Vier

700 39 0
                                    

'Dit is mijn kamer; hiernaast is een logeerkamer dus ik zal even je bed opmaken,' zeg ik tegen Remus. Hij staat ongemakkelijk in mijn kamer terwijl ik lakens en een kussen uit mijn kast haal. 'Hoe slaap je?' Vraag ik. Ik kijk hem aan en zie hem me raar aankijken. 'Ik-' Ik glimlach. 'Moet je een pyjama hebben?' Verduidelijk ik me. Hij laat zijn schouders hangen en lacht. 'Nee, ik slaap in mijn... In mijn ondergoed,' zegt hij verlegen. Ik gooi hem zijn lakens toe en grinnik. 'Same,' zeg ik, waarna een glimlach op zijn gezicht verschijnt.
'Nou, slaap lekker,' zeg ik. Remus kruipt in bed en slaat zijn dekens over hem heen. Ik glimlach en hij sluit zijn ogen. Ik doe het licht uit en sluit de deur. Ik loop geluidloos naar mijn kamer en trek mijn kledij uit. Ik plof neer in bed en knip het licht uit, scroll nog even op Facebook en ga dan slapen.

Piep piep piep... Piep piep piep... Piep piep pie- 'Remus?' Fluister ik zacht. Er ligt een knappe jongen in het ziekenhuisbed. Ik sta in een kleine witte kamer. Allerlei apparaten worden verbonden door kleine buisjes en draadjes helemaal door de zwartharige zijn lichaam. Ik sta te trillen op mijn benen. Ik wankel naar het bed toe en schrik op. Het is echt Remus. Ik neem zijn hand vast en fluister zijn naam. Zijn huid voelt kouder aan dan normaal. Ik ga zitten op de rand van het bed met lichtblauwe lakens en luister met ingehouden adem naar het piepende geluid van zijn hartslagmeter. Ik kijk op en lees de cijfertjes. Maar 24 slagen per minuut... Ik weet niet veel van dit soort dingen, maar wat ik wel weet is dat dit niet gezond is. Plots daalt het cijfer naar 12 slagen. Ik panikeer en neem Remus' hand weer vast. 19 slagen. Dan niets. Het piepende geluidspatroon is nu een lange piep geworden en ik weet wat er gebeurd. Er rollen tranen van mijn wangen en er stormen allemaal artsen binnen. Ze duwen me met geweld uit de kamer. 'Ga naar de wachtzaal!' Roept er eentje. Ik kijk naar de gesloten deur van Remus' ziekenhuiskamer en huil en snik. Er tikt iemand op mijn schouder. Er staat een vrouw met rode ogen voor mijn neus. 'Het is jouw schuld,' fluistert ze. Haar ogen spuwen vuur en ze zet een stap in mijn richting. 'Je kon hem redden,' zegt ze. Ik kijk haar vragend aan en voel het zweet klotsen. 'Je hebt hem vermoord!' Schreeuwt ze nu. Ik deins achteruit en voel de muur tegen mijn natte rug. Ze steekt een beschuldigende vinger in mijn borstkas en snikt kwaad. 'Je moest bij hem blijven! Je hoort hem te beschermen! Waarom liep je weg?!' Ik kan haar alleen aankijken. Ik voel me schuldig, al weet ik niet waar ze het over heeft. 'Als jij niet zo'n lafaard was, leefde mijn zoon nog,' sist ze furieus.

'Thomas!' Ik schrik op. Remus kijkt me bezorgd aan. Ik voel het zweet van mijn voorhoofd lopen en hijg luid. 'Ik droomde, sorry dat ik je wakker maakte,' zeg ik stil. Hij glimlacht flauw. 'Ik sliep niet,' zegt hij. 'Wa- wat droomde je?' Vraagt hij voorzichtig. Ik veeg met mijn hand over mijn voorhoofd en voel dat de rug van mijn hand nat is. 'Wat zei ik?' Vraag ik hem bang voor het antwoord. 'Je zei steeds dat het je speet... En mijn naam,' antwoordt hij rustig. Ik laat me op mijn kussen vallen. 'Gewoon een nare droom,' zeg ik. 'Zeker? Ik bedoel-'
'Ja zeker!' Roep ik als ik terug recht schiet. Remus kijkt me geschokt aan. 'Is goed... Ik ga terug naar bed,' fluistert hij. Ik wil nog iets zeggen, maar hij loopt weg.
Het is al de derde keer dat ik deze droom heb... Steeds word ik helemaal bezweet wakker.

'AAAAAAAAAAAAAAAH!' Ik schrik wakker van een oorverdovende schreeuw. Ik spring uit bed en ren uit mijn kamer. 'HELP!' Roept iemand. Ik hoor nu waar het vandaan kom en stress overvalt me. Ik storm de logeerkamer binnen en zie Remus woelen. Hij slaat met zijn armen in het rond en hij huilt. 'LAAT ME LOS!' Schreeuwt hij. Ik ga naar hem toe en houd zijn handen vast. 'LAAT ONS GAAN!' Roept hij. 'Remus!' Hij schrikt wakker. We kijken even in elkaars ogen. Er lopen tranen uit de zijne. Dan slaat hij snel zijn armen rond mijn nek en trekt me dicht tegen zich aan. Ik voel hoe nat hij is, maar het kan me niet schelen. Na een minuutje laat hij me los en veegt zijn tranen weg. 'Sorry... Het spijt me zo,' zegt hij. Ik schud mijn hoofd rustig. 'Geeft niet. Je had een nachtmerrie, net als ik,' zeg ik. Hij knikt en gaat in kleermakerszit zitten. Mijn ogen dwalen af van zijn gezicht en landen op zijn sixpack. Ik kan niet helpen te grijnzen. 'Wat zei ik?' Vraagt Remus, waardoor ik weer in zijn ogen kijk. Ik vertel hem wat hij deed en zei en zie hoe afwezig hij is. 'Gaat het echt wel?' Vraag ik nog. Hij knikt. 'Bedankt om me wakker te maken... Ik had anders nog steeds die vreselijke droom,' zegt hij. Ik glimlach. 'De jouwe leek vele erger dan de mijne,' zeg ik. Hij knikt. 'Het ging over jou...'

Dreaming -bxb-Unde poveștirile trăiesc. Descoperă acum