Kingdom of Love Hoofdstuk 002

1K 23 0
                                    

Ik zat op de grond terwijl mijn neefjes om me heen speelden. De dienstmeiden zaten ergens verderop. Steve was de oudste van de tweeling. Qua sterkte was hij niet gelijk aan Sam, de jongste, maar Steve was wel de slimste. Hij zou een goede heer zijn voor zijn eigen mensen. Sam zou waarschijnlijk een ridder worden en daarmee zijn geld verdienen. Ik hoopte dat ik hen nog vaak kon zien, als ik getrouwd was.

Het hoefgetrappel was al van ver te horen en de tweeling sprong op. Ik ging ook staan en ik zag ze aankomen. De vlag met een bliksemschicht en daar doorheen een R was goed te zien. Daarnaast reed een man in het wit op een zwart paard voorop. De koning van Recain en zijn gevolg kwam eraan.

'Jongens, kom hier', zei ik. We stonden langs de weg richting ons huis, de koning zou langs ons komen.

De jongens gingen naast me staan. 'Als de koning langs komt, moeten we buigen', fluisterde ik.

'Waarom?' vroeg Steve.

'Omdat we dan respect tonen aan hem', zei ik. 'En ons land ligt in zijn regeringsgebied. We kunnen niets anders doen dan respect tonen.'

'Ik snap het', fluisterde Sam, maar ik wist dat hij het niet snapte. Hij was nog niet oud genoeg om het te snappen.

De koning en zijn gevolg kwamen steeds dichterbij. Ik wilde en hoopte dat hij door reed en geen aandacht gaf aan ons. Ik had nog niet de moed om mijn verloofde onder ogen te zien.

Toen ze dichtbij waren maakten we allemaal een buiging. Vanuit mijn ooghoeken keek ik hoe de koning voorbij reed en weer stopte. Zijn gevolg botste bijna op elkaar, maar gelukkig gebeurde er geen ongelukken.

'Wacht hier', hoorde ik de koning met een heldere stem zeggen. Zijn stem was mannelijk en het ging helemaal door me heen. Het was een stem van iemand die gewend was bevelen te geven en te krijgen wat hij wilde.

De koning stapte van zijn paard af en ik ging rechtop staan. Hij liep op me af en door het masker kon ik zijn gezicht niet lezen. Maar wel zijn ogen, die verrassend oceaanblauw waren. Het waren de prachtigste ogen die ik ooit had gezien.

'Lady Eveline?' vroeg de koning, maar het leek eerder op een constantering.

'Ja, uwe majesteit', zei ik.

'Drake', zei de koning. Hij pakte mijn handen vast. 'Geen beleefdheden voor mijn toekomstige echtgenote. Onthoud dat, Eveline.'

'Natuurlijk', zei ik en ik sloeg mijn ogen neer. Zijn ogen waren indringend en het leek alsof hij door me heen keek.

Drake richtte mijn gezicht op met een vinger onder mijn kin. 'Wees nooit bang voor mij en doe wat je wilt', fluisterde hij, zodat alleen ik hem kon horen. 'Ik wil dat jij altijd gelukkig bent, wat er ook voor moet gebeuren. Jouw welzijn staat altijd voorop.'

Ik glimlachte zwakjes. Het waren mooi woorden, maar kon hij ze ook houden. We wisten allemaal dat mijn welzijn nooit voorop zou komen, alleen het welzijn van de mensen in Recain.

'Kom, mijn Eveline', zei Drake. Hij wilde me meeduwen in de richting van zijn paard, maar ik trok mijn handen uit die van hem en ik deed een stap naar achteren.

'Ik kan mijn neefjes niet achterlaten, Drake', zei ik. Ik maakte me niet zorgen om mijn paard, daar zouden de dienstmeiden wel voor zorgen. Maar ik wist hoe ze waren met mijn neefjes.

'O ja', zei Drake en hij keek naar mijn neefjes alsof hij ze nog niet eerder had gezien. Mijn neefjes verborgen zich achter mijn rokken.

'Bent u echt een koning?' vroeg Steve.

Drake ging door zijn knieën. 'Ja', zei hij.

'Heeft u vele oorlogen overwonnen?' vroeg Sam. Hij kwam achter mijn rokken vandaan. 'Want tante Eva heeft veel over de oorlogen verteld. Ze zegt dat juist van de fouten van vroeger, we beter kunnen leren. En ze zegt ook dat juist in tijden van oorlog de meeste fouten worden gemaakt, maar uiteindelijk ook recht wordt gedaan. Is dat echt waar?'

