Chapter 29

1.8K 121 5
                                    


Chapter 29


"Oh, stoor ik iets?" Vraagt Jack voorzichtig. Zijn ogen glijden onzeker heen en weer tussen mij en Ryan.

Ryan zakt achterover in de bank en fronst zijn wenkbrauwen weer. "Nee hoor, vertel wie moet ik een kans geven?"

Jack zucht en haalt een hand door zijn haren, vervolgens slaat hij zijn armen over elkaar. "Luce." Jack heeft nog niet eens het hele woord uitgesproken of Ryan staat al grimmig op om weg te lopen.

"Ik wil er geen woord over horen!"

Jack probeerd hem tegen te houden. Tevergeefs want Ryan beukt tegen zijn schouder aan wat Jack bijna op de grond doet vallen. Hij hersteld zijn evenwicht en roept Ryan na. "Ze zegt dat ze spijt heeft maar jij ben ook degene die je verontschuldiging moet aanbieden, Ryan. Zij is niet de enige schuldige." Hij kan zijn zin nog net afmaken voor de voordeur met een klap wordt dichtgesmeten.

Jack rolt met zijn ogen en gaat op de bank tegenover mij zitten. "Dus... Hoe gaat het met jou en Ryan. Al intense momentjes gehad?" Hij wiebelt met zijn wenkbrauwen.

Ik kijk hem met een walgend gezicht aan. "Wat denk je zelf? Dat ik gek ben ofzo? Ryan is een harteloos bloeddorstig monster." Geef toe, Clarice, diep van binnen vind je dat juist wel aantrekkelijk.

Jack haalt zijn schouders op en grijnst. "Wie weet."

"Waar hadden jullie het eigenlijk over?" Vraag ik terwijl ik zenuwachtig aan mijn trui begin te fruniken.

"Gewoon drama. Jeweetwel, je twee beste vrienden hebben ruzie en jij mag het gaan oplossen. Alleen dan hebben die twee lovebirds al ruzie voor rond de 150 jaar."

Ik frons mijn wenkbrauwen, "Lovebirds?"

"Never mind." Hij leunt naar voren en vouwt zijn handen ineen. "Clarice, ik moet iets met je bespreken. Het is belangrijk." Voegt hij er op het laatst aan toe.

Ik knik maar blijf naar zijn handen en die vreemde daglichtring kijken. Een vreemd gevoel nesteld zich in mijn lege maag. Ik voel me vreemd. Mijn maag lijkt rondjes te draaien en mijn hoofd lijkt niet te stoppen met kloppen.

"Je weet nog wel over dat bloed dat ik van je heb afgenomen?" Vraagt Jack.

Ik knik. "Daarmee kun je vampieren weer menselijk maken." Jack kijkt moeilijk en kauwt op de binnenkant van zijn wang. "Is er iets?"

Hij schut zijn hoofd maar dat veranderd langzaam in een knik. Teder tilt hij mijn hoofd aan zodat onze ogen elkaar aankijken. "I-ik heb het geprobeerd." Begint hij. "Alleen het probleem is, je hebt het verhaal over de eerste vampiers en die jongste zoon gehoord?" Weer gaat mijn hoofd langzaam omhoog en weer naar beneden. "Dat verhaal wordt onder sommige van ons wel het verhaal van the cursed brothers genoemd."

Ik slik, ik wil weten waar hij heen probeert te gaan. Maat iets in mij waarschuwt dat hij iets gaat vertellen wat als een klap aan gaat komen.

"De jongste broer heeft al jouw bloed nodig om weer menselijk te worden. Dat, is voor andere vampiers niet anders."

Als ik niet reageer pakt hij mijn handen vast en dwingt hij me oogcontact met hem te blijven te hebben. "Clarice, jouw bloed kan vampiers weer in mensen veranderen, maar daarvoor hebben ze elk kleine druppeltje bloed uit jouw lichaam voor nodig."

Ik blijf hem aankijken terwijl mijn hersenen als de dolle de informatie proberen te verwerken. Als ik vampieren in een mens wil veranderen moeten ze me doden, helemaal leegdrinken.

"W-wat betekend dat voor mij?" Vraag ik angstig. Dit is een vraag waarvan ik het antwoord al weet.

Jack kijkt me met zijn bruine ogen aan. "Ik denk dat je dat zelf ook wel weet. Honderden, misschien wel duizenden vampieren zullen je willen vermoorden als dit nieuws algemeen bekend word. En dat zal niet lang meer duren aangezien Tyler al een groot deel van je bloed bemachtigd heeft."

Ik knik. Hij heeft gelijk. Oh, god. Ik ga dood. Net als ik weer wat wil zeggen vliegt de deur open. Ryan staat in de deur opening. Zijn gezicht en haren nat van het zweet en zijn gezicht zo rood als een tomaat.

"C-Clarice.." Weet hij uit te brengen. "J-je... i-i-s ge-"

"Wat is er?" Vraagt Jack die meteen opstaat en Ryan ondersteunt. "Haal diep adem, vriend." Hij probeerd Ryan te kalmeren maar hij blijft hijgen. Zijn vermoeide ogen vinden mij. De grijze stenen staan niet koud en vol emotieloosheid. Nee, ze zijn gevuld met verdriet en spijt.

"Ze is dood."

"Wie is dood?" Vraag ik verward. Ondertussen ben ik gaan staan en naar de twee toegelopen. Ryan pakt Jacks kraag vast, "Volg mij." Zegt hij dwingend. Vervolgens rent hij de deur uit met Jack en mij op de hielen. Angst knaagt aan me. Ik weet het zeker, er is iets goed mis.

Clarice (book I)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu