Zes

719 38 8
                                    

'Het is goed,' zeg ik, net als ik mijn gsm uitklik. Remus neemt mijn bakje frozen yoghurt uit mijn hand en gooit die samen met de zijne weg in de vuilbak. Ik steek mijn gsm in mijn kontzak en we lopen naar zijn huis. Blijkbaar woont hij in het rijkere deel van de stad en heeft hij een zwembad.
'Wauw...' Fluister ik. We staan in een lange straat vol grote, wat zeg ik, enorme villa's. 'Ik wist niet dat je zo rijk was,' zeg ik tegen Remus. Hij glimlacht even en loopt dan voorop naar zijn huis toe. 'Dit is het,' toont hij. We staan voor een grote zwarte poort. Achter de poort ligt een grote voortuin en daarachter staat een groot oud huis, heel mooi. Remus grinnikt en tikt een code in. De poort opent automatisch en we lopen naar binnen. Ik kijk rond vol admiratie. Het is echt prachtig. 'Niet te veel letten op mijn vader... Hij is nogal een beetje onvriendelijk tegen nieuwelingen. Hij denkt dat kinderen alleen met me omgaan door mijn rijke ouders,' vertelt Remus. Ik knik en we wandelen verder naar de voordeur. Het nam een minuutje of twee door de grote voortuin. Remus steekt zijn sleutel in het sleutelgat en draait het vier keer om. Met een luide klik springt de deur enkele millimeters open. Remus duwt hem verder en roept: 'Ik ben thuis!' Al meteen hoor ik ergens in de verte het geluid van hakken op de prachtige stenen vloer. Het lijkt echt een mini-kasteeltje hierbinnen. Ik sluit de deur achter me en ik hoor een andere deur openen. 'Dag zoon!' Roept een vrouwenstem. Ik draai me om en zie een kleine, blonde vrouw in chique kleren naar Remus toelopen. Ze komt me zo bekend voor... Dan dringt het tot me binnen: de vrouw van mijn droom. Dit is de vrouw in het ziekenhuis. Hij geeft haar twee kussen en moet zich vreselijk hard bukken. Zijn moeder heeft zwarte hakjes aan, een zwarte kokerrok en een gelig blousje met grijs overgooiertje. Haar nek is bedolven onder de kettingen en aan haar handen rinkelen enkele duur uitziende armbanden. 'Aangenaam, mevrouw,' zeg ik. Ik schud haar hand rustig en ze heeft een brede glimlach op haar gezicht. 'Mam, dit is dus Thomas,' zegt Remus. 'Aah! De nieuwe goede vriend van mijn geliefde zoon Remus! Aangenaam kennis te maken, jongeman,' lacht de vrouw. Ik knik glimlachend. 'Mam, we gaan zwemmen in de tuin. Zijn vader is ingelicht,' vertelt Remus. Zijn moeder knikt. 'Als je me nodig bent, zit ik in de bibliotheek. Oh en Remus! Voor ik het vergeet: je vader komt vanavond iets vroeger thuis dan verwacht. Hij zal hier rond zes uur aankomen,' zegt zijn moeder voor ze naar een andere kamer loopt. Remus knikt en wenkt me mee. We lopen de brede trap op en in de hal loopt hij de hoek om. 'Je huis is echt heel mooi,' zeg ik. Remus draait zich lachend om en loopt verder. Hij opent een deur op de rechterkant van de gang en glimlacht. 'Let op je hoofd,' zegt hij. Ik kijk hem vragend aan, maar zie dan dat hij binnenstapt en zich een beetje bukt. Ik kijk door de deur en zie dat het meteen een trap is. Boven knipt Remus het licht aan en ik volg hem.
'Wauw,' zeg ik nog eens. Remus grijnst. Zijn kamer neemt de hele oppervlakte van de zolder in, buiten een stukje. Ik vermoed dat daar nog een andere kamer is. Hij heeft een king size bed, een hele studeerruimte, leesplek, dressing en zelfs een klein atelier. Ik loop naar die hoek van de kamer en glimlach. 'Je tekent?' Vraag ik. Hij knikt en komt erbij staan. Over de hele vloer liggen tekeningen verspreid. Ook staan er twee schilderezels en verfpotten op hangende muurplanken. 'Heb je dit allemaal getekend?' Vraag ik onder de indruk. Remus glimlacht zwakjes. 'Alles, buiten eentje,' zegt hij triest. Ik leg een van zijn schetsen weg en volg hem naar zijn bed. Hij wijst naar een groot kunstwerk boven zijn bed. Het is een schilderij van een vallei met rotsen en een meer, bergen op de achtergrond en een zonsopkomst. Ik glimlach en kijk naar de precisie dat er in is gestoken om de bladeren van de bomen en de grassprietjes te tekenen. 'Wie heeft deze dan gemaakt?' Vraag ik geïnteresseerd. Ik richt mijn blik weer op Remus en zie dat hij naar de grond kijkt. 'Remus?' Hij kijkt op. 'Mijn zusje,' zegt hij stil. Ik glimlach, maar weet dat er iets moet gebeurd zijn. Remus haalt een hand door zijn haar en gaat op het bankje voor zijn bed zitten. Ik ga rustig naast hem zitten en kijk hem aan. 'Ze is een paar jaar geleden overleden aan kanker,' zegt hij stil. Ik schrik op. 'Ze was mijn tweelingzusje. We deelden dezelfde passie voor kunst. Alleen heeft zij altijd meer talent gehad dan ik. Mijn ouders waren zo verschrikkelijk trots op haar. Ze hadden al een hele toekomst gepland voor haar. Ze zou een groot kunstenaar worden, maar toen werd ze ziek. Ze is gestopt met tekenen. Maar voor mijn verjaardag heeft ze dan toch nog een schilderij gemaakt. De plek die ze heeft geschilderd is de plek waar ze het liefst met me naartoe ging. Ze gaf het me cadeau en een maand later is ze gestorven,' vertelt hij. Ik zie een traan van zijn wang rollen en ik trek hem rustig in een knuffel. Hij duwt zichzelf tegen me aan en begint te huilen.

-
Heeeyy
Sorry dat het nogal sad is en het kan misschien een trigger zijn voor vele. Het spijt me alvast! Ik ken twee mensen die kanker hebben overleefd, dus als er mensen zijn die je kent die er nu aan lijden... Het kan allemaal goed komen! Een van de twee in mijn geval was een jongetje van 9 jaar oud. Nu is hij gezond en wel, super gelukkig kindje! Dus als je iets gelijkaardigs doormaakt of hebt doorgemaakt, veel sterkte
Kusjes

Dreaming -bxb-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu