24.

991 48 11
                                    

De laatste dagen in Parijs waren omgevlogen. Na het etentje hebben we hier nog maar 1 dag rond gelopen waarna we alweer terug naar huis gingen. Blijkbaar wisten onze moeders allang van Harry's georganiseerde etentje. Vandaar dat ze ook voor deze ene keer niet met ons meegingen. Het was zo fijn. Zo veilig en vertrouwd. Het liefst zou ik eeuwig in Parijs met Harry blijven en nooit meer weg gaan. Maar we moeten binnenkort ook weer terug naar het ziekenhuis voor controle. Ik althans. Harry mag wat langer wachten om te kijken of de heftigere kuur heeft aangeslagen. Het zullen vast wel goede resultaten zijn. Daar maak ik me niet ongerust over.

Inmiddels zit Harry naast me achterin de auto terwijl we tegen elkaar aanliggen. De afgelopen dagen hebben ons flink uitgeput. Ik hoor zijn regelmatige ademhaling en ik voel hoe zijn hoofd op mijn schouder ligt. Ik glimlach even en geef een kus op zijn lichtgrijze beanie die hij nog steeds elke dag draagt. Zijn mooie groene ogen zijn dicht en zijn oogleden ontspannen. Hij slaapt vredig tegen me aan. Nog steeds voelt elke aanraking van hem alsof mijn huid in brand word gezet. Maar dan een soort liefdesvuur waardoor ik volledig een warm gevoel krijg van binnen. We blijven zo nog even zitten totdat we de Nederlandse grens over zijn. Dan moet ik hem wel even wakker maken hoewel ik heerlijk met mijn lieve vriendje onderuit zat. Hij opent slaperig zijn ogen en kijkt me vragend aan. 'We zijn weer in Nederland Hazz'. Hij glimlacht en trekt me tegen zich aan. 'Weer terug in ons vertrouwde landje Lou'. Ik grinnik en nestel me dichter tegen hem aan. Het kan me niks schelen dat onze moeders ons kunnen zien vanuit de achteruitkijk spiegel. Ik laat nooit het moment verstoren wanneer ik Harry's geur kan opsnuiven en ik zijn hart hoor als mijn hoofd op zijn warme borstkas ligt. Of dat ik zijn longen zich voel volzuigen met lucht en dat weer langzaam uitblazen. Regelmatig streelt Harry over mijn rug en geeft een kusje op mijn pet. Ik zucht diep. Er bestaat werkelijk niks beters dan dit.

Na een tijdje rijden zijn we bij mijn huis aangekomen waar Des, Gemma en mijn vader wachten op ons. Die zijn maar wat blij om ons te zien. We worden warm binnengelaten en ik krijg een knuffel van mijn vader en Gemma. Zelfs Des geeft mij een knuffel. 'Kom zitten! We willen alles horen' zegt mijn vader. Ik maak een klein kreunend geluidje. Harry merkt het zoals gewoonlijk weer meteen. Hij kent mij veel te goed. 'Om eerlijk te zijn Mark.. zijn Louis en ik nogal moe van de reis,  zouden we eerst even boven op bed mogen liggen?' vraagt hij. Mijn vader stemt meteen toe. 'Is goed jongens, komen jullie zomenteen maar'. Harry pakt mijn hand en trekt me de trappen van mijn huis op naar mijn kamer. Als hij naar binnen wil lopen houd ik hem tegen. 'Wat is er Lou?' vraagt hij verbaasd. 'Ik wil je iets laten zien, iets wat ik altijd s'avonds doe als het lekker weer is' zeg ik. Voordat Harry nog iets kan zeggen trek ik hem ditmaal naar de zolder toe. Ik ga eenmaal daar op een trapje staan en open een luik dat naar het dak leid. 'Kom maar achter me aan' zeg ik. Harry volgt zwijgend mijn bevelen op. Eenmaal boven was het al hoe ik verwacht had. De hemel is helemaal verlicht met honderden twinkelende sterren. 'Wauw' zucht Harry. Ik knik en ga op het dak op mijn rug liggen en Harry volgt mijn voorbeeld.

'Het heeft wel iets magisch hé?' vraag ik. 'Dat heeft het zeker Lou'. 'Al die mooie sterren die op ons neerkijken'. Ik kijk hem verbaasd aan. 'Sterren kunnen je toch niet aankijken?' vraag ik. Harry grinnikt zacht. 'Al die sterren die wij nu zien zijn onze voorouders, mensen die ons al zijn voorgegaan en zijn gestorven. Zij kijken nu op ons neer en volgen ons totdat wij één van hen worden' zegt hij. 'Dus op een dag worden we allemaal een ster?' vraag ik. Harry knikt. 'Dan is mijn oma nu ook een ster'. 'Ja Lou de mijne ook, maar zij kijken trots op ons neer, daarom glinsteren sterren ook altijd zo, ze zijn daarboven gelukkig en gezond en bovenal trots'. 'Harry?'. 'Ja?'. 'Als wij ooit sterren worden.. beloof je dan dat we dan samen zullen glinsteren en gelukkig zullen zijn?' vraag ik. Harry pakt mijn hand stevig vast. 'Dat beloof ik Lou, ik weet wel zeker dat dat gaat gebeuren'. 'Hoe weet je dat zo zeker dan?'. Hij buigt me iets verder naar me toe. 'Omdat ik zielsveel van je houd en dat houd niets tegen'. Daarna druk ik mijn lippen op de zijne. Onder de mooie sterrenhemel op het dak van mijn huis.

Cancer| L.SWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu