Veertien

582 30 6
                                    

Maandagochtend. Ik loop door school te lachen met Zoé aan mijn arm. 'Heb je dat echt gezegd?' Lach ik. Ze knikt en we barsten nog harder in lachen uit. Ken je de soort lach zonder geluid? De lach wanneer je lijkt op iemand die spastisch met zijn ledematen in het rond zwiert, mond wijd open en af en toe een grote hap lucht neemt en je daarna pijn hebt in je buik? Well, die lach hebben Zoé en ik dagelijks. Maar die lach betekent ook dat het echt grappig is, anders maak ik wel geluid. We krijgen hier dan ook dodelijke blikken van zowat elke persoon toegeworpen. Ik geloof zelf dat ik een meisje hoorde fluisteren: 'Hoe kan je zo happy zijn op dit moment?' Sorry, hoor, meisje! Ik heb nooit de mensen met een ochtendhumeur gesnapt... Hoe kun je nu kwaad zijn dat je de mensen waarom je geeft terug gaat zien en leuke momenten gaat beleven? Je begint je dag met eten, nog zijn er mensen die slecht gezind zijn. Ik snap het niet, maar ja. Er zijn ook mensen die niet snappen hoe Zoé en ik zo goed gezind kunnen zijn in de ochtend. Tja...
Nou, er is wel een klein dingetje dat aan me knaagt; Remus. Na onze zoen op het feestje en de uitbarsting van dat mysterieuze meisje heb ik hem niet meer gesproken of gezien. Hij reageerde niet op mijn sms'jes. Ik dacht dat we misschien eindelijk wat konden worden, maar ik kan straks met hem praten. De bel gaat en ik geef Zoé een kus voor ik naar mijn lokaal loop, met buikpijn van het lachen. Ik zit neer en zie alle ochtendhoofden van medeleerlingen naar binnen komen. Sommige met gigantische rode wallen, andere die half slapen en dan heb je een iemand met een afwezige blik en een perfect-uitziend hoofd: Remus. Ik vang zijn blik, maar hij went hem meteen terug af. Dan gaat hij aan de andere kant van het lokaal zitten. Mijn glimlach verdwijnt... Zou hij spijt hebben? Hij kuste mij, hij deed verder en zoende me, dan heb ik toch niets verkeerds gedaan? Godverdomme! Waarom doet hij nu zo moeilijk? Ik word uit mijn gedachten gehaald door een harde knal. De leerkracht staat met een grote frons voor de klas. 'Ik heb een slechte dag, dus houd jullie mond!' Gromt hij. Ooooowkeeeeeej... Er zijn blijkbaar ook mensen met een extreem ochtendhumeur, jezus.

'Remus!' Hij draait zich om en lijkt te schrikken van me. Hij wilt zich terug draaien, maar ik hou hem tegen. 'Waarom negeer je me?' Vraag ik. Hij blijft me aankijken. 'Het spijt me. Dit stopt nu, wat het ook is,' zegt hij. Even kijkt hij mij nog diep in mijn blauwe ogen en keert dan om. Iemand springt speels tegen mijn arm aan. 'Heyy,' begroet ze me blij. Er loopt een traan van mijn wang en Zoé komt voor me staan. 'Broer? Hey, wat is er?' Vraagt ze lief. Ik begin te huilen en ze trekt me in haar armen. Ik moet me een beetje bukken en snik in haar nek. 'Remus wilt dat het stopt,' snik ik. Ze sust me en wrijft zachtjes met haar kleine handen over mijn rug. Ik hou van dit meisje...
Ze laat me rustig los en neemt mijn handen vast. 'Weet je, Thomas... Als dat kind niet ziet hoe geweldig je bent, dan is het beter dat jullie stoppen. Jij verdient enkel het beste van het beste: een vijfsterren diner, een luxueus hotel, een jongen waarmee je oud wordt én een ubercoolesuperdupergeweldigemegafantastische beste vriendin,' zegt ze blij. Ik glimlach om haar woorden. Ze drukt een lange kus op mijn wang en grinnikt. 'Wat ben ik toch een lief kind,' lacht ze. Ik lach mee. 'Thanks, Zow. Je laat me altijd lachen... Ik hou van je,' zeg ik. Ze grinnikt. 'En ik van jou,' zegt ze terug. Liam komt naast ons staan en pakt onze hoofden vast. 'En nu: kiss!' Hij duwt ons naar elkaar toe, maar Zoé geeft hem een tik tegen zijn achterhoofd. 'Aah!' We lachen. 'Jij kleine bitch,' sist Liam nep-kwaad. We grinniken. 'Ik zag Remus huilen, is er wat gebeurd?' Vraagt Liam plots serieus. Mijn lach verdwijnt weer. Waarom weent hij nu? 'Waar?' Vraag ik. Liam wijst naar de bankjes en ik knik. Snel loop ik er naartoe en zie hem inderdaad zitten. Hij heeft rode ogen en staart wat naar een boom. Ik ga rustig naar hem toe en ga naast hem zitten. Hij kijkt op en we kijken even in elkaars ogen. Ik zweer het je: Remus' ogen zijn de mooiste van de planeet. Het is gewoonweg niét mogelijk dat er een mooier paar ogen bestaat dan de zijne. Zijn groene kijkers lichten heel zijn gezicht op, wat hem tien keer zo mooi maakt.
Holy shit, ik ben gevallen voor deze gast...

'Sorry,' fluistert Remus na enkele stille minuten. We zitten ver van elkaar op het bankje. Ik kijk hem aan, maar hij staart naar zijn voeten. 'Wat is er nu eigenlijk?' Vraag ik. Hij frunnikt wat met zijn vingers, zucht licht en haalt zijn schouders traag op. 'Op dat feestje met jou... Ik- Het mocht niet gebeuren. Het was een fout,' mompelt hij. Ik voel de tranen in mijn ogen springen. Hij haalt een hand door zijn zwarte haren en leunt met zijn ellebogen op zijn knieën. 'Ik zie je in de les,' zegt hij, staat op en loopt zonder me aan te kijken het hoekje om. Ik staar even naar de grond en sta dan ook op. Ik strompel naar de gewoonlijke plek van Zoé, Robyn en de anderen. Ik kom aan en zie Zoé lachen, maar als ze mij ziet stopt ze meteen en loopt naar me toe. 'Hij zei dat het een fout was en dat het niet mocht gebeuren,' snik ik. Ze schudt haar hoofd en knuffelt me. Ik sluit mijn ogen en geniet van het kleine lichaam van het meisje in mijn armen.

Als het niet mocht gebeuren, Remus, dan moest je jezelf maar tegenhouden

Dreaming -bxb-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu