Chapter 2

3.1K 190 25
                                    


Chapter 2

De kou snijdt in mijn huid, beschermend sla ik mijn handen over mijn armen. Deze steeg is verlaten, dit kan nooit een goed teken zijn.

Ik hoor gegrom. Als verstijft blijf ik staan. Mijn lichaam weigerd te bewegen. Mijn hart mompt oppeens twee keer zo snel mijn bloed rond, mijn benen veranderen in pudding.

Ik hoor gegrom en gedempte gillen. Ookal protesteerd mijn hoofd zo hard dat ik er hoofdpijn van krijg, toch blijkt mijn nieuwsgierigheid groter te zijn dan mijn verstand. Heftig ademend zet ik langzame stappen in de richting van de vreselijke geluiden.

"Stop met geluid produceren" sneert een stem waarvan de nekharen in mijn nek overeind gaan staan. De kreten stoppen abrupt en het blijft een tijdje stil.

Voorzichtig werp ik mijn hoofd om de hoek van de muur. Wat ik nooit had moeten doen.

Een jongen met bruine haren staat voorover gebogen over een meisje dat ik gelijk herken als Nikkie. Haar ogen staan doodsbang en zodra ze mij ziet verwijden haar ogen zich. Ze probeer iets te zeggen alleen haar oogballen rollen achterover.

Zonder goed na te denken spring ik tevoorschijn. "Stop!" Roep ik zo hard als ik kan. De jongen haalt zijn gezicht uit de nek van Nikkie en draaid zich om. Mijn hoofd begint te tollen als ik in twee pikzwarte ogen kijk. Zijn hele ogen zijn zwart, inclusief het oogwit. Zijn mond is besmeurt met een rood goedje waarvan ik alleen maar kan hopen dat het geen bloed is. Alleen de bloederige geur die in de steeg heerst verraad dat het wel het geval is.

Met een ruw gebaar smijt hij Nikkie op de grond. Mijn ogen worden als magneten getrokken naar de bloederige wond in haar nek. Wat is hij? Door mijn hoofd tollen zoveel gedachtes dat ik ze niet op orde kan houden en niet helder kan nadenken.

Ik was zo gefocust op Nikkie's wond dat ik niet doorhad dat de jongen nu voor mij staat. Ik voel zijn adem rusten op mijn hoofd. Hij is zeker een anderhalve kop groter dan ik. Als ik mijn hoofd terug draai naar hem, kijk ik tegen een zwart met bloed besmeurt shirt aan. Ik onderdruk de neiging om te kokhalzen van de afgrijselijke stank die er vandaan komt.

"Kijk mij eens aan" snauwt de jongen met een verrassend kalme stem als je vergelijkt hoe ik me op dit moment voel. Mijn angst is op dit moment sterker dan mijn trots en met een trillende adem kijk ik omhoog.

Zodra ik opkijk zie ik onder zijn ogen gelijk sidderende aderen tevoorschijn komen terwijl zijn ogen nog steeds inktzwart zijn.

Tussen zijn lippen komen twee messcherpe tanden tevoorschijn. Mijn ogen verwijden zich als ik begrijp wat hij aan het doen is.

"Stop, Ryan!" Met een ruk kijkt hij op. Hij laat me los waardoor ik met een enorme knal op de grond beland, omdat mijn benen volledig in pudding veranderd waren. Ik probeer mijn gehaaste ademhaling onder controle te krijgen om wat van het gesprek op te vangen.

"Hoezo stop?" Snauwt de stem van de jongen -Ryan blijkbaar. Kan die gast niets anders dan snauwen?

Ik kijk op en zie het blonde meisje van de rij. Haar ogen staan kwaad waardoor mijn angst weer toeneemt en mijn hoofd weer licht begint aan te voelen.

De angstaanjagende jongen loopt met rustige stappen in haar richting. "Waarom zou jij-" hij wijst naar het meisje, "mij moeten stoppen met hetgene waartoe jij me hebt aangespoord?"

De blondine kijkt van mij naar de jongen alsof ze haar kansen inschat. Om haar vinger heeft ze een ravenzwarte ring waarmee ze zenuwachtig rondjes draaid. "Nu lijkt mij niet het goede moment om daar over te praten"

De afgrijselijke lach van de jongen galmr door de verlaten steeg, vermengt met een kille ijskoude wind die door de steeg waait. Er gaat een rilling door me heen als ik de bijtende kou mijn huid voel strelen. "Nee liefje, dit is het perfecte moment om daar over te praten" hij zet een paar stappen in haar richting.

Er verschijnt een frons op het gezicht van het meisje, ze is duidelijk verrast door de zelfverzekerdheid van de jongen en zet haar handen in haar zij. "Waar haal jij het vertrouwen vandaan?"

De lach op zijn gezicht veranderd in een grijns. "Als ik niet anders wist zou ik denken dat je me uitdaagde"

Mijn ogen schieten over de vloer, op zoek naar iets scherps. Iets om mezef mee te verdedigen. Iets glinsterends trekt mijn aandacht, een stukje glas. Voorzichtig en zo geruisloos mogelijk schuif ik naar het stukje glas. Ik maak veel geluid met mijn piepende all stars alleen de jongen en het meisje zijn vergeten dat ik er ben.

"Misschien doe ik dat ook wel" sist de stem van het meisje.

De jongen klakt met zijn tong, "je gaat hier spijt van krijgen, Aubrey"

Clarice (book I)Where stories live. Discover now