'Je tante is heel erg wijs', zei Drake. Ik glimlachte om dit compliment. 'En ze heeft gelijk. De meeste fouten worden in tijden van oorlog gedaan, maar ook wordt er uiteindelijk recht gedaan. Daarom zijn er nu geen oorlogen. We leren wanneer we moeten onderhandelen en wanneer we een leger moeten klaarmaken.'

'Heeft u in vele oorlogen gevochten?' vroeg Steve. Hij moest laten zien dat hij de oudste was, dus hij ging wat voor Sam staan.

'Meer dan mij lief is', zei Drake. 'Maar kom. We moeten naar jullie huis gaan, mijn kleine vriendjes. Hoe vinden jullie het om met echte ridders te rijden?'

Ik glimlachte om de juich kreetjes van mijn neefjes. Drake stond op en mijn neefjes renden op de ridders af.

'Eveline', zei Drake en hij stak zijn hand uit. Ik nam het aan en we liepen samen naar zijn paard. Drake tilde me op zijn paard. Terwijl mijn handen op zijn schouders lagen, voelde ik dat Drake krachtig was. Hij was geen koning die ziek was, zoals men zei, maar hij was fit en krachtig.

Drake sprong achter me op het paard en we reden weg. Hij hield een arm strak om mijn middel.

'Nou, Eveline', zei Drake. 'Vertel me eens iets meer over je neefjes.'

'Ze zijn van mijn zus, Samantha', vertelde ik. 'Haar man was gestorven tijdens een oorlog. We stonden samen op de muren. Ze slaakte een gil en toen was ze weg. Ik zag haar later het veld oprennen naar haar man toe. Ze is daar gestorven naast hem.' Ik slikte even een brok in mijn keel weg. Samantha was als een moeder voor me geweest. Mijn moeder was doodgegaan bij mijn geboorte.

'Echte liefde', hoorde ik Drake fluisteren.

'De tweeling was toen nog maar vier maanden oud. Sindsdien zorg ik voor ze. Ze zijn net vijf jaar geworden, een dag voordat ik jarig ben. Ik moest wel voor hun zorgen, niemand anders deed dat. Mijn oudste broer was spoorloos verdwenen en de tweede zoon is ook de perfecte tweede zoon, maar geen perfecte heer voor zijn mensen. En mijn stiefmoeder gaat dus helemaal niet voor kinderen zorgen. De tweeling voelt eigenlijk als mijn eigen kinderen.'

'Prachtig', fluisterde Drake. We waren aangekomen voor de deur van mijn huis. Drake stapte van het paard af en hij tilde mij er ook van af. Ik voelde weer hoe sterk hij was.

Mijn handen bleven op zijn borstkas liggen. Ik wilde het contact tussen ons niet verliezen.

'Je zou alleen gelukkig zijn als je ze bij je had?' vroeg Drake ineens uit het niets. Ik keek in zijn ogen en ik dacht na over zijn vraag. Ik wist dat mijn neefjes ongelukkig zouden zijn hier alleen met Silvia. En als ze bij mij aan het hof zouden wonen hadden ze een betere kans op een goede toekomst. Ja, ik zou hen graag bij me willen hebben.

'Ja, ik denk het wel', zei ik.

'Uwe hoogheid', hoorde ik de stem van mijn stiefmoeder. Ik kromp een beetje ineen. Ik wist dat Drake het door had, want hij bleef mijn hand vasthouden terwijl hij zich richtte tot Silvia.

'Ik ben zo blij dat u hier bent.' Ze maakte een revanche en toen glimlachte ze naar me. 'Je hebt Eveline al gezien. Ik hoop niet dat ze u terleursteld.'

'Een prachtige vrouw als zij, zou mij nooit kunnen teleurstellen', zei Drake.

'Natuurlijk', zei Silvia, maar ik zag in haar ogen dat ze dat niet geloofde.

'Ik wil morgen van hier vertrekken', beveelde Drake. 'Zorg dat Eveline's spullen klaar zijn om mee te gaan, ook die van Steve en Sam. We trouwen over een maand in Recain.'

'Over een maand, dat kan niet...'

'We trouwen over een maand in Recain', beveelde Drake. Een rilling van angst ging door mij heen. Drake leek langer omdat hij zijn rug had gerecht. 'En ik wil dat de tweeling, de neefjes van Eveline, bij ons komen wonen. Ik verlang voorlopig niets meer.'

'Natuurlijk, natuurlijk', stamelde Silvia.

'Kom, Eveline', zei Drake. 'Vertel me meer.'

Kingdom of LoveWhere stories live. Discover now