Kingdom of Love Hoofdstuk 015

853 22 2
                                    

Ik werd wakker en ik zag meteen Maddie. Haar ogen waren rood van het huilen en ze keek uit het raam. Ik kon alleen de zijkant van haar gezicht zien. Ik wilde iets tegen haar zeggen maar het lukte me niet. Mijn mond was kurkdroog.

Ik keek om me heen. Ik kon mijn hoofd niet bewegen, maar mjn ogen lukte nog wel. Ik lag in een soort van kerk. Overal waren kaarsen en het was donker.

'O Eveline', huilde Maddie. 'Waarom moest dit toch gebeuren? Waarom nu? De jongen was juist zo gelukkig.'

Ik wilde weer wat zeggen, maar er kwam alleen maar een zacht schrapend geluid over mijn lippen. In de lege kamer klonk het heel erg hard en Maddie draaide zich meteen naar me om. Toen ze mijn ogen open zag barstte ze weer uit in huilen en liet ze zich over me heen vallen.

'O mijn Eveline', zei Maddie huilend. Ze nam mijn gezicht in haar handen en ze kuste me op mijn beide wangen. 'Je bent toch niet dood. Hoe kan het dat je niet... Ach, wat hebben we een geluk zeg.'

'Maddie', fluisterde ik schor.

Ze keek me aan. 'Ik zorg voor lappen en ik laat Drake halen en...' Maddie babelde maar door terwijl ze weg rende. Ik richtte me op, maar mijn armen trilden. Toch wist ik dat ik door moest gaan.

Ik had een wit kleed aan, het was een begrafeniskleed. Dachten ze echt dat ik dood was. Hoe lang moest ik dan niet zo zijn geweest?

Ik hoorde iemand een trap af rennen en ik keek naar achteren. En daar zag ik hem, Drake.

'Eveline', fluisterde hij. Ik zag de tranen in zijn ogen. Hij zag er niet goed uit. Hij had zwarte kleding aan wat er rommelig uitzag. Zijn masker zat een beetje scheef. 'Je leeft.'

'Ik leef', zei ik. 'Hoe kon je denken dat ik jullie zou verlaten? Dat zou ik nooit doen.'

'Ik weet het', zei Drake. Hij liep langzaam op me af en hij raakte voorzichtig mijn wang aan, alsof ik zomaar zou verdwijnen. Ik sloot mijn ogen. Wat had ik zijn aanraking gemist.

'O Eveline', zei Drake en hij omhelsde me. Het deed pijn, maar het kon me niet schelen. Ik snoof Drake's geur op en ik omhelsde hem ook. Het was zo heerlijk om hem in mijn armen te hebben.

'Laat me nooit meer alleen, Eveline', zei Drake.

'Nooit', fluisterde ik. 'Nooit.' En ik meende het. Ik zou hem nooit meer verlaten. Ook al wist ik niet hoe ik hem had verlaten de eerste keer.

Ik lag in mijn bed en Maddie liep de hele tijd om me heen. Ze zorgde ervoor dat ik warm lag en dat er niks was om me te irriteren. Maar eigenlijk irriteerde zij mij.

De dokters zeiden dat ik een wondergeval was. Het was onmogelijk dat ik nog leefde. Meteen na de geboorte van mijn zoon, die Drake David heeft genoemd, ben ik in een soort van slaap beland waar ik niet meer uit kwam. Ze hebben drie maanden gewacht totdat Drake iedereen heeft verteld dat ik dood was. De dag nadat ik wakker werd zou ik worden begraven. Ik had dus geluk gehad.

Het was nu een week na mijn ontwaking en de dokters vonden me nu pas goed genoeg opgeknapt om mijn zoon te zien. Ik wist wel beter. Ik had mijn zoon eerder kunnen zien, maar ik mocht het gewoon niet van hen. Ze waren irritant. Ik wist heus wel wat goed voor me was. Maddie probeerde de dokter ook over te halen en ze had zelfs Drake gesmeekt, maar die was het eens geweest met de doktoren.

Elke avond kwam Drake even langs om te bespreken wat er was gebeurd. Hij bleef dan een hele tijd aan mijn bed zitten, totdat ik te moe was om naar hem te kijken. Dan liet hij me met rust. Maar wat ik het ergste vond was dat Drake me nog geen één keer had aangeraakt. Hij had me niet gezoend of iets anders ofzo. En ik had in Drake's ogen gezien dat hij bang was om bij me te zijn. Hij zou me niet meer aanraken, dat wist ik zeker.

Er kwamen weer tranen in mijn ogen. Ik wist niet wat ik moest doen om hem straks naar mijn bed te laten komen. Ik moest afwachten, vertelde ik mezelf. Maar diep vanbinnen wist ik dat Drake nooit naar me toe zou komen. Hij was bang dat ik weer zwanger raakte en het dit keer dodelijk voor me zou zijn. Maar ik wist dat ik dit keer sterker zou zijn. Maar ik zou het alleen kunnen bewijzen als Drake weer naar me toe kwam. Iets wat hij nooit zou doen, bang dat hij was om me te verliezen.

Ik knipperde de opkomende tranen weg. Niemand hoefde te zien dat ik huilde om niks. Dat zouden de dokters alleen maar gebruiken om mijn zoon bij me weg te halen.

De deuren werden geopend en Rose kwam binnen met een bundeltje in haar handen. Mijn hart zwol op en nu kon ik de tranen niet meer tegenhouden.

'Geef hier', zei ik en ik stak mijn armen uit.

'Voorzichtig, hare majesteit', zei een dokter.

Ik keek boos naar hem en Rose legde het bundeltje in mijn armen. Ik streek de dekens wat opzij en toen keek ik voor het eerst naar mijn zoon. Hij was zo prachtig. Hij keek me aan en het leek alsof hij glimlachte. Hij had de ogen van zijn vader, maar gelukkig mijn haar. Netzoals bij zijn vader, lag er een fonkeling in de ogen van mijn zoon.

'David', fluisterde ik en iedereen klapte om me heen. Het maakte me niet meer uit. Ik had mijn zoon voor het eerst in mijn handen. Op dit moment mocht de aarde van mij kapot gaan of de mensen buiten de pest krijgen, het maakte allemaal niet meer uit. Ik had mijn zoon in mijn handen.

Ik kuste de jongen op zijn voorhoofd en David glimlacht naar me. Dit was de gelukkigste dag van mijn leven. Nu nog hopen dat mijn zoon niet leek op zijn vader, want het zou zonde om zijn gezicht te verbergen.

Mijn moederhart ging zich bekommeren om de jongen. Er moest veel gebeuren om de jongen klaar te maken voor zijn eventuele koningsschap, maar ik wilde dat niet. Mijn zoon moest kind blijven, het maakte me niet uit hoe.

'Weltrusten David', fluisterde ik toen de jongen gaapte. Hij sloot zijn ogen en ik sloot de mijnen van opluchting. Het ging misschien toch nog goed komen.

Kingdom of LoveМесто, где живут истории. Откройте их для себя