanhopig en klopte nog een keer aan.

Boven achter het raam zag ze een kaars aangesteken worden, waarna Filimon's hoofd kwam tevoorschijn achter het gordijn. "Wie is daar?", vroeg hij met een slaperige stem en keek naar beneden.

"Filimon! Doe snel de deur open!", fluisterde ze hard en hij leek even te twijfelen, voordat hij knikte en weer verdween. Een minuutje later ging de deur open en stapte ze meteen naar binnen. "Kom maar binnen", zei hij sarcastisch en deed de deur achter haar weer dicht.

Zijn huis was best simpel, maar tegelijkertijd ook chique ingericht. Ze ging aan de kleine eettafel zitten en plofte neer op de stoel, waarna ze uitgeput haar hoofd liet zakken op de tafel. Filimon stond met over elkaar gevouwde armen naar haar te staren en fronste verward.

"Hoe ben je hier terecht gekomen?", vroeg hij uiteindelijk.

Ze hief haar hoofd op. "Lopend", zei ze en glimlachte humorloos. Zijn frons verdiepte. "Kon je niet vliegen?".

Ze keek hem raar aan. "Nee? Je weet dat ik niet kan vliegen, Filimon".

"Dat kon je wel in het Colosseum", zei hij op een verdenkende toon.

"Ja nou ik herinner me niets van het Colosseum dus daar komen we niet ver mee, of wel?", beet ze terug en trok haar blik van hem af. Filimon kwam twijfelend dichterbij, waarna hij op de stoel naast haar ging zitten.

"Wat is er allemaal gebeurd?", vroeg hij kalm en keek haar nieuwsgierig aan. Ze zuchtte en ging rechterop in de stoel zitten.

"Nou, waar zal ik eens beginnen? Ik werd wakker in een cel met mijn handen en voeten vastgeketend aan de muur als een wild beest, ik kreeg te horen dat ik waarschijnlijk een vijfhonderd jaar oud uitgestorven wezen ben en eigenlijk niet hoor te bestaan, de directeur kwam met de raadspensionaris en de leider van het beschermingsteam van Salomé om mijn fantastische oren te bewonderen alsof ik een soort historisch object ben, Niko heeft me verteld dat de koning en nog een paar andere edelmannen waren gekomen om mij af te voeren naar wie weet waar, Niko heeft zichzelf geslagen met een van de ketens, de muur laten ontploffen, waarna ik ben ontsnapt en nu ben ik hier". Ze nam een diepe hap adem voordat ze haar hoofd op haar handen liet leunen.

Filimon had aandachtig naar het verhaal zitten luisteren en zijn frons was steeds dieper en dieper geworden. Hij knikte en legde zijn hand troostend op haar schouder. "Het komt wel goed, ok", verzekerde hij, maar ze schudde resoluut haar hoofd. "Nee. Het komt niet goed. Dit-", ze veegde haar bruine lokken achter haar puntige oren.

"Komt niet goed! Ik ben een elf, Filimon! Een elf! Hoe is dat in godsnaam mogelijk?!", riep ze hopeloos. Hij verbaasd naar haar oren. "Geen idee...", mompelde hij en trok zijn hand terug. Ze keken elkaar kort in stilte aan. Uiteindelijk stond ze op. "Kan ik hier overnachten?", vroeg ze en hij haalde zijn schouders op.

Eudox | Boek 1 | De OntwakingWhere stories live. Discover